Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 11.1918

DOI Heft:
[Nr. 1]
DOI Artikel:
Haslinghuis, Edward Johannes: Algemeene vergadering van den Ned. Oudh. Bond op Zaterdag 12 Januari 1918 te 2 1/4 ure in "Café Hollandais" te 's-Gravenhage
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19837#0021

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
punten vaag heeft gelaten, om de adviseerende commissie in spe niet te binden. De heer
Hofstede de Groot acht het wens-chelijk, dat de weldra verschijnende brochure over
de musea volledigheidshalve een stelling over het Architectuurmuseum bevat. In de
toelichting zou dan de verklaring kunnen staan, dat de Commissie zich onthoudt van
nadere bespreking omdat er voor het Architectuurmuseum een afzonderlijke commissie
ingesteld zal worden. De vergadering vereenigt zich hiermede.

3. Uitgave van het Bulletin. De voorzitter gewaagt met dankbaarheid van het subsidie
van ƒ500, dat de regeering hiervoor aan den Bond heeft willen geven. Besprekingen met
uitgevers om, bij de tegenwoordige duurte van papier en druk, tot een minder kostbare
wijze van uitgeven te komen, hadden voorloopig niet het gewenschte gevolg. Thans zal
een andere papiersoort gebruikt worden, waarover met den drukker gecontracteerd is.
De heer Enschedé dringt er krachtig op aan, dat men zich door een technicus degelijk
late voorlichten over de kwaliteit van het papier. Het totnogtoe gebruikte kunstdrukpapier
houdt het geen 50 jaar uit. Ook verlangt hij voor de illustratie een beter procédé dan
de voor een wetenschappelijke uitgave onvoldoende autotypie.

4. Subsidie (f 300) voor de uitgave der brochure(s) over het beheer enz. der musea.
Toegestaan.

5. Subsidie (f250) voor de Commissie-Repertorium van topografische afbeeldingen
enz. De voorzitter verwijst naar het op de Algemeene Vergadering te Groningen verhandelde
en zegt dat besprekingen geopend zijn, die op medewerking van derden doen hopen,
doch dat het bestuur uit de middelen van den Bond hoogtens ƒ250 beschikbaar kan stellen.
Namens de genoemde Commissie brengt de heer T. v. Berkhout, in herinnering, dat zij
voor een afdoende proef, zooals zij die meent te moeten nemen, ƒ750.— aangevraagd
heeft. Kan de Bond die som niet verleenen, dan is de Commissie tot haar spijt niet in
staat de proef uit te voeren en verzoekt zij de zaak te laten rusten, totdat het Bestuur
het gevraagde bedrag beschikbaar stelt, uit eigen middelen of uit subsidies van anderen.
Aldus wordt besloten, waarna het crediet van ƒ250 wordt toegestaan.

6. Subsidie (f75) voor de Jury betreffende de prijsvraag-spits St. Jacobskerk te
's-Gravenhage. Toegestaan.

7. Crediet aan den Klokkenraad. Er is een voorstel van den heer Mr. A. Loosjes
ingekomen, om hieraan de voorwaarde te verbinden, »dat de Klokkenraad zich onthoude
van alle beslissingen, welke in verband staan met de kwestie der al- of niet-wenschelijkheid
van modernisatie onzer klokkenspelen.”

De heer Loosjes, zijn voorstel toelichtend, zegt, dat de raad thans eenzijdig is
samengesteld, in het bijzonder ten opzichte van het stelsel-Denijn. Overigens misgunt hij
den raad het aangevraagde crediet op zichzelf niet, maar verwijzend naar de Utrechtsche
klokkenkwestie acht hij eenige waarborgen voor onbevooroordeeld optreden van dit lichaam
wenschelijk. De heer Enschedé antwoordt hierop namens den raad. Het stelsel-Denijn
moet van deze zaak afgescheiden gehouden worden. Hij meent, dat het stellen van de
bovengenoemde voorwaarde juist partij kiezen van den Bond zou beteekenen. De voorzitter

11
 
Annotationen