Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Hinweis: Ihre bisherige Sitzung ist abgelaufen. Sie arbeiten in einer neuen Sitzung weiter.
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 11.1918

DOI Heft:
[Nr. 2]
DOI Artikel:
Weve, Jan J.: De karolingische kapiteelen van het voormalige Karels-Paleis te Nijmegen
DOI Artikel:
Byvanck, Alexander W.: Nijmegen in romeinschen tijd, [1]
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19837#0086

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
De kapiteelen A en B moeten als navolgingen van kapiteel C, of van een daarmede
overeenkomend kapiteel worden beschouwd.

Vermoedelijk waren er tijdens den bouw van Karel’s paleis geen passende kapiteelen
voorhanden, die boven de (romeinsche) hoekzuilen konden worden opgesteld en moesten
er derhalve geheel nieuwe worden vervaardigd. Een dier kapiteelen vereischte zelfs een
hals om aan te vullen wat aan de lengte van een der zuilen ontbrak.

Niet onwaarschijnlijk had de bewerking aan deze zijde der Alpen, door Italiaansche
steenhouwers plaats, waarvan men immers weet dat zij naar alle oorden ontboden werden
en ook te Trier bij de verbouwing van den dom werkzaam waren. De versiering met
palmen en rozetten van de ruimte, die tusschen den bovensten bladkrans en den versierden
bovenrand open bleef, behoort geheel tot de Lombardische kunst, evenals het vlechtbandje,
dat het kapiteel C van boven omzoomt.

Een vergelijking met de kapiteelen uit het karolingische tijdvak, die elders in Europa
bewaard bleven, valt voor de Nijmeegsche exemplaren in hooge mate gunstig uit. Zij
vertegenwoordigen een kunst, die ver staat boven het barbaarsche of onbeholpene en in
de behandeling van sommige onderdeden, met name de bladeren, bewijst dat een
zelfstandige geest de hand van hun maker bestuurde.

J. J. WEVE.

NIJMEGEN IN ROMEINSCHEN TIJD.

I.

Te Nijmegen is in Romeinschen tijd zonder twijfel de belangrijkste nederzetting
in ons land geweest. En de talrijke daar gevonden Romeinsche oudheden zijn nog de
sprekende getuigen voor de groote beteekenis der Stad in de Oudheid. Het is de geheele
geschiedenis der Romeinsche heerschappij, van den tijd der verovering af tot het vertrek
der Romeinsche troepen, die deze vondsten illustreeren. Op die wijze is de studie der
Romeinsche geschiedenis van Nijmegen, het verzamelen en beschrijven der aldaar gevonden
oudheden en het verklaren van de topographie der verschillende nederzettingen de om-
vangrijkste en moeilijkste, maar ook de belangrijkste taak voor de Romeinsche archaeologie
in Nederland. Want Nijmegen is de oudste stad van ons land. En de geschiedenis van
het ontstaan dezer stad en van haar eerste lotgevallen kan niemand onverschillig laten.
Thans hebben talrijke vondsten en ontdekkingen de oudste geschiedenis van Nijmegen
in een geheel nieuw licht geplaatst. En er is dus alle reden om voor deze geschiedenis
weer eens een oogenblik aandacht te vragen.

Het zijn evenwel niet alleen nieuwe vondsten en ontdekkingen, die een beter
inzicht in de antieke geschiedenis van Nijmegen mogelijk maakten. De studie immers
der Romeinsche oudheden heeft in de laatste jaren zeer groote vorderingen gemaakt. En
op die wijze is ook de geschiedenis van ons land in Romeinschen tijd veel duidelijker
geworden. De berichten van de Romeinsche schrijvers over het Rijnland zijn gemakkelijk

76
 
Annotationen