Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Hulin de Loo, Georges [Honoree]
Mélanges Hulin de Loo — Bruxelles [u.a.], 1931

DOI Page / Citation link:
https://doi.org/10.11588/diglit.42068#0180

DWork-Logo
Overview
Facsimile
0.5
1 cm
facsimile
Scroll
OCR fulltext
MÉLANGES HULIN DE LOO

143

ten en overtuiging aan zijn patroon geleend en menige
cloodgewone daad in humanistischen zin peïnterpretèerd ;
maar er blijft toch genoeg over om te gelooven dat, lietzij
door leermeesters, lietzij door latere betrekkingen, Filips,
— waarschijnlijk aan het bof van David van Burgondië, —
vôôr 1508, een aanhanger werd van de nieuwe kunstrich-
ting of beter gezegd, — volgens de toenmalige termino-
logie, — van het antieke (1), en zulks uit beweeggronden
bernstend op de rede. Deze twee begrippen, waarvan het
eerste schijnt te kunnen herleid worden tôt een kwestie van
benaming en het tweede niet belangrijk kan worden
geheeten, hebben m. i. in overgroote mate bijgedragen tôt
het invoeren der Italiaansche vormen in het Noorden; en
ze brengen heel wat klaarte daaromtrent, waar ermede,
wat zelden is gebeurd, rekening wordt gehouden.
Die humanistische bekenden hadden Filips, onder meer
door hun wetenschappelijk gezag en door redeneering,
ertoe gebracht te gelooven dat de wetenschap en de
kunst der Oudheid allen lof en aile bewondering mogen
opeischen; zij hadden hem onderricht in de knnsttheoriën
der Ouden en hem daarover leeren praten. En toen hij
als gezant naar Rome was getogen bij Pans Julius II,
met wiens opvattingen en neigingen hij zooveel overeen-
komst vertoonde, had hij de gelegenheid te pralen met die
opgedane geleerdheid en kennis (2).
Maar dat ailes is toch grootendeels uiterlijk vertoon :
hij was Noorderling gebleven, een mensch van zijn tijd,
een lid van zijn volk. En waar de rede hem verwees naar
het antieke, voelde hij zich toch aangetrokken tôt de toen-
malige Nederlandsche kunst. De Italiaansche renaissance,
(1) Zie Duverger, J., Vlaamsche beeldhouwers te Brou, Oud-Holland,
1930, 8.
(2) Zie G. Geldenhauer, l. c., bl. 232. — Op den 14n Januari 1509 kwam
hij te Rome bij den Paus, cfr. A.-J. Wauters, Une ambassade flamande
chez le Pape Jules II, Revue de Belgique, 1904, bl 304. — Op 28" Juni 1509
was hij terug in Den Haag, cfr. M. Gossart, Jean Gossart de Maubeuge,
Lille, z. d. (1902), bl. 139. Zie daar ook voor de oudere bibliographie.
 
Annotationen