XI. Hoorvernn.
Van kun Lcvvinü ontrent öe mensckekke la-
ken , keeüinen (koebel cluiftcrli!<) v/st
meer kelckeicjs ; en6e nock meest van 'r
Zene dat <Ze Zcrecje LnZelen derrcü.
XI. » o o r i» n rc.
inbeeld/ heeft dat gevoelen gebaard; m't mis-
verstand onrrent den sin der Schrift/ daar die
in schijn so iet feit/ heeft het noch versterkt.
§. ccxicun.
R vereischt d? o?der/ darwe tot het Bewind
en't Wedrnfder Geesten overgaan / so veel
als ons de Schrift daar van is leerende. Gn na
dat wx> eenA hel onderscheid / tusschrn ü'Gn-
gelen die staande blijven en de genm die geval-
len zijn / versckerd hebben; moetenwevandecn
en d'ander stsgh besondrr spreken. Van Gods
Gngelen is dar ook al b? een ander voorval aan-
gemerkt/ datseDienaars van den Schepper/
en Beschermers van fijn schepsel zijn. Goefe
Gods Dienaren zijn / dat wo?d meer door na-
men bu gelijkenis gcseid / die reeds verhaald zijn;
dan met eigentlike rcdencn verklaard. Gn fo
vip darbegeerm/ in wat tale willen wp / dar-
men ons dat simde dom ê Gcme Ki de Weereld
die daar halfbequaam roe is- lKor God met de
Geesten leeft/ en sp met hem: wp die met ons
eigen lichaam/ enüuistnden daarbuitm so be-
lemmerd zhn; hoe simden wp't begrijpmkon-
nm ê Gn ook/ war rasktet ons ê Ms dar w?
L 4 pogen
Van kun Lcvvinü ontrent öe mensckekke la-
ken , keeüinen (koebel cluiftcrli!<) v/st
meer kelckeicjs ; en6e nock meest van 'r
Zene dat <Ze Zcrecje LnZelen derrcü.
XI. » o o r i» n rc.
inbeeld/ heeft dat gevoelen gebaard; m't mis-
verstand onrrent den sin der Schrift/ daar die
in schijn so iet feit/ heeft het noch versterkt.
§. ccxicun.
R vereischt d? o?der/ darwe tot het Bewind
en't Wedrnfder Geesten overgaan / so veel
als ons de Schrift daar van is leerende. Gn na
dat wx> eenA hel onderscheid / tusschrn ü'Gn-
gelen die staande blijven en de genm die geval-
len zijn / versckerd hebben; moetenwevandecn
en d'ander stsgh besondrr spreken. Van Gods
Gngelen is dar ook al b? een ander voorval aan-
gemerkt/ datseDienaars van den Schepper/
en Beschermers van fijn schepsel zijn. Goefe
Gods Dienaren zijn / dat wo?d meer door na-
men bu gelijkenis gcseid / die reeds verhaald zijn;
dan met eigentlike rcdencn verklaard. Gn fo
vip darbegeerm/ in wat tale willen wp / dar-
men ons dat simde dom ê Gcme Ki de Weereld
die daar halfbequaam roe is- lKor God met de
Geesten leeft/ en sp met hem: wp die met ons
eigen lichaam/ enüuistnden daarbuitm so be-
lemmerd zhn; hoe simden wp't begrijpmkon-
nm ê Gn ook/ war rasktet ons ê Ms dar w?
L 4 pogen