Bekker, Balthasar: De Betoverde Wereld: Zijnde een Grondig Ondersoek Van 't gemeen gevoelen aangaande de Geesten, derselver Aart en Vermogen, Bewind en Bedrijf ... ; In twee Boecken ondernomen (Leeuwarden, 1691)

4-8 l'veestc 8oolc.
sche tcffens met den Duivel/ dieft kerstmaal heest
verlcid/en fijn boos geselschap na verdienste straf-
fe; en dat die straffe fonder eind of mate wcfcn sal.
Dit dan daar bg latende / soen salinen niets ge-
bonden hebdm uit al 't gene tot noch toe grsicn
r'x/ dat de Duivel/ na dat hg in 't begin der fchep-
pinge den niensche verleid heeft/tsedert selfin per-
soon iet meer op dm selven werkt ofvermagh:
maar wel/ dat ai 'tquaad/ dat ooit gebeurt/
of noch hcdm in de ZVeeceid wow gepleegd: uit
die ooMakr so wow sangrmertzt/ sip of't de
Duivel üee.
XVII. Hoorvsruic.
De verlei6in§e 6cr eerste men testen stoor
sten Duivelis bestvaarlL re verstaan.
§. OXXVlk.
Xvs Aar noch MN wp door ons werk niet: dan
de gwotste swarigheden suilen ons / so 'r
schhnt / hier eerst ontmoeten; wanneer wn over-
denken / hoe de Duivel Eva door de Slange
heeft misleid/ dm Katighmakcrselfindewoe-
sthne heest versacht/ met den Engel Michaêl
enen swaren twist gevoerd/ de nederlaag en de
dood van Kant in schijn van Hamnel voorspeld.
Vit moeste strekken tor bewijs van srjnverstand:
het volgende tot pweve fijns verrnogens; vat hu
2ob aan Wen goeden bloed geplaagd / m Pau-
lusftlfna sijnm hemelvaart, mervmstm/ dom
renen fijner Engelen gcflagm heeft. Doch so
moerde Leser weren / dal ik ongehouden beu ad