Bekker, Balthasar: De Betoverde Wereld: Zijnde een Grondig Ondersoek Van 't gemeen gevoelen aangaande de Geesten, derselver Aart en Vermogen, Bewind en Bedrijf ... ; In twee Boecken ondernomen (Leeuwarden, 1691)

X. n o o r v 5 1- V x. Z79
ninge der saligheid aan Gods volk. Want aan-
gaandeclen Oversten l_>eistsman viller stilitzdeist en
voieiustcr 6e; ^elvols )clns Zhn Wp dks genoeg-
saam ecns. Das word hv tzebr. -2:2! niedrrrk-
kclik genaamd. Doch ten minsicn salinen
b'iütleggers sim verschillen over cle bestcllinxe
lier Loeien, so als Stefanus tzand- 7:5?.
sprecl-.r / door welken Zfratt de Wet ontvangen
heest: waar mede Vaulus t'samensimit/ wan-
neer h^stst/ stsrcZc wctt stoor ci'UnZelcnbestels is
ilistelianststeslViiststclssrs. Gal. 7:19. Dkmei-
nc dat God self/ in 't Lied aan Mosts gegeven /
'c selfde feit. Vent. : 2. De istecrc is van 8insr
^ckomLu, en6e is ken voorgeZsM NL 8elr: byis
ivmkenstc verlckcnen vun 'r zeberMe?2!LN, eriste
rmnMleomcn met tien stuilcnsten sterDeiligen:
kok lhne rcgkterliLnst vss ene vurige ^Vel LLN den.
Eeleerde mannen wijsen ons loc deftwoowen /
oni die van Dtefanus en Kaulus te verstaan.
§. LLdi.xxiV. War willen die dan scg-
Sm l Dar dc Wett op Kinai met de grootste sta-
lcdkheid / Gode betamelhk / is uitgesproken,
wie zijn die tienstnilensten cicr Deilissen'?
Daaraf laat ons de Mafeet Daniël niet onkun-
M)hn/ oie ene vertoninge van Gods heerlik-
hkid in xxn gesighre bemerkende ; stuilenstmrurl
ouncnhcn sagh die hem dimdm / en kien stuisenst-
DiUl tien suilenden stic voor stem stonden, rap. 7:
ko. Destr eenen had hn te vorm ook enen ttei-
gnwcmdm die een VVuckterwas / rap. 4:
ax' heb ik/ over dat bock schrijvende / op
^ods G,,gelen geduid: waar in ik niet en were
iemant «gen is. West godlike Lhf-
/ oni so te jprcklcn / nier tot sijner be-
scher-