DOI Heft:
Nr. 1
DOI Artikel:Verslagen en vereenigingen
DOI Seite / Zitierlink: https://doi.org/10.11588/diglit.19800#0053
rechter helft is in het midden aangebracht het wapen van het geslacht Halewijn, omgeven
door acht kwartierwapens, terwijl de linker helft in het midden het familiewapen Roussel
en daaromheen eveneens acht kwartieren vertoont. De zerken dekken een grafkelder, waarin
begraven liggen Franciscus van Halewijn, zijne vrouw en drie andere leden van het geslacht.
Daar de zerken den grafkelder dekken, waarbij zij behooren en geen beschadiging
hebben te duchten, vond de Commissie geen reden tot het nemen van beschermende
maatregelen. Op haar verzoek zijn de zerken echter vanwege de Rijkscommissie voor de
beschrijving der monumenten gefotografeerd, waardoor het mogelijk werd eene afbeelding
bij het verslag te geven. Vanwege de kerkvoogden zijn de planken van den vloer boven
de zerken tot luiken vereenigd, zoodat zij voortaan met geringe moeite kunnen worden
aan den dag gebracht.
Verslagen omtrent ’s Rijksverzamelingen van Geschiedenis en Kunst XXXI. 1908. —
Het verslag van ’s Rijks Museum van Schilderijen vermeldt en beschrijft de werken door
aankoop van de collectie Six in ’t bezit van het Museum gekomen, verder o. a. eenige
bijzondere aankoopen, zooals »Begrafenis van een Patriarch” van omstreeks 1500, Judith
en Holofernes door Jan de Bray, P. Lastman »De offerstrijd tusschen Orestes en Pylades,
in 1657 bezongen door Oudaen, twee stukken van Aert de Gelder, door Houbraken
vermeld en eindelijk een geschenk van den heer L. Nardus te Suresnes, een decoratief
stilleven van Chr. Dielaert en eenige andere aangekochte stukken.
’s Rijks Prentenkabinet verwierf door legaat een werk van J. B. Oudry, door ruiling
met het Ministerie van Oorlog een topographischen atlas (verzameld door Fr. Halma),
door aankoop o.a. een belangrijke verzameling van werken door nieuwere prentkunstenaars,
bijeengebracht door wijlen den heer René de la Faille, benevens vele andere prenten
waar de directeur op veilingen de hand op wist te leggen.
Onder het hoofd: Tentoonstellingen doet de heer E. W. Moes eenige mededeelingen
omtrent de wijze waarop het Prentenkabinet naar buiten heeft gewerkt door ’t beschikbaar
stellen van belangrijke collecties voor tijdelijke exposities. Zoover wij weten is dit laatste
een novum dat o. i. met vreugde moet worden begroet.
Het Nederlandsch Museum van Geschiedenis en Kunst werd verrijkt met zeer belangrijke
Italiaansche en Fransche meubelen, zoo noodig als waardemeters voor de zuivere aesthetische
waardeering van ons Nederlandsch meubilair. Voorts werd de verzameling stoffen vermeerderd
door aankoop van goede stalen van het z.g. Koptisch werk. De collectie Delfsch aardewerk
werd uitgebreid in den zin van »multum non multa” door aankoop van enkele uitgelezen
stukken geschikt om de historische serie te completeeren.
Eindelijk valt nog een fraaie Fransche portretbuste van gebakken aarde te vermelden.
Voor de bronswerken afkomstig uit ’s Rijks museum van Oudheden te Leiden, het
goud en zilver, ijzer etc. raadplege men de lijst.
Verder bevat het lijvig verslag nog mededeelingen omtrent het Koninklijk kabinet
van schilderijen, het Koninklijk kabinet van Munten, Penningen en gesneden steenen, met
41
door acht kwartierwapens, terwijl de linker helft in het midden het familiewapen Roussel
en daaromheen eveneens acht kwartieren vertoont. De zerken dekken een grafkelder, waarin
begraven liggen Franciscus van Halewijn, zijne vrouw en drie andere leden van het geslacht.
Daar de zerken den grafkelder dekken, waarbij zij behooren en geen beschadiging
hebben te duchten, vond de Commissie geen reden tot het nemen van beschermende
maatregelen. Op haar verzoek zijn de zerken echter vanwege de Rijkscommissie voor de
beschrijving der monumenten gefotografeerd, waardoor het mogelijk werd eene afbeelding
bij het verslag te geven. Vanwege de kerkvoogden zijn de planken van den vloer boven
de zerken tot luiken vereenigd, zoodat zij voortaan met geringe moeite kunnen worden
aan den dag gebracht.
Verslagen omtrent ’s Rijksverzamelingen van Geschiedenis en Kunst XXXI. 1908. —
Het verslag van ’s Rijks Museum van Schilderijen vermeldt en beschrijft de werken door
aankoop van de collectie Six in ’t bezit van het Museum gekomen, verder o. a. eenige
bijzondere aankoopen, zooals »Begrafenis van een Patriarch” van omstreeks 1500, Judith
en Holofernes door Jan de Bray, P. Lastman »De offerstrijd tusschen Orestes en Pylades,
in 1657 bezongen door Oudaen, twee stukken van Aert de Gelder, door Houbraken
vermeld en eindelijk een geschenk van den heer L. Nardus te Suresnes, een decoratief
stilleven van Chr. Dielaert en eenige andere aangekochte stukken.
’s Rijks Prentenkabinet verwierf door legaat een werk van J. B. Oudry, door ruiling
met het Ministerie van Oorlog een topographischen atlas (verzameld door Fr. Halma),
door aankoop o.a. een belangrijke verzameling van werken door nieuwere prentkunstenaars,
bijeengebracht door wijlen den heer René de la Faille, benevens vele andere prenten
waar de directeur op veilingen de hand op wist te leggen.
Onder het hoofd: Tentoonstellingen doet de heer E. W. Moes eenige mededeelingen
omtrent de wijze waarop het Prentenkabinet naar buiten heeft gewerkt door ’t beschikbaar
stellen van belangrijke collecties voor tijdelijke exposities. Zoover wij weten is dit laatste
een novum dat o. i. met vreugde moet worden begroet.
Het Nederlandsch Museum van Geschiedenis en Kunst werd verrijkt met zeer belangrijke
Italiaansche en Fransche meubelen, zoo noodig als waardemeters voor de zuivere aesthetische
waardeering van ons Nederlandsch meubilair. Voorts werd de verzameling stoffen vermeerderd
door aankoop van goede stalen van het z.g. Koptisch werk. De collectie Delfsch aardewerk
werd uitgebreid in den zin van »multum non multa” door aankoop van enkele uitgelezen
stukken geschikt om de historische serie te completeeren.
Eindelijk valt nog een fraaie Fransche portretbuste van gebakken aarde te vermelden.
Voor de bronswerken afkomstig uit ’s Rijks museum van Oudheden te Leiden, het
goud en zilver, ijzer etc. raadplege men de lijst.
Verder bevat het lijvig verslag nog mededeelingen omtrent het Koninklijk kabinet
van schilderijen, het Koninklijk kabinet van Munten, Penningen en gesneden steenen, met
41