DOI Heft:
Nr. 2
DOI Artikel:Weissman, Adriaan Willem: De engelsche bloedverwanten van Hendrik de Keyser
DOI Seite / Zitierlink: https://doi.org/10.11588/diglit.19800#0067
Ik houd het er voor, dat Willem de Keyser, toen hij in 1658 naar Engeland de
wijk nam, bij zijn neef John Stone te Londen is gaan werken. De groote brand van Londen
in 1666, die te Smithfield gestuit werd, en die het huis in Long-Acre verschoonde, zal
John Stone veel werk verschaft hebben. Reeds het volgend jaar echter stierf John, en daar
een acte, den 2en Juni 1674 te Amsterdam door den notaris De Vos opgemaakt, spreekt
van »Sr. Willem de Keyser, gewesen steenhouwer binnen Amsterdam, jegenswoordigh
wonende tot Londen in Engelandt”,
is het waarschijnlijk, dat deze meester
toen aan het hoofd der werkplaats
in Long-Acre stond. Wij vinden hem
in 1678 weder te Amsterdam terug,
als hij met Rombout Verhuist het
gedenkteeken voor De Ruyter in de
Nieuwe Kerk vervaardigt.
Na deze bijzonderheden om-
trent het leven der Engelsche ver-
wanten van Hendrik de Keyser gaan
wij nu over tot hunne werken, welke
in de aanteekenboeken van Nicholas
Stone en zijn zoons worden opgesomd.
De eerste aanteekening is van
Juni 1614, en vermeldt een grafteeken
voor Thomas, tiende graaf van Or-
mond en Ossory, dat in de Kathedraal
te Kilkenny in Ierland moest worden
opgesteld. Daarvoor had Stone 400
pond bedongen. Bullock zegt, dat dit
monument niet meer bestaat, maar
dat het een der rijkste scheppingen
van den meester moet zijn geweest.
In 1615 volgt een grafteeken
voor Henry Howard, graaf van
Northampton en Lord Warden of
the Cinque Ports, te plaatsen in den kruisbeuk van Saint-Marys-within-the-Castle te Dover.
Men zoekt het daar tegenwoordig echter te vergeefs.
Het gedenkteeken voor »Sir Thomas Bodely”, dat Stone zegt in Mei 1615 te Oxford
te hebben opgesteld, bevindt zich nog op zijn oude plaats in de Kapel van Merton-College.
Het is den beeldhouwer met 100 pond betaald. De geleerde is als borstbeeld voorgesteld,
en omgeven door zeer naturalistisch opgevatte boeken en instrumenten. Het gedenkteeken
vult een 15de eeuwsche nis in Gothischen stijl, en herinnert aan het motief, dat
Onderdeel van het Grafteeken van Thomas Sutton, Londen.
55
wijk nam, bij zijn neef John Stone te Londen is gaan werken. De groote brand van Londen
in 1666, die te Smithfield gestuit werd, en die het huis in Long-Acre verschoonde, zal
John Stone veel werk verschaft hebben. Reeds het volgend jaar echter stierf John, en daar
een acte, den 2en Juni 1674 te Amsterdam door den notaris De Vos opgemaakt, spreekt
van »Sr. Willem de Keyser, gewesen steenhouwer binnen Amsterdam, jegenswoordigh
wonende tot Londen in Engelandt”,
is het waarschijnlijk, dat deze meester
toen aan het hoofd der werkplaats
in Long-Acre stond. Wij vinden hem
in 1678 weder te Amsterdam terug,
als hij met Rombout Verhuist het
gedenkteeken voor De Ruyter in de
Nieuwe Kerk vervaardigt.
Na deze bijzonderheden om-
trent het leven der Engelsche ver-
wanten van Hendrik de Keyser gaan
wij nu over tot hunne werken, welke
in de aanteekenboeken van Nicholas
Stone en zijn zoons worden opgesomd.
De eerste aanteekening is van
Juni 1614, en vermeldt een grafteeken
voor Thomas, tiende graaf van Or-
mond en Ossory, dat in de Kathedraal
te Kilkenny in Ierland moest worden
opgesteld. Daarvoor had Stone 400
pond bedongen. Bullock zegt, dat dit
monument niet meer bestaat, maar
dat het een der rijkste scheppingen
van den meester moet zijn geweest.
In 1615 volgt een grafteeken
voor Henry Howard, graaf van
Northampton en Lord Warden of
the Cinque Ports, te plaatsen in den kruisbeuk van Saint-Marys-within-the-Castle te Dover.
Men zoekt het daar tegenwoordig echter te vergeefs.
Het gedenkteeken voor »Sir Thomas Bodely”, dat Stone zegt in Mei 1615 te Oxford
te hebben opgesteld, bevindt zich nog op zijn oude plaats in de Kapel van Merton-College.
Het is den beeldhouwer met 100 pond betaald. De geleerde is als borstbeeld voorgesteld,
en omgeven door zeer naturalistisch opgevatte boeken en instrumenten. Het gedenkteeken
vult een 15de eeuwsche nis in Gothischen stijl, en herinnert aan het motief, dat
Onderdeel van het Grafteeken van Thomas Sutton, Londen.
55