DOI issue:
Nr. 2
DOI article:Weissman, Adriaan Willem: De engelsche bloedverwanten van Hendrik de Keyser
DOI Page / Citation link: https://doi.org/10.11588/diglit.19800#0071
om het ambt van meester-steenhouwer te vervullen bij het nieuwe »banquetting-house”
in Whitehall. Het werk duurde twee jaar en Stone kreeg een dagloon van vier schellingen
en tien stuivers. Dit was slechts een tijdelijke betrekking, want 20 April 1626 gaf koning
Karei I »aan zijn trouwen en welbeminden dienaar Nicholas Stone het ambt en de plaats
van meester-steenhouwer en architect voor alle gebouwen en herstellingen behoorende tot
het kasteel te Windsor.” Aan dit ambt was slechts een dagloon van twaalf stuivers
verbonden, zoodat waarschijnlijk de uit te voeren werken afzonderlijk zullen zijn betaald.
Onder de werken, uitgevoerd in 1620 volgens het aanteekenboek, komen er ver-
scheidene voor, die zeker veel later moeten zijn ontstaan.
Zoo vermeldt Stone in de kerk te_Redgrave in Suffolk te hebben gemaakt drie
Grafteeken van Lady Elizabeth Carey, kerk te Stow, Northants.
grafteekenen voor vier personen, die in verschillende jaren gestorven zijn. Het eerste,
voor de vrouw van Sir Edmund Bacon, is een grafzerk, die later opgenomen en tegen
een muur geplaatst werd. Die zerk vermeldt, dat »zij werd gelegd over het lijk van
Lady Philippa Bacon, dochter van Edward Wotton, Baron van Marley, en echtgenoote
van Sir Edmund Bacon, Ridder, Baronet, den len October 1626.”
Deze zerk moet dus van 1626 zijn. Het daarbij geplaatste monument voor Lady
Gawdy, volgens Stone een zuster van Sir Edmund Bacon, vermeldt: »Obiit 20 of Dec. 1621,
aetatis suae 47”. Dit gedenkteeken heeft veel, wat aan De Keyser doet denken. Het
bestaat uit een ovaal van toetssteen, door een fronton van marmer gekroond, waarin het
wapen der overledene is aangebracht. De details, in het bijzonder de consoles en het
ondersteunende engelkopje, zijn in den geest van die der poort bij de Zuiderkerk te
59
in Whitehall. Het werk duurde twee jaar en Stone kreeg een dagloon van vier schellingen
en tien stuivers. Dit was slechts een tijdelijke betrekking, want 20 April 1626 gaf koning
Karei I »aan zijn trouwen en welbeminden dienaar Nicholas Stone het ambt en de plaats
van meester-steenhouwer en architect voor alle gebouwen en herstellingen behoorende tot
het kasteel te Windsor.” Aan dit ambt was slechts een dagloon van twaalf stuivers
verbonden, zoodat waarschijnlijk de uit te voeren werken afzonderlijk zullen zijn betaald.
Onder de werken, uitgevoerd in 1620 volgens het aanteekenboek, komen er ver-
scheidene voor, die zeker veel later moeten zijn ontstaan.
Zoo vermeldt Stone in de kerk te_Redgrave in Suffolk te hebben gemaakt drie
Grafteeken van Lady Elizabeth Carey, kerk te Stow, Northants.
grafteekenen voor vier personen, die in verschillende jaren gestorven zijn. Het eerste,
voor de vrouw van Sir Edmund Bacon, is een grafzerk, die later opgenomen en tegen
een muur geplaatst werd. Die zerk vermeldt, dat »zij werd gelegd over het lijk van
Lady Philippa Bacon, dochter van Edward Wotton, Baron van Marley, en echtgenoote
van Sir Edmund Bacon, Ridder, Baronet, den len October 1626.”
Deze zerk moet dus van 1626 zijn. Het daarbij geplaatste monument voor Lady
Gawdy, volgens Stone een zuster van Sir Edmund Bacon, vermeldt: »Obiit 20 of Dec. 1621,
aetatis suae 47”. Dit gedenkteeken heeft veel, wat aan De Keyser doet denken. Het
bestaat uit een ovaal van toetssteen, door een fronton van marmer gekroond, waarin het
wapen der overledene is aangebracht. De details, in het bijzonder de consoles en het
ondersteunende engelkopje, zijn in den geest van die der poort bij de Zuiderkerk te
59