Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Editor]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 4.1911

DOI issue:
Nr. 2
DOI article:
Weissman, Adriaan Willem: De engelsche bloedverwanten van Hendrik de Keyser
DOI Page / Citation link: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19800#0077

DWork-Logo
Overview
loading ...
Facsimile
0.5
1 cm
facsimile
Scroll
OCR fulltext
Oost-Indische Huis in de Hoogstraat te Amsterdam, die in 1658 door Hendrik de Keyser
dc jonge gemaakt is. Misschien heeft deze kunstenaar wel Stone aan het grafteeken
geholpen. Ook overeenkomst met de tombe van Piet Hein in de Oude Kerk te Delft,
die aan Pieter de Keyser wordt toegeschreven, valt op te merken. Het liggende beeld
van den rechter is stijf, en nog minder fraai zijn de beelden der vier hoofddeugden, die
op zeer weinig smaakvolle wijze, als zaten zij op het gebroken fronton, de bekroning vormen.

Ook als ontwerpend bouwmeester is Stone opgetreden. Zijn meest bekende werk
als zoodanig is het portaal der kerk van St. Mary te Oxford, waar hij de schroefvormig
gewonden zuilen, door Bernini voor het eerst gebezigd, toen hij den tabernakel der
St. Pieterskerk te Rome maakte, toepaste.

Nicholas Stone is een meester, die tot dusverre nog weinig de aandacht heeft
getrokken. Kan hij ook, als kunstenaar, niet op één lijn met Hendrik de Keyser, zijn
leermeester en schoonvader, gesteld worden, toch mag hij een merkwaardige figuur worden
genoemd.

Daar hij reeds dadelijk, toen hij uit Amsterdam te Londen teruggekeerd was, vele
en belangrijke bestellingen kreeg, en zijn werkplaats dertig jaar lang de bestbeklante van
Engeland was, kon hij niet alles, wat hem werd opgedragen, zelf uitvoeren, doch moest
hij tal van helpers in zijn dienst nemen, wat ook Rubens, Van Dyck en Quellinus, die
zijn tijdgenooten waren, hebben gedaan. Onder die helpers hebben zijn zwagers Willem
en Hendrik de Keyser behoord.

Het is echter niet mogelijk, na te gaan, welk aandeel die helpers in zijn werk
hebben gehad. Is, in zijn eerste voortbrengselen, de invloed van Hendrik de Keyser nog
te herkennen, weldra bespeurt men ook den invloed der Italianen, met wier werk hij
door zijn vriend Inigo Jones in kennis was gekomen. In zijn architectuur huldigt hij
reeds vroeg den stijl van Palladio, om op het eind van zijn leven tot de manier van
Bernini over te gaan. Dat zijn zoon en naamgenoot tot de leerlingen van dien meester
heeft behoord, is zeker een der oorzaken van dien overgang geweest.

Was de stijl van Palladio reeds in 1615 door Inigo Jones naar Engeland gebracht,
het zou nog een tiental jaren duren, eer Jacob van Campen de Palladiaansche vormen
in Nederland ging toepassen. Van Campen heeft in Willem de Keyser, die Stone’s leerling
geweest was, een voortreffelijk helper gevonden, toen deze, als stads-steenhouwer van
Amsterdam het Stadhuis uitvoerde. Willem de Keyser, in 1640 te Amsterdam gekomen, is in
1658 weder naar Londen teruggekeerd. Hij heeft daar ongetwijfeld belangrijke werken uitge-
voerd, waaromtrent echter tot dusverre niets bekend is. Op hoogen leeftijd kwam hij
andermaal te Amsterdam, om met Rombout Verhuist de graftombe voor De Ruyter uit
te voeren.

Zijn broeder, Hendrik de Keyser, is tot 1647 te Londen gebleven, en heeft tot
zijn dood in 1663 te Amsterdam gewoond. Van zijn werk is ons slechts bekend, dat hij
het Oost-Indische Huis heeft volbouwd, en dat hij voor Justus Vingboons het steen-
houwwerk van de Trippenhuizen heeft vervaardigd.

5

65
 
Annotationen