Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Editor]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 4.1911

DOI issue:
Nr. 2
DOI article:
Muller, Samuel: Het koningshuis te Renen
DOI Page / Citation link: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19800#0079

DWork-Logo
Overview
loading ...
Facsimile
0.5
1 cm
facsimile
Scroll
OCR fulltext
toonde zich te Wychen in dit opzicht eene waardige spruit van haar doorluchtig geslacht.

Onder Frederik Hendrik kwam de oude passie van het geslacht voor het paleisbouwen
echter weder geheel tot zijn recht. De vorst heeft Honselaarsdijk en Nieuwburg (bij Rijswijk)
gesticht; zijne gemalin bouwde het huis ten Bosch. En elk hunner vier dochters stichtte
een buitenverblijf, waaraan zij den familienaam verbond: Oranienburg, Oranienstein,
Oranjewoud, Oranienbaum; de jongste dochter resideerde op het kasteel te Turnhout.
Willem II bezat Dieren als jachtslot, Willem III bouwde Soestdijk en het Loo. En zelfs
de Nassausche bastaards hadden hunne kasteelen: Beverweerd, Zeist, Zuylenstein.

Zoo moest dus een vorst, — een koning, al was hij onttroond, — die in de Republiek

een toevlucht zocht, zich wel geneigd voelen, om zijn prestige wat te verhoogen door
deelneming aan dezen wedijver van luxe. In 1629 werd de bouw van Honselaarsdijk
ondernomen (Nieuwburg zou eerst in 1634 volgen), en reeds in hetzelfde jaar trad ook
koning Frederik te voorschijn met bouwplannen, die hem zijne Fleidelbergsche residentie
moesten vergoeden.

Reeds op 13 December 1628 had de vorst, die blijkens de resolutiën der Staten
van Utrecht telkens te Renen kwam jagen, aan de Staten medegedeeld, dat hij gaarne
aldaar zijn zomerverblijf wilde vestigen. Daar, vlak onder den fraaien kerktoren,
stond een kloostertje, dat reeds in 1388 vermeld wordt als eene vergadering van vrome

67
 
Annotationen