Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 4.1911

DOI Heft:
Nr. 2
DOI Artikel:
Muller, Samuel: Het koningshuis te Renen
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19800#0084

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
rechterzijde) heette nog in 1802 »die Königskammer”. Nog waren er twee zijtrappen : links de
diensttrap, die uit het parterre geleidde naar de verdieping, rechts eene grootere, uit het
sousterrain naar den zolder. Naar middeleeuwschen trant waren er nog geene gangen J).
Het inwendige van het paleis schijnt rijk versierd geweest te zijn, rijker dan de gevels: de
twee fragmenten van een rijk gebeeldhouwd fries met cartouches, die de smederij van
Vulcanus en eene groep maaiers vertoonen, geven denkelijk een indruk van de zorg, waarmede
de vestibule versierd was.

Ook de terreinen om het paleis waren met zorg en met zekere luxe aangelegd.
Voor het paleis vond men een voorhof, door een muur met poort afgesloten; achter het
paleis lag de achterhof. Daarnaast was, nog binnen den stadsmuur, de menagerie met
een menagerie-gebouw; en daaraan grensde de lusthof, symmetrisch in vier perken ver-
deeld, met een waltoren, die later tot een tuinkoepel verbouwd werd. Buiten den stadsmuur,
op de Koningsweide, vond men den uitgestrekten moestuin, met lanen van eiken en esschen
en met het tuinhuis, alles omgeven door een muur en eene sloot. Het geheel, hoewel niet

Fragmenten van een gebeeldhouwd fries, afkomstig uit het Koningshuis, thans in het
Stedelijk museum van oudheden te Utrecht.

overmatig groot en rijk, vormde toch een verblijf, dat eenen vorst niet onwaardig was.

Maar helaas! al deze luister zou van zeer korten duur zijn. Koning Frederik heeft
blijkbaar te Renen geresideerd; maar reeds in 1632 is hij overleden. En zijne weduwe
heeft hem wel volle dertig jaren overleefd; maar de koningsdochter schijnt weinig behagen
geschept te hebben in het verblijf in het stille en afgelegen stadje: zij gaf de voorkeur
aan het hoofsche ’s-Gravenhage, en bij de troonsbestijging van haren neef Karei 11 is zij
hem dadelijk gevolgd naar Londen, waar zij weldra overleden is. Uit de berooide erfenis viel
het paleis te Renen ten deel aan hare jongste dochter Sophie, de keurvorstin van Hannover,
wier hoogste begeerte, niettegenstaande hare wijsgeerige studiën, geweest is, dat op haar
grafzerk zou gebeiteld worden de titel: Koningin Sophia. Die voldoening is te beurt gevallen
aan haren zoon George I; het is begrijpelijk, dat het afgelegen paleisje toen voor den koning
van Groot-Brittannië geen belang meer had. Het gebouw werd verhuurd: een tijd lang (tot 1

1) Eerst in het verbouwingsplan van het paleis door den architect Freytag van 1802 was, volgens
de teekening daarvan te Hannover, het aanbrengen van gangen opgenomen.

72
 
Annotationen