DOI Heft:
Nr. 2
DOI Artikel:Beelaerts van Blokland, Willem A.: Hans Coenraad Brechtel
DOI Seite / Zitierlink: https://doi.org/10.11588/diglit.19800#0091
moeide directeur van het Haagsche Museum deelt daarbij het een en ander omtrent
Brechtel mede, daartoe welwillend in staat gesteld door Dr. Abr. Bredius. Uit die aan-
teekeningen leeren wij in hoofdzaak, dat Brechtel zich 21 Maart 1640 te ’s-Gravenhage
heeft gevestigd en daar — blijkens eene acte van 20 Maart 1641 — het ambacht van
zilversmid uitoefen-
de, waarin hij het
ver moet hebben
gebracht. Hij is in
Den Haag blijven
wonen, waar hij
behoorde tot de
Luthersche gemeen-
te, en was getrouwd
met Juffr. Maria
Steeweghen, die als
zijne weduwe voor-
komt 27 Mei 1677.
Zijne nalatenschap
werd gescheiden 10
October 1682, in
welke acte voor-
komen Samuel Blee-
sendorf, juwelier te
Berlijn, en Ursula
Brechtels, zijne
dochter.
Dat ik hier de
aandacht op Hans
Coenraad Brechtel
wil vestigen, vindt
niet zoozeer zijne
oorzaak in het feit,
dat hij een zeer be-
kwaam zilversmid H. C. Brechtel fecit.
was, als wel in de
omstandigheid, dat hij ook op ander gebied de kunst heeft beoefend, hetgeen onbekend
schijnt te zijn.
Op eene met wit opgewerkte ets — thans eigendom van Jhr. Mr. F. Beelaerts van
Blokland — is in de marge rechts onder duidelijk te lezen H. C. Brechtel fecit. Deze
ets heeft reeds sedert lang mijne belangstelling in Brechtel opgewekt en ik geef daarvan hier
79
Brechtel mede, daartoe welwillend in staat gesteld door Dr. Abr. Bredius. Uit die aan-
teekeningen leeren wij in hoofdzaak, dat Brechtel zich 21 Maart 1640 te ’s-Gravenhage
heeft gevestigd en daar — blijkens eene acte van 20 Maart 1641 — het ambacht van
zilversmid uitoefen-
de, waarin hij het
ver moet hebben
gebracht. Hij is in
Den Haag blijven
wonen, waar hij
behoorde tot de
Luthersche gemeen-
te, en was getrouwd
met Juffr. Maria
Steeweghen, die als
zijne weduwe voor-
komt 27 Mei 1677.
Zijne nalatenschap
werd gescheiden 10
October 1682, in
welke acte voor-
komen Samuel Blee-
sendorf, juwelier te
Berlijn, en Ursula
Brechtels, zijne
dochter.
Dat ik hier de
aandacht op Hans
Coenraad Brechtel
wil vestigen, vindt
niet zoozeer zijne
oorzaak in het feit,
dat hij een zeer be-
kwaam zilversmid H. C. Brechtel fecit.
was, als wel in de
omstandigheid, dat hij ook op ander gebied de kunst heeft beoefend, hetgeen onbekend
schijnt te zijn.
Op eene met wit opgewerkte ets — thans eigendom van Jhr. Mr. F. Beelaerts van
Blokland — is in de marge rechts onder duidelijk te lezen H. C. Brechtel fecit. Deze
ets heeft reeds sedert lang mijne belangstelling in Brechtel opgewekt en ik geef daarvan hier
79