Twee brandspuiten, uit de XVIIe eeuw, waaronder de eene de zoogenaamde
»Mennistenspuite” 1 2).
De Commissiekamer, vroegere Secretarie met gestukadoorde zoldering met holle
koven, waaruit plafond-engeltjes uitsteken. In de zoldering o. a. de wapens: van Suchtelen,
Rouse, Borgerink.
De Raadzaal, vroeger meestal »het perck” genoemd. De gebeeldhouwde deuren zijn
waarschijnlijk uit 1805, toen de zaal vertimmerd werd; hoe hij er eertijds uitzag, blijkt
Gezicht op het Groote Kerkhof in de tweede helft der 18de eeuw.
eenigzins uit het schilderij uit 1667 van Gerhard ter Borch3), in de zaal aanwezig.
Het schilderij, als schoorsteenstuk geschilderd, met fraaie vergulde lindehouten lijst,
1) In 1690 werden door Schepenen en Raad met de Mennonieten onderhandeld over het leveren
op hun kosten en onderhouden door hen van «twee goede brandspuiten", waartoe de Mennonieten
zich onder bepaalde voorwaarden bereid verklaarden. Een van deze spuiten deed nog voor 1894 dienst.
2) Zie over hem en zijn geslacht Mr. J. E. van Doornink,, «Verslagen en Mededeelingen O. R.
en G.”, XIII, 1883, blz. 1 vlg., maar vooral het werk van Dr. M. E. Idouck, XXste Stuk, «Verslagen
en Mededeelingen O. R. en G.”, 1899, en in het bijzonder over dit schilderij, blz. 22 vlg.
9
127
»Mennistenspuite” 1 2).
De Commissiekamer, vroegere Secretarie met gestukadoorde zoldering met holle
koven, waaruit plafond-engeltjes uitsteken. In de zoldering o. a. de wapens: van Suchtelen,
Rouse, Borgerink.
De Raadzaal, vroeger meestal »het perck” genoemd. De gebeeldhouwde deuren zijn
waarschijnlijk uit 1805, toen de zaal vertimmerd werd; hoe hij er eertijds uitzag, blijkt
Gezicht op het Groote Kerkhof in de tweede helft der 18de eeuw.
eenigzins uit het schilderij uit 1667 van Gerhard ter Borch3), in de zaal aanwezig.
Het schilderij, als schoorsteenstuk geschilderd, met fraaie vergulde lindehouten lijst,
1) In 1690 werden door Schepenen en Raad met de Mennonieten onderhandeld over het leveren
op hun kosten en onderhouden door hen van «twee goede brandspuiten", waartoe de Mennonieten
zich onder bepaalde voorwaarden bereid verklaarden. Een van deze spuiten deed nog voor 1894 dienst.
2) Zie over hem en zijn geslacht Mr. J. E. van Doornink,, «Verslagen en Mededeelingen O. R.
en G.”, XIII, 1883, blz. 1 vlg., maar vooral het werk van Dr. M. E. Idouck, XXste Stuk, «Verslagen
en Mededeelingen O. R. en G.”, 1899, en in het bijzonder over dit schilderij, blz. 22 vlg.
9
127