Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 4.1911

DOI Heft:
Nr. 3
DOI Artikel:
Hoefer, Frederic Adolph: Mededeelingen over de monumenten van Deventer
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19800#0179

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
Rijkmanstraat. —- Tusschen de huizen No. 5 en 7 en tusschen No. 9 en 11 staat
een blauw steenen stoeppaal uit het begin der 17de eeuw.

Rijkmanstraat No. 5. — Bepleisterde trapjesgevel uit 1640.

Rijkmanstraat No. 7. — Gepleisterde gevel met holle en bolle zijkanten, Zand-
steenen afdekkingen en lijsten. Uit + 1612.

Rijkmanstraat No. 9. — Gepleisterde gevel met holle en bolle zijkanten en pilasters.
Afscheidingen met muizentandlijst. In de ankers 1612.

Sandrasteeg1) No. 1. — Aan dit huis vindt men nog overblijfselen van een bouw
uit + 1440. Met Stroomarkt No. 17 vormt het nog een gedeelte van de oude Proostdij.
Tot deze behoorde een kapel, gewijd aan den H. Bonifacius en een vertrek met fraai
beschilderde glazen. De oudste proost wordt in 1440 vermeld, de laatste in 1615 aan-
gesteld1 2 3). In dit gebouw logeerde Alva in 1568, Prins Maurits in 1592 en woonden
later de Luitenant-gouverneurs van Overijssel. Verkocht, werden er particuliere huizen
van gemaakt.

Sandrasteeg. — De poort uit de 17de eeuw, toegang gevende tot den tuin der
Nederlandsche Bank is oorspronkelijk de voorpoort van het huis, Het Lam, Kleine Poot No 9.

Sandrasteeg No 3. — Van binnen nog een beschilderde zoldering uit het einde
der 17de eeuw in een der kamers.

Sassenstraat hoek Kerksteegje — Gepleisterd. Nog overblijfselen uit 1330 tot 1340,
vooral in het dichtgemetseld raam, waarin nog de profielen zichtbaar zijn.

Smedenstraat. — Pomp met ijzeren beslag uit ± 1647.

Smedenstraat No 26, 28 en 30. — Baksteenen topgevels met hol en bol gebogen
zijkanten, pilasters, en lijsten in den vorm van muizentanden. Begin 17e eeuw.

Smedenstraat No 32. — Gevelsteen »1647”.

Smedenstraat No 50 en 52. — Soortgelijke gevels als Noordenbergstraat No 121
en 123, doch gepleisterd.

1) De Sandrasteeg was oorspronkelijk een slop tusschen de Kapittelhuizen en het Papenklooster
en heette eertijds «Achter het Papenklooster.” De naam Sandrasteeg is afkomstig van den commandant
der stad Hendrik Sandra, die in 1676 eigenaar werd van de kapittelhuizen, thans de gesplitste,
woningen No. 3 en 5.

2) De proost stond in nauwe betrekking tot het kapittel, al nam hij ook een eenigszins afzonderlijke
stelling in. Hij ontving zijne aanstelling van den Paus, behoudens goedkeuring van den landsheer.
Van zijne benoeming gaf hij kennis aan het kapittel en werd in het bezit der proosdijgoederen gesteld.

Plechtig geïnstalleerd beloofde hij de uitkeeringen aan de kanunniken en het beheer over te laten
aan een gesupplementeerd kanunnik als zijn plaatsvervanger. Zie voor zijn verdere verplichtingen
Dumbar, I, blz. 317 vlg. In 1535, toen Paulus III de bediening aan Erasmus aanbood, werden zijne
inkomsten jaarlijks op 600 goudguldens geschat. In 1581 telde de proost in Overijsel meer leenmannen
dan de heer van den lande. Bijdragen t. d. G. v. O., 111, blz. 193. Gewoonlijk werden personen van
hoogen rang in de kerk of van aanzienlijke afkomst met de proostdij begunstigd. Meestal waren
het vreemden, die hun ambtsplichten aan een paar leden van het kapittel, den vicaris en den officiaal,
overlieten. De vicaris voerde de administratie over de goederen der proostdij; de officiaal spande, van
wege den proost, als aartsdiaken van Salland, de geestelijke rechtbank. Dumbar I, blz. 331 en 334.

168
 
Annotationen