DOI Heft:
Nr. 4
DOI Artikel:Jaarsverslagen
DOI Seite / Zitierlink: https://doi.org/10.11588/diglit.19800#0222
(gedurende 1909) van ƒ3977.80. Van de nieuw gemaakte reproducties, waarvan het
verslag een opsomming bevat, is vooral belangrijk die eener terra-cotta-buste van Koning
Gustaaf Adolf van Zweden, welke zich bevindt in een der nissen van de vestibule van
het Huis met de Hoofden op de Keizersgracht te Amsterdam. Bij de herstelling van dit
gebouw bleek deze buste, die herhaaldelijk gewit was en er onoogelijk uitzag, van
gebakken aarde te zijn en nadat ze was gereinigd kwam de handteekening van den
maker te voorschijn en het jaartal: H. D. K. (ineen) 1624. Aanvankelijk werd ze
toegeschreven aan Hendrik de Keyser den Jonge. Prof. Jhr. Dr. Six meende hierin
intusschen het werk te zien van Huybrecht de Keyser, van wien bekend is dat hij
beeldwerk vervaardigde. Nadat die buste, welke nogal beschadigd was, door een der
mouleurs, onder leiding van den heer W. Retera, was bijgewerkt, kon een goede vorm
er op worden gemaakt. Aan de Gemeente werd een afgietsel geschonken en de oor-
spronkelijke buste in hare oude plaats hersteld.
Leeuwarden. Friesch Genootschap. Verslag over 1909—1910. — Na de uitbreiding
van het Museum door de collectie-Bisschop is een tijdperk ingetreden, waarin weder
langzaam doch gestadig aan den bloei van het Museum wordt doorgewerkt, terwijl ook
buiten het Museum gelegen belangen bij voortduring in het oog worden gehouden. Het
verslag geeft daarvan de duidelijkste blijken: het terp-onderzoek gaat steeds voort.
Mr. Boeles toonde op de vergadering van 16 Oct. 1909 eenige belangrijke terpvondsten.
Hij bezocht verscheidene terpen. De Heer Wiersma hield wederom toezicht op de terpen
te Ferwerd en Blija, terwijl de Heer A. E. van Giffen eveneens onderzoekingen in terpen
verrichtte. Het genootschap zal pogen, zooveel doenlijk het afbreken van belangrijke
oude gevels tegen te gaan. Het betoonde zijn instemming met de door den Oudheid-
kundigen Bond voorgestelde wettelijke regeling tot bescherming van monumenten van
geschiedenis en kunst.
De kleine verzameling van buiten Friesland gevonden oudheden, die van belang
zijn ter vergelijking met het Friesche materiaal, werd niet onbelangrijk verrijkt door een
geschenk van het Provinciaal Museum te Hannover, bestaande in dertien fraaie urnen
en eenige bijgaven van oud-Saksische origine, ontgraven in de provincie Hannover en
nauw verwant aan het bekende Saksische vaatwerk uit de terpen. Een en ander naar
aanleiding van een bezoek aan het museum te Hannover en in ruil tegen oudheden
uit de terpen.
Het verslag vermeldt verder nog o.m. verschillende verbeteringen in de zalen. Als
aanwinsten worden o.m. vermeld het porselein, gelegateerd door den Heer F. R. Fontein
Tuinhout, een planetarium, porseleinen pullen, geschenk van Jhr. Mr. J. Roëll, enz. Een
nauwkeurige lijst van deze aanwinsten is bij het verslag gevoegd.
□ □ □
□ □
□
211
verslag een opsomming bevat, is vooral belangrijk die eener terra-cotta-buste van Koning
Gustaaf Adolf van Zweden, welke zich bevindt in een der nissen van de vestibule van
het Huis met de Hoofden op de Keizersgracht te Amsterdam. Bij de herstelling van dit
gebouw bleek deze buste, die herhaaldelijk gewit was en er onoogelijk uitzag, van
gebakken aarde te zijn en nadat ze was gereinigd kwam de handteekening van den
maker te voorschijn en het jaartal: H. D. K. (ineen) 1624. Aanvankelijk werd ze
toegeschreven aan Hendrik de Keyser den Jonge. Prof. Jhr. Dr. Six meende hierin
intusschen het werk te zien van Huybrecht de Keyser, van wien bekend is dat hij
beeldwerk vervaardigde. Nadat die buste, welke nogal beschadigd was, door een der
mouleurs, onder leiding van den heer W. Retera, was bijgewerkt, kon een goede vorm
er op worden gemaakt. Aan de Gemeente werd een afgietsel geschonken en de oor-
spronkelijke buste in hare oude plaats hersteld.
Leeuwarden. Friesch Genootschap. Verslag over 1909—1910. — Na de uitbreiding
van het Museum door de collectie-Bisschop is een tijdperk ingetreden, waarin weder
langzaam doch gestadig aan den bloei van het Museum wordt doorgewerkt, terwijl ook
buiten het Museum gelegen belangen bij voortduring in het oog worden gehouden. Het
verslag geeft daarvan de duidelijkste blijken: het terp-onderzoek gaat steeds voort.
Mr. Boeles toonde op de vergadering van 16 Oct. 1909 eenige belangrijke terpvondsten.
Hij bezocht verscheidene terpen. De Heer Wiersma hield wederom toezicht op de terpen
te Ferwerd en Blija, terwijl de Heer A. E. van Giffen eveneens onderzoekingen in terpen
verrichtte. Het genootschap zal pogen, zooveel doenlijk het afbreken van belangrijke
oude gevels tegen te gaan. Het betoonde zijn instemming met de door den Oudheid-
kundigen Bond voorgestelde wettelijke regeling tot bescherming van monumenten van
geschiedenis en kunst.
De kleine verzameling van buiten Friesland gevonden oudheden, die van belang
zijn ter vergelijking met het Friesche materiaal, werd niet onbelangrijk verrijkt door een
geschenk van het Provinciaal Museum te Hannover, bestaande in dertien fraaie urnen
en eenige bijgaven van oud-Saksische origine, ontgraven in de provincie Hannover en
nauw verwant aan het bekende Saksische vaatwerk uit de terpen. Een en ander naar
aanleiding van een bezoek aan het museum te Hannover en in ruil tegen oudheden
uit de terpen.
Het verslag vermeldt verder nog o.m. verschillende verbeteringen in de zalen. Als
aanwinsten worden o.m. vermeld het porselein, gelegateerd door den Heer F. R. Fontein
Tuinhout, een planetarium, porseleinen pullen, geschenk van Jhr. Mr. J. Roëll, enz. Een
nauwkeurige lijst van deze aanwinsten is bij het verslag gevoegd.
□ □ □
□ □
□
211