Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Hinweis: Ihre bisherige Sitzung ist abgelaufen. Sie arbeiten in einer neuen Sitzung weiter.
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 4.1911

DOI Heft:
Nr. 5
DOI Artikel:
Portheine, H.: Het graf, de graftombe en het beeld onder den baldakijn van hertog Karel van Egmond in de St. Eusebius of Groote kerk te Arnhem, [4]
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19800#0244

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
Hoewel er nog een oogenblik sprake van was, de leeuwen op de tombe, in navolging
van een afgietsel der tombe in het Rijksmuseum, er onder te plaatsen en de tombe hierdoor
te laten dragen, waartoe bereids een teekening was vervaardigd, is men gelukkig hierop
teruggekomen, daar uit onze verhandeling in Bulletin van Juli 1902 bleek, dat in 1549,
toen Prins Philips, later Koning Philips II van Spanje, de regeering over de Ned.
gewesten aanvaardde en te Arnhem vóór zijne huldiging de mis in deze kerk bij woonde,
de leeuwen reeds op de graftombe waren geplaatst, al waren dit destijds nog de oor-
spronkelijke witmarmeren leeuwen 1).

De tegenwoordige leeuwen, dagteekenend uit de 17de eeuw, zijn een weinig
bijgewerkt en opnieuw verguld, zooals zij dit oorspronkelijk waren. De wapenschilden,
welke door deze leeuwen worden vastgehouden, zijn eveneens opnieuw geschilderd. De
wapens zijn, aan de noordzijde die van Gelder en Gulik met Kleej en van der Mark,
welke bijeen zijn gevoegd, en verder van van Arkel en Bourgondië, zijnde de kwartieren
van vaderszijde en aan de zuidzijde, die van Bourbon met Bourgondië en verder van
Berry en Beijeren met Henegouwen, zijnde de kwartieren van moederszijde.

Bij gelegenheid der verplaatsing van de graftombe werden van de beeldhouw-
werken in de nissen door den Heer Jos. Raemaekers alhier, foto’s genomen, welke hier,
tot eene volledige beschrijving van dit historisch monument, eene plaats mogen vinden.

Aan het hoofdeinde der tombe bevindt zich de H. Familie, St. Maria en hare
moeder St. Anna met het kind Jezus, dat op beider schoot staat; achter deze groep staat
St. Jozef en Joachim. In de andere nis ziet men St. ChristoJJel, het kind Jezus door de
rivier brengende en, op zijn stok steunende, angstig naar zijn vracht omziende welke hem
te zwaar blijkt, waardoor hij dan ook werd onder water gedompeld en gedoopt.

Aan de noordzijde der tombe staan achtereenvolgens: St. Petrus met een korten
zwaren sleutel; St. Andreas met zijn kruis onder den rechterarm; St. Jacobus de Meerdere
met den pelgrimsstaf, het napje aan een buikriem en een schelp op den rechterschouder;
St. Johannes met den giftbeker; St. Mattheus met een lans in de linkerhand; St. Jacobus
de Mindere met een zware knots.

Aan het benedeneinde der tombe zijn vervolgens : St. Helena 2), moeder van Constantijn
den Grooten, aan wier voeten een kreupele nederknielt, in wiens geldbakje de edelvrouwe
geld legt, en St. Martinus in een Romeinsch kostuum. Van zijn linkerschouder hangt
een mantel, welke zijn harnas en tunica gedeeltelijk bedekt. In de linkerhand houdt hij
den bevelhebberstaf. Op het hoofd draagt hij een helm.

Aan de zuidzijde der tombe treffen wij achtereenvolgens aan: St. Thomas met
den winkelhaak; St. Simeon met een naar beneden gerichte en op den grond rustende

1) Juan Christoval Calvete de Estrella, El felicissimo viaje del principe don Phelipe hijo d’el
emperador D. Carlos Quinto, desde Espana a sus tierras de la Baxa Alemana; con la descripcion de
todos los estados de Brabante y Flandes, Anvers, 1552, fol.

2) Men zou wegens het ontbreken eener keizerinnekroon eerder denken aan St. Elisabeth, doch
de in noot 1 genoemde beschrijving noemt haar reeds Helena.

233
 
Annotationen