Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Editor]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 4.1911

DOI issue:
Nr. 5
DOI article:
Hoefer, Frederic Adolph: Verlag van de handelingen van de samenkomst van de vereenigingen voor "Denkmalpflege" en "Heimatschutz" in Salzburg op 13 tot 16 September 1911
DOI Page / Citation link: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19800#0289

DWork-Logo
Overview
loading ...
Facsimile
0.5
1 cm
facsimile
Scroll
OCR fulltext
maatregelen hiertegen ingedacht zijn, kan men op het behoud van de oude stad hopen.
Hier geldt het niet alleen monumentenzorg en plaatsbescherming, maar ook het sociale
vraagstuk, het behoud van den klein-handelaar en handwerksman in het middelpunt van
den handel. Men stelle aan de oude stad niet den eisch van te voldoen aan het verkeer
van een wereldstad, wel echter dien van een bazar voor den kleinhandel, beschermd
tegen het drukke verkeer.

Aan de bespreking, die op deze voordracht volgde namen verschillende leden deel,
meestal wijzende op het verdwijnen van oude stadsgedeelten en voorlichting vragende
om noodelooze schending te voorkomen. Niet minder werd op de ontsiering gewezen
door de reclame en over de wenschelijkheid om kamers van koophandel en vereenigingen
te hulp te roepen tegen de onverlaten, die ongestraft het oog beleedigen. Besloten werd
tot het schrijven van een verhandeling, die aan de bovengenoemde vereenigingen zal
gezonden worden om de nadeelen van de overdrevene en schendende reclame aan te toonen
en voorstellen tot verbetering aan te geven.

Dr. Börlin uit Bazel besprak in het kort de beweging voor plaatsbescherming in
Zwitserland, waarvan de grondtoon is: Het bewaren van het plaatselijk eigenaardige. Uit
de mededeelingen bleek verder, dat zij zelfs geldelijken steun van buiten — uit Engeland —
ondervindt.

Den 15en September sprak Professor Dr. Swoboda uit Weenen over »Kirchliche
Denkmalschutz-Gesetzgebung”.

De beginselen en algemeene voor de geheele kerk geldige voorschriften voor de
bescherming van de monumenten zijn weinig bekend, maar toch belangrijk en wel des
te meer, omdat zij ook den grondslag vormen voor de bekende particuliere voorschriften
(Diözesangesetze), die een meer plaatselijk en onmiddellijk praktisch nut hebben. Die
beginselen en voorschriften komen hierop neder: I.

I. Beginselen.

a. Kerkelijke traditiën in den eigenlijken zin des woords »traditio divina” hebben
met de monumentenzorg niets gemeen. Er bestaat echter een paralel tusschen hen ten
opzichte van de schatting van de ouderdomswaarde, die op beider gebied niet als absoluut,
maar met betrekking tot algemeen aktueele waarden, geldt.

b. De »traditio humana” raakt, omdat zij meer op uiterlijke vormen afgaat, ons
gebied onmiddellijk. De kerk is wel geen inrichting voor bescherming van kunst, zij
waardeert echter de ouderdomswaarde en erkent haar recht- en plichtverhouding ten opzichte
van het bezit aan monumenten:

1°. doordat zij kunstschatten onder hare eigendommen opneemt;

2°. dat zij met uitdrukkelijk kerkelijke goedkeuring dit bezit beschermt en het
waardig en doeltreffend onderhoudt;

5°. dat zij, wanneer de behoefte voor de geestelijke zorgen (Seelsorgen) veranderingen
aan kerkelijke kunstvoorwerpen noodig maakt, deze wijzigingen eischt.

278
 
Annotationen