DOI Heft:
Register
DOI Seite / Zitierlink: https://doi.org/10.11588/diglit.19800#0344
Hardenstein (Dirk van), Schoorsteenstuk.' Scipio
en de bruid van Numantia, 128.
Harderwijk, Afbreken van den vestingmuur, 108;
Restauratie van de R.-K. kerk, 268.
Harington (James), Gedenkteeken voor — en
zijne vrouw, 58.
Iiarnsmaker (Jan) [= Jan van Calis], 223.
Hasselt (P. van), klokkengieter, 200.
Haver (Jan), 160.
Heemschut, 29-30, 175, 180-181.
Heemskerk (Jacob van), Zijn gedenkteeken, door
Hendrik de Keyser, 57, 63.
Heeringa (K.), Beschrijving van Schiedam, bespr.
door S. v. B., 205.
Heerman van Oestgeest (Jacob), Zijn portret en
dat zijner vrouw, met afb., 303—311.
Hemony (Frans en P.), klokkengieters, 142—144.
Hendricksz. (Aaron), 239.
Hendricks (Beltien), 154.
Hendricks (Jan), stadsmetselaar te Amsterdam, 56.
Hermsen (Roelof), 159.
’s-Hertogenbosch, Restauratie van het goudleer
in het raadhuis, 108; Restauratie der St.-Jans-
kerk, 220-221.
Hessen (Otto van), 80.
Heukelom (Bertha van), Tombe van Gijsbrecht
van (Amstel) IJselstein en zijne vrouw—, enz.
met afb., 197—198.
IToecke (Adrianus van), goudsmid te ’s-Graven-
hage, 80.
Hoefer (F. A.), Mededeelingen over de monu-
menten van Deventer, de N.-H. kerk te Voorst
en het slot Nijenbeek, met afb., 111—172;
Verslag van de handelingen van de samen-
komst van de vereenigingen voor »DenkmaI-
pflege« en »Heimatschutz« in Salzburg op
13-16 Sept. 1911, 271-281; Mededeelingen
omtrent de zorg voor de monumenten in
Oostenrijk, 281—285.
Hofkamp (W. C. A), De toren »De Oldehove®
te Leeuwarden en zijn geschiedenis, bespr.
door H. E. van Gelder, met afb., 298—300.
Holland (Samuel), 154.
Holles (Francis en George), Hun grafmonu-
menten, door Nicholas Stone, 61, 62.
Holtgreve (J. H.), orgelbouwer, 139.
Hoogers (H.), Teekening van het Koningshuis
te Rhenen, met afb., 70.
Hoorn, Restauratie van het waaggebouw, 264—
265; Idem van het Proostenhuis, 325—326.
Hoppestein (Rochus Jacobus), pottenbakker, 23,
24, 209.
Horsius (H. J), 124.
Houten Joost van), klokkenmaker, 128.
Howard (Henry), graaf van Northampton, Zijn
grafteeken, door Nicholas Stone, 55.
Huibers (J. D.), Geschilderde banier, 131.
Ivoor, 153.
Jaarverslag van den Nederl. Oudheidk. Bond,
178-183.
Jackopsen (Gerrit en Jan), 131.
Jansz. (Dirick), kapelaan te Rotterdam, Zijn graf-
zerk, 108, 290.
Jansen (Hendrik) [Bernard ?], beeldhouwer, 56, 60.
Jones (Inigo), bouwmeester, 52, 56, 62, 65.
Jonker, Aquarellen, 317.
Jordens (Gerhardt), Zijn wapenbord, 159.
Jordens (Hendrik), 160.
Jordens (Johan), 158, 161.
Jordens (Peter), 161.
Kampen, Restauratie van het Gothische huis,
266-267, 301.
Karei de Groote, Zijn zegels, 212.
Karei de Stoute, Zijn devies, 15.
Karei van Egmond, Zijn graf, zijn graftombe en
het beeld onder den baldakijn in de St.-Eusebius-
kerk te Arnhem, met afb., 223—234.
Karei I, Zijn borstbeeld, door Bernini, naar
teekeningen van Ant. van Dijck, 54.
Keizer (Ewold), 160.
Kelderman (Jan), 124.
Kerkmeubelen, 139, 150, 151, 153, 172, 197, 222,
252, 290, 327.
Ketelaer (N.), drukker te Utrecht, 130.
Keyser (Hendrik de), 119, 138, 265; Zijne Engel-
sche bloedverwanten, met afb., 49—66.
Keyser (Hendrik de) II, 53, 65.
Keyser (Thomas de), 53.
Keyser (Willem de), 52, 55, 65.
Klasen (Jan), 125.
Klokken, 47, 48, 142-144, 150, 171, 200,221,222.
Koperwerk, 46, 73—78, 131, 132, 151, 154, 197,
222, 251, 290, 327.
Koster (Gerrit), geelgieter, 202.
Kramer (Albert), 170.
Kremer (Jan), 131.
Kronig (J. O.), tijdelijk directeur van het Stedelijk
Museum te Haarlem, stelt zich niet beschikbaar
voor eene definitieve benoeming, 327.
Kuile (G. J. ter), Geschiedkundige aanteekeningen
op de havezathen van Twenthe, bespr. door
H. E. van Gelder, met afb., 292—297.
333
en de bruid van Numantia, 128.
Harderwijk, Afbreken van den vestingmuur, 108;
Restauratie van de R.-K. kerk, 268.
Harington (James), Gedenkteeken voor — en
zijne vrouw, 58.
Iiarnsmaker (Jan) [= Jan van Calis], 223.
Hasselt (P. van), klokkengieter, 200.
Haver (Jan), 160.
Heemschut, 29-30, 175, 180-181.
Heemskerk (Jacob van), Zijn gedenkteeken, door
Hendrik de Keyser, 57, 63.
Heeringa (K.), Beschrijving van Schiedam, bespr.
door S. v. B., 205.
Heerman van Oestgeest (Jacob), Zijn portret en
dat zijner vrouw, met afb., 303—311.
Hemony (Frans en P.), klokkengieters, 142—144.
Hendricksz. (Aaron), 239.
Hendricks (Beltien), 154.
Hendricks (Jan), stadsmetselaar te Amsterdam, 56.
Hermsen (Roelof), 159.
’s-Hertogenbosch, Restauratie van het goudleer
in het raadhuis, 108; Restauratie der St.-Jans-
kerk, 220-221.
Hessen (Otto van), 80.
Heukelom (Bertha van), Tombe van Gijsbrecht
van (Amstel) IJselstein en zijne vrouw—, enz.
met afb., 197—198.
IToecke (Adrianus van), goudsmid te ’s-Graven-
hage, 80.
Hoefer (F. A.), Mededeelingen over de monu-
menten van Deventer, de N.-H. kerk te Voorst
en het slot Nijenbeek, met afb., 111—172;
Verslag van de handelingen van de samen-
komst van de vereenigingen voor »DenkmaI-
pflege« en »Heimatschutz« in Salzburg op
13-16 Sept. 1911, 271-281; Mededeelingen
omtrent de zorg voor de monumenten in
Oostenrijk, 281—285.
Hofkamp (W. C. A), De toren »De Oldehove®
te Leeuwarden en zijn geschiedenis, bespr.
door H. E. van Gelder, met afb., 298—300.
Holland (Samuel), 154.
Holles (Francis en George), Hun grafmonu-
menten, door Nicholas Stone, 61, 62.
Holtgreve (J. H.), orgelbouwer, 139.
Hoogers (H.), Teekening van het Koningshuis
te Rhenen, met afb., 70.
Hoorn, Restauratie van het waaggebouw, 264—
265; Idem van het Proostenhuis, 325—326.
Hoppestein (Rochus Jacobus), pottenbakker, 23,
24, 209.
Horsius (H. J), 124.
Houten Joost van), klokkenmaker, 128.
Howard (Henry), graaf van Northampton, Zijn
grafteeken, door Nicholas Stone, 55.
Huibers (J. D.), Geschilderde banier, 131.
Ivoor, 153.
Jaarverslag van den Nederl. Oudheidk. Bond,
178-183.
Jackopsen (Gerrit en Jan), 131.
Jansz. (Dirick), kapelaan te Rotterdam, Zijn graf-
zerk, 108, 290.
Jansen (Hendrik) [Bernard ?], beeldhouwer, 56, 60.
Jones (Inigo), bouwmeester, 52, 56, 62, 65.
Jonker, Aquarellen, 317.
Jordens (Gerhardt), Zijn wapenbord, 159.
Jordens (Hendrik), 160.
Jordens (Johan), 158, 161.
Jordens (Peter), 161.
Kampen, Restauratie van het Gothische huis,
266-267, 301.
Karei de Groote, Zijn zegels, 212.
Karei de Stoute, Zijn devies, 15.
Karei van Egmond, Zijn graf, zijn graftombe en
het beeld onder den baldakijn in de St.-Eusebius-
kerk te Arnhem, met afb., 223—234.
Karei I, Zijn borstbeeld, door Bernini, naar
teekeningen van Ant. van Dijck, 54.
Keizer (Ewold), 160.
Kelderman (Jan), 124.
Kerkmeubelen, 139, 150, 151, 153, 172, 197, 222,
252, 290, 327.
Ketelaer (N.), drukker te Utrecht, 130.
Keyser (Hendrik de), 119, 138, 265; Zijne Engel-
sche bloedverwanten, met afb., 49—66.
Keyser (Hendrik de) II, 53, 65.
Keyser (Thomas de), 53.
Keyser (Willem de), 52, 55, 65.
Klasen (Jan), 125.
Klokken, 47, 48, 142-144, 150, 171, 200,221,222.
Koperwerk, 46, 73—78, 131, 132, 151, 154, 197,
222, 251, 290, 327.
Koster (Gerrit), geelgieter, 202.
Kramer (Albert), 170.
Kremer (Jan), 131.
Kronig (J. O.), tijdelijk directeur van het Stedelijk
Museum te Haarlem, stelt zich niet beschikbaar
voor eene definitieve benoeming, 327.
Kuile (G. J. ter), Geschiedkundige aanteekeningen
op de havezathen van Twenthe, bespr. door
H. E. van Gelder, met afb., 292—297.
333