Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 9.1916

DOI Heft:
[Nr.1]
DOI Artikel:
Kalf, Jan: Opgravingen in de St. Servaaskerk te Maastricht
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19805#0032

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
waarom heeft men, voor dit doel, den ouden sluitwand, den oorspronkelijken oostwand
van de crypta, niet voldoende geacht, desnoods na daarin aanwezige openingen (vensters b.v.)
te hebben gedicht? En zoo komt men tot verdere vragen. Heeft de vroegere oostwand
van de crypta wel op deze zelfde plaats gestaan: was de crypt misschien aanvankelijk
niet rechthoekig gesloten, of was zij wellicht grooter? Wil men deze en nog andere

mogelijkheden afdoende onder-
zoeken, dan is er maar één weg :
door den muur heenbreken,
zien, hoe hij aan den achterkant
er uit ziet, en nagaan wat er
achter dien muur misschien nog
in den grond zit.

Ik liet dus een gat breken
door den muur — die 1.39 M.
dik bleek te zijn —, en ver-
volgens een gang graven langs
zijn achterzijde (zie den platte-
grond, afb. 3, bij A. De ge-
graven gangen zijn hierop door
enkele lijnen aangegeven). Eerst
werd, naar het noorden, de hoek
opgezocht, gevormd door de
aansluiting van den wand der
halfronde concha aan den dwars-
muur. Deze hoek bleek te zijn
gemetseld in verband — met de
ook elders in dit gebouw op-
gemerkte eigenaardigheid, dat
enkele blokken zöö in beide
muren zijn geplaatst, dat zij
gedeeltelijk binnen den hoek
uitsteken. Vervolgens werd de,
tot onder het peil van den vloer
der crypta uitgegraven, gang in
zuidelijke richting voortgezet,
waarbij men op 1.90 M. uit den hoek een muurtje ontmoette in de richting west-oost,
0.45 M. dik. Daar een opmeting leerde, dat dit muurtje juist op de as stond van de
noordelijke pijlers der crypta, lag de veronderstelling voor de hand, dat het een voort-
zetting was van den grondmuur, die de pijlers verbindt (waarover later), een aanwijzing
dus, dat de crypta zich vroeger verder dan thans naar het oosten had uitgestrekt. Was

Afb. 2. Noordoostelijke hoek in de oostelijke crypt der
St. Servaaskerk. Links: eind van het gepleisterde oude werk,
rechts de latere muur. De hoekpilaster en het gewelf zijn modern.

20
 
Annotationen