Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 9.1916

DOI Heft:
[Nr. 2-3]
DOI Artikel:
Martin, Wilhelm: Het etiketteeren van schilderijen in musea
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19805#0087

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
herkomst; (bij 2°.j de handteekening; (bij 3°.) de analoge werken of (bij 4°.) de namen
der al of niet met de determinatie accoord gaande vaklieden.

Men zal mij tegenwerpen, dat in gevallen, waarin de catalogus reeds dergelijke
zaken vermeldt, volkomen aan den eisch is voldaan. Hierop antwoord ik: 1°. dat voor
den vakman in dit opzicht wel reeds veel is gedaan, maar dat dit voor den leek-bezoeker
niet duidelijk genoeg is; 2D. dat zelfs voor den vakman de catalogus-toelichtingen lang
niet altijd duidelijk zijn. Vooral met het »toegeschreven aan” en dergelijke epitheta wordt
vaak eigenaardig omgesprongen. Ook het simpele vraagteeken achter den naam leidt in
de practijk tot moeilijkheden :).

Kortom, ik ben van meening, dat er, indien men uitgaat van het beginsel om den
aard zoowel als den graad van juistheid der determinatie te doen blijken uit de wijze van
etiketteeren, geen ander middel is dan dat van bijzondere teekens op het etiket en in den
catalogus 2). Menige leek vraagt zich af en vraagt ons, waarom wij dit niet doen. Waren
wij minder dooplustig geweest in vroeger tijd, dan zouden wij niet zooveel hebben
behoeven te »verdoopen” 8). De eenige weg is: waar geen zekere naam is, benadere men.
Komt er dan later zekerheid, dan behoeft men geen naam te verwerpen, doch komt men
alleen van het benaderde tot het zekere.

Het bovenstaande is, het behoeft nauwelijks gezegd, slechts een poging, gewaagd
in de verwachting, dat door gedachtenwisseling met vakgenooten in dit »Bulletin” een
systeem kan worden gevonden, dat altans in de Nederlandsche Musea kan worden toegepast.

W. MARTIN.

1) Het euphemistische -^gemerkt P. Wouwerman" en dergelijke, dat men in veilingscatalogi vindt
in gevallen, waarin de veiler de echtheid niet aandurft en toch het merk, al is het valsch, gebruikt
om den naam te behouden, komt in serieuse museumcatalogi, zoover ik weet, niet voor.

2) De teekens zelve geef ik natuurlijk gaarne voor betere.

3) Het hieronder gedrukte stuk van een tabel der naamsveranderingen uit den catalogus van
het Museum te Dresden (1899) moge aantoonen, hoe sterk dit doopen vroeger is geweest. Thans
trachten wij juist andersom te doen.

Früher:

Aelst (?), E. v.
Aelst, W. v.
Amberger, C.
Backer, J.

J etzt:

M. d’Hondecoeter.

Art des J. D. de Heem.
Unbest. Holl. Meister.
H. Bloemaert.

□ □ □

DnD

75
 
Annotationen