Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 9.1916

DOI Heft:
[Nr. 2-3]
DOI Artikel:
Overvoorde, J. C.: De kerkbrand te Alphen
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19805#0091

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
gieterswerk te beperken. Deze voorschriften mochten aan het kerkbestuur niet onbekend
zijn en kunnen dit ook niet zijn geweest, daar dit bestuur in zijn midden zelf een
architect telt. De kerkvoogden hebben door het nalaten van de eenvoudigste voorzorgs-
maatregelen blijk gegeven van een laakbaar gebrek aan ernst bij de behartiging van de
hun toevertrouwde belangen. Zij zijn te kort geschoten in plichtsbetrachting en hebben
bewezen ongeschikt te zijn voor de vrijwillig door hen aanvaarde taak. Het is te betreuren,
dat er geene wetsbepaling bestaat, die de schuldigen aan dergelijk misdadig verzuim kan
dwingen, om uit eigen zak de geleden geldelijke schade te vergoeden. Zal nu de kerkelijke
gemeente haar te laksche lasthebbers ter verantwoording roepen en hen, als gewogen en
te licht bevonden, naar huis zenden om hunne schuld te overpeinzen? Wij twijfelen er
aan, als wij zien met hoe weinig ernst ook in andere kringen in Alphen dergelijke zaken
behandeld worden. In 1914 zond de vereeniging van Amsterdamsche assuradeurs eene
uitvoerige circulaire aan de gemeentebesturen, om maatregelen te nemen tegen het lood-
gietersgevaar en gaf daarbij eenige practische wenken. De vereeniging verzocht daarbij
bericht over de reeds bestaande of nader te maken verordeningen en hieraan werd door
de meeste gemeente-besturen voldaan, terwijl vele besturen de gegeven wenken met
waardeering ter harte namen. Gelijk de heer F. C. J. Scheurleer mij bericht, heeft het
gemeentebestuur van Alphen hierop echter niet gereageerd.

Er schijnt aldaar geene bepaling bestaan te hebben voor loodgieterswerk, doch wel
was hierin voorzien bij de ontwerp-verordening, die na de vereeniging van Alphen met
Oudshoorn en Aarlanderveen zoude gelden. Na den brand heeft de gemeenteraad in de
vergadering van 27 April thans dergelijke bepalingen vastgesteld. Voor de monumenten
zal dit helaas niet meer helpen, daar met de kerk het laatste oude monument uit Alphen
verdwenen is. Klagen helpt hier echter niet, doch wel moeten er ook voor andere ge-
meenten maatregelen getroffen worden, om dergelijke zaken zooveel mogelijk voor de
toekomst te voorkomen.

Bij particuliere huizen kunnen geen te bezwarende voorschriften tegen brandgevaar
gemaakt worden, zonder te groote beletselen voor de bewoners, die toch in de eerste
plaats zijn aangewezen om dit gevaar te beperken en daarvan ook zelf den meesten
hinder ondervinden. Alleen het belang der omwonenden komt hierbij verder op den
voorgrond. Geheel anders staat het echter bij die gebouwen, die öf zelf als monument
aanspraak kunnen maken op eene bijzondere bescherming, óf, gelijk musea, archieven en
raadhuizen, wegens het belang der daarin bewaarde voorwerpen en bescheiden.

Daarbij mag het niet aan de meer of mindere nauwgezetheid van de beheerders
worden overgelaten, dat de strikt noodige middelen tot voorkoming en beperking van
brandgevaar worden getroffen. Van overheidswege dienen er voorschriften gegeven te
worden en op de naleving te worden gelet dier voorschriften, die hier verder kunnen
gaan, dan bij particuliere gebouwen behoeft gevorderd te worden.

Dit is reeds geschied door de Utrechtsche verordening van 29 Januari 1914, N°. 3,
waarbij bepaalde werkzaamheden aan de in de verordening genoemde gebouwen worden

6

79
 
Annotationen