een levendig verkeer in de stad teweeg van buitenlieden, die met hun vee en hunne zuivel-
produkten de straten en pleinen in beslag namen.
De burgerlijke bedrijven werden, evenals op andere plaatsen, door de stedelijke
keuren op de Gilden geregeld.
Ondanks de vele verwikkelingen, waarin de stad betrokken was en waarvan zij
in de 15de eeuw veel te lijden had gehad, nam zij toch gestadig in bloei toe. In den
loop van deze eeuw was men begonnen met den bouw van de Oosterkerk, het St. Clara-
klooster, het Maria Magdalena-klooster, enz.
De ruimte binnen de wallen van 1426 bleek weldra te klein, zoodat in 1508 de
stad vergroot moest worden (afb. 1). De nieuwe aarden wal liep langs de «Modder-
Afb. 1. Plattegrond van Hoorn door Velius, 1615.
bakken” en »de Koepoort” achter het St. Pietershof om (dat toen nog klooster was), in
de richting van de »Baanstraat” recht naar de Noorderkerk. Hierdoor werd de stad met
een vierde vergroot; het Kruisebroedersklooster (thans St. Pietershof) kwam binnen den
wal, evenals de zoogenaamde «uithoven” der andere kloosters. Tusschen Koepoort en
Noorderpoort was in het beloop van dezen aarden wal een soort van inham ontstaan;
deze werd in 1510 weggenomen, zoodat toen de vesting een beteren vorm kreeg.
Tusschen de Oude Oosterpoort en de Koepoort waren 5 steenen verdedigingstorens
gebouwd; deze heetten: de Bisschops-, de St. Agnieten-, de St. Geerten-, de St. Catharina-
en de St. Maria-toren. De 4 laatsten waren genoemd naar de kloosters, waarachter zij
lagen. In 1513 werden tusschen Koepoort en Noorderpoort nog twee torens gebouwd
die in 1528 voltooid waren.
134
produkten de straten en pleinen in beslag namen.
De burgerlijke bedrijven werden, evenals op andere plaatsen, door de stedelijke
keuren op de Gilden geregeld.
Ondanks de vele verwikkelingen, waarin de stad betrokken was en waarvan zij
in de 15de eeuw veel te lijden had gehad, nam zij toch gestadig in bloei toe. In den
loop van deze eeuw was men begonnen met den bouw van de Oosterkerk, het St. Clara-
klooster, het Maria Magdalena-klooster, enz.
De ruimte binnen de wallen van 1426 bleek weldra te klein, zoodat in 1508 de
stad vergroot moest worden (afb. 1). De nieuwe aarden wal liep langs de «Modder-
Afb. 1. Plattegrond van Hoorn door Velius, 1615.
bakken” en »de Koepoort” achter het St. Pietershof om (dat toen nog klooster was), in
de richting van de »Baanstraat” recht naar de Noorderkerk. Hierdoor werd de stad met
een vierde vergroot; het Kruisebroedersklooster (thans St. Pietershof) kwam binnen den
wal, evenals de zoogenaamde «uithoven” der andere kloosters. Tusschen Koepoort en
Noorderpoort was in het beloop van dezen aarden wal een soort van inham ontstaan;
deze werd in 1510 weggenomen, zoodat toen de vesting een beteren vorm kreeg.
Tusschen de Oude Oosterpoort en de Koepoort waren 5 steenen verdedigingstorens
gebouwd; deze heetten: de Bisschops-, de St. Agnieten-, de St. Geerten-, de St. Catharina-
en de St. Maria-toren. De 4 laatsten waren genoemd naar de kloosters, waarachter zij
lagen. In 1513 werden tusschen Koepoort en Noorderpoort nog twee torens gebouwd
die in 1528 voltooid waren.
134