DOI issue:
[Nr. 4]
DOI article:Kerkmeijer, J. C.: Beschrijving van Hoorn
DOI Page / Citation link:https://doi.org/10.11588/diglit.19805#0152
eeredienst, heeft men de kerk weêr in orde gebracht, »op ’t nieuws opgeschikt om daer
»voort Sondags in te Prediken”. Dit was in 1585, volgens Velius. Het schijnt, dat er
toen Prinsenwapens in de ramen aangebracht zijn; maar deze werden beschadigd en
vernield, doordat er tijdens den dienst een sperwer doorheen vloog.
Er volgt nu een tijd van
rust. Alleen worden er kleine
reparaties vermeld. Ook is er
in 1760 nog een verschil met
het Gemeentebestuur ge-
weest, over het herstellen
van den toren.
In 1772 is er echter iets
geschied, dat ik niet onver-
meld kan laten. De Noorder-
kerk werd toen »veel ge-
»repareerd en vertimmerd
»met nieuwe knies en stijlen,
»en was te vooren nooyt
»geverft geweest, maer wierd
»doen aenbesteedt om het
»verwulft en balken driemaal
»te worden ge verft”. Dit
moest zijn »zooals in de
Groote Kerk is geschied”,
d. w. z. met Berlijnsch blauw!
Het prachtige eikenhout werd
dus toen blauw geschilderd,
zooals dit in sommige kerken
nóg wel te vinden is. Zóó
werd het sobere, eerwaardige
gebouw toen »opgecierd en
vermooid”. De witkwast zal
ook wel flink gehanteerd zijn,
Afb. 3. Trap en portaal in de Noorderkerk. om kolommen, ornamenten
en profileeringen met een
»heldere” laag witkalk te bedekken, zoodat er na verloop van tijd niets meer te onderscheiden is.
In 1867 lees ik over den verkoop van een muur en een hek, aan de Noord-Oostzijde
van de kerk gelegen. Dit is zeker »het fraai ijzeren hek” dat er in 1733 geplaatst was.
Overigens is het gebouw gelukkig in hoofdzaak gebleven zooals het even na de Hervorming
geworden was.
140
»voort Sondags in te Prediken”. Dit was in 1585, volgens Velius. Het schijnt, dat er
toen Prinsenwapens in de ramen aangebracht zijn; maar deze werden beschadigd en
vernield, doordat er tijdens den dienst een sperwer doorheen vloog.
Er volgt nu een tijd van
rust. Alleen worden er kleine
reparaties vermeld. Ook is er
in 1760 nog een verschil met
het Gemeentebestuur ge-
weest, over het herstellen
van den toren.
In 1772 is er echter iets
geschied, dat ik niet onver-
meld kan laten. De Noorder-
kerk werd toen »veel ge-
»repareerd en vertimmerd
»met nieuwe knies en stijlen,
»en was te vooren nooyt
»geverft geweest, maer wierd
»doen aenbesteedt om het
»verwulft en balken driemaal
»te worden ge verft”. Dit
moest zijn »zooals in de
Groote Kerk is geschied”,
d. w. z. met Berlijnsch blauw!
Het prachtige eikenhout werd
dus toen blauw geschilderd,
zooals dit in sommige kerken
nóg wel te vinden is. Zóó
werd het sobere, eerwaardige
gebouw toen »opgecierd en
vermooid”. De witkwast zal
ook wel flink gehanteerd zijn,
Afb. 3. Trap en portaal in de Noorderkerk. om kolommen, ornamenten
en profileeringen met een
»heldere” laag witkalk te bedekken, zoodat er na verloop van tijd niets meer te onderscheiden is.
In 1867 lees ik over den verkoop van een muur en een hek, aan de Noord-Oostzijde
van de kerk gelegen. Dit is zeker »het fraai ijzeren hek” dat er in 1733 geplaatst was.
Overigens is het gebouw gelukkig in hoofdzaak gebleven zooals het even na de Hervorming
geworden was.
140