(hierop slaat het jaartal op het torentje), en ook is de halfuur-klok, die gebarsten was,
toen hergoten. In 1776 is de sluis bij den toren gemaakt; de haveningang lag voordien
vlak naast den toren. Tusschen den toren en de haven was alleen een poortje, dat
toegang gaf tot het hoofd. Op oude teekeningen is dit nog duidelijk te zien.
»De gevel aan de landzijde draagt (volgens N. Holl. Oudh.) het jaartal 1532 en
»is met boogfriezen versierd. In het midden
«bevindt zich een spitsboognis, waarin voorheen
«wellicht een heiligenbeeld stond.” Daarboven is
een eigenaardige lantaarn-uitbouw bekroond met
het wapen van Hoorn. «Aan de noordzijde van
het gebouw bevindt zich «een achtkant trap-
torentje in laat-Gothischen stijl. Op een fries
van bergsteen aan den voet van dit torentje leest
men : »gaet . in . doer . die . enghe . poert. mathe .
y>VII vs XIII, gheeft . de . keyser . dat . he . toe-
»behoert . en . gheeft . god . dat . god . toebehoert.
»Lucas XX . anno . di. XVcXXXIIIL"
«Daarboven ziet men de zeer eigenaardig
«gestyliseerde 16de eeuwsche wapens van Holland
«en West-Friesland en een 17de eeuwsch wapen van
«West-Friesland, door twee leeuwen gehouden.”
Van de 17de eeuwsche eikenhouten schouw
met gesneden fries en de beide muurkastjes, die
vroeger aanwezig waren in het ruime vertrek op
de eerste verdieping van den toren, is er nog maar
één muurkastje, het kleinste, aldaar te vinden.
De schouw (afb. 10) en het andere muur-
kastje berusten sedert 1899 in het Museum; ze
waren geverfd en zeer verwaarloosd. De verf is er
thans af; en hoewel zeer beschadigd, vertoonen zij
prachtig snijwerk. Zeer gevoelig zijn ook de kopjes
en het fries van de schouw. Op het laatste zijn
tafereelen van de walvischvangst uitgebeeld. Deze
Afb. 9. Hoofdtoren van de stadzijde. houden verband met de in 1614 te Hoorn op-
gerichte «Compagnie van Spitsbergen”, welker
Bewindhebberen in den Hoofdtoren vergaderden. In 1625 verzoeken dan ook de
Bewindh.n van «de Noordsche Tol restitutie van het maaken van de Toorn van het hoofd”.
In 1641 schijnt deze Maatschappij reeds te niet te zijn gegaan. De Hoofdtoren is bovendien
nog gebruikt als Gildekamer voor de Lakenbereiders, en later nog voor vele andere
doeleinden. De kamer is nu geheel ingetimmerd en in verschillende appartementen verdeeld.
Eenige jaren geleden (1905—1907) is de toren gerestaureerd.
150
toen hergoten. In 1776 is de sluis bij den toren gemaakt; de haveningang lag voordien
vlak naast den toren. Tusschen den toren en de haven was alleen een poortje, dat
toegang gaf tot het hoofd. Op oude teekeningen is dit nog duidelijk te zien.
»De gevel aan de landzijde draagt (volgens N. Holl. Oudh.) het jaartal 1532 en
»is met boogfriezen versierd. In het midden
«bevindt zich een spitsboognis, waarin voorheen
«wellicht een heiligenbeeld stond.” Daarboven is
een eigenaardige lantaarn-uitbouw bekroond met
het wapen van Hoorn. «Aan de noordzijde van
het gebouw bevindt zich «een achtkant trap-
torentje in laat-Gothischen stijl. Op een fries
van bergsteen aan den voet van dit torentje leest
men : »gaet . in . doer . die . enghe . poert. mathe .
y>VII vs XIII, gheeft . de . keyser . dat . he . toe-
»behoert . en . gheeft . god . dat . god . toebehoert.
»Lucas XX . anno . di. XVcXXXIIIL"
«Daarboven ziet men de zeer eigenaardig
«gestyliseerde 16de eeuwsche wapens van Holland
«en West-Friesland en een 17de eeuwsch wapen van
«West-Friesland, door twee leeuwen gehouden.”
Van de 17de eeuwsche eikenhouten schouw
met gesneden fries en de beide muurkastjes, die
vroeger aanwezig waren in het ruime vertrek op
de eerste verdieping van den toren, is er nog maar
één muurkastje, het kleinste, aldaar te vinden.
De schouw (afb. 10) en het andere muur-
kastje berusten sedert 1899 in het Museum; ze
waren geverfd en zeer verwaarloosd. De verf is er
thans af; en hoewel zeer beschadigd, vertoonen zij
prachtig snijwerk. Zeer gevoelig zijn ook de kopjes
en het fries van de schouw. Op het laatste zijn
tafereelen van de walvischvangst uitgebeeld. Deze
Afb. 9. Hoofdtoren van de stadzijde. houden verband met de in 1614 te Hoorn op-
gerichte «Compagnie van Spitsbergen”, welker
Bewindhebberen in den Hoofdtoren vergaderden. In 1625 verzoeken dan ook de
Bewindh.n van «de Noordsche Tol restitutie van het maaken van de Toorn van het hoofd”.
In 1641 schijnt deze Maatschappij reeds te niet te zijn gegaan. De Hoofdtoren is bovendien
nog gebruikt als Gildekamer voor de Lakenbereiders, en later nog voor vele andere
doeleinden. De kamer is nu geheel ingetimmerd en in verschillende appartementen verdeeld.
Eenige jaren geleden (1905—1907) is de toren gerestaureerd.
150