In den gemeenteraad van 20 Januari 1874 wordt eene missive van den Minister
van Binnenl. Z. behandeld, houdende een verzoek, om slooping der oude Oosterpoort
nog eenigen tijd uit te stellen. Hiertegen was geen bezwaar. Na veel geschrijf en gewrijf,
en na het verschijnen van een rapport van de Rijks-Adviseurs, na eene missive van den
Min. v. Binnenl. Z. (Gemeenteraad van 17 Sept. 1874), na een eindeloos gedoe over
onderhoud, kosten enz., alles veel te uit-
gebreid om hier te vermelden, heeft men
ertoe besloten, de poort te behouden en
de restauratie op te dragen aan den toen
te Hoorn wonenden architect A. C. Bleys
(1876). Door Rijkssubsidie en door eene
gift van den Heer van Akerlaken werd de
bovenbouw in orde gebracht.
Bij deze restauratie is het houten
traptorentje verdwenen, zoodat het niet
meer mogelijk was, in de bovenwoning te
komen dan langs eene ladder.
»Het gebouw bestaat”, volgens de
»N. Holl. Oudh.”, »uit gebakken en ge-
»houwen steen en heeft eene gebogen lijn
»als as. Het benedendeel, dat veel breeder
»is dan het bovendeel, heeft aan de stads-
»zijde Dorische pilasters met rustieke
«banden. In de fries daarboven staat:
«Anno 1578. Dit komt echter niet overeen
«met de wapenschilden daarnaast. Van
«twee is het blazoen weggehakt; aan het
«middelste is echter duidelijk te zien, dat
«het eenmaal met het wapen van Keizer
«Karei V prijkte. De twee kolommen, het
«symbool van dien vorst, zijn nog aan-
«wezig. De doorgang is door stergewelven
«van gebakken steen overdekt. Aan de
«buitenzijde van het poortgebouw ziet
Atb. 11. Oosterpoort van de stadzijde gezien. .
«men Dorische pilasters met rijk versierde
«piëdestallen en rustieke banden. In de boogvullingen zijn schilden aangebracht. Vier
«wapenschilden zijn aanwezig; van twee daarvan zijn de blazoenen weggehakt; de beide
«anderen geven de wapens van Hoorn en West-Friesland te zien. Tusschen de pilasters
«zijn vier kleine nissen aanwezig, uit twee waarvan steenen kanonnen steken. In de fries
«wordt gelezen : »Nil. prosunt. vigilum . excubiae . nihil, arma . miniaeque . «murorum . ingentes .
152
van Binnenl. Z. behandeld, houdende een verzoek, om slooping der oude Oosterpoort
nog eenigen tijd uit te stellen. Hiertegen was geen bezwaar. Na veel geschrijf en gewrijf,
en na het verschijnen van een rapport van de Rijks-Adviseurs, na eene missive van den
Min. v. Binnenl. Z. (Gemeenteraad van 17 Sept. 1874), na een eindeloos gedoe over
onderhoud, kosten enz., alles veel te uit-
gebreid om hier te vermelden, heeft men
ertoe besloten, de poort te behouden en
de restauratie op te dragen aan den toen
te Hoorn wonenden architect A. C. Bleys
(1876). Door Rijkssubsidie en door eene
gift van den Heer van Akerlaken werd de
bovenbouw in orde gebracht.
Bij deze restauratie is het houten
traptorentje verdwenen, zoodat het niet
meer mogelijk was, in de bovenwoning te
komen dan langs eene ladder.
»Het gebouw bestaat”, volgens de
»N. Holl. Oudh.”, »uit gebakken en ge-
»houwen steen en heeft eene gebogen lijn
»als as. Het benedendeel, dat veel breeder
»is dan het bovendeel, heeft aan de stads-
»zijde Dorische pilasters met rustieke
«banden. In de fries daarboven staat:
«Anno 1578. Dit komt echter niet overeen
«met de wapenschilden daarnaast. Van
«twee is het blazoen weggehakt; aan het
«middelste is echter duidelijk te zien, dat
«het eenmaal met het wapen van Keizer
«Karei V prijkte. De twee kolommen, het
«symbool van dien vorst, zijn nog aan-
«wezig. De doorgang is door stergewelven
«van gebakken steen overdekt. Aan de
«buitenzijde van het poortgebouw ziet
Atb. 11. Oosterpoort van de stadzijde gezien. .
«men Dorische pilasters met rijk versierde
«piëdestallen en rustieke banden. In de boogvullingen zijn schilden aangebracht. Vier
«wapenschilden zijn aanwezig; van twee daarvan zijn de blazoenen weggehakt; de beide
«anderen geven de wapens van Hoorn en West-Friesland te zien. Tusschen de pilasters
«zijn vier kleine nissen aanwezig, uit twee waarvan steenen kanonnen steken. In de fries
«wordt gelezen : »Nil. prosunt. vigilum . excubiae . nihil, arma . miniaeque . «murorum . ingentes .
152