DOI Heft:
[Nr. 4]
DOI Artikel:Kerkmeijer, J. C.: Beschrijving van Hoorn
DOI Seite / Zitierlink:https://doi.org/10.11588/diglit.19805#0166
»interessanten gevel van gebakken en gehouwen steen. De deur en de vensters gelijk-
»straats, die niet in de as van het gebouw geplaatst zijn, hebben eenvoudige zand-
»steenen omlijstingen. Boven de vensters ziet men ook ontlastingsbogen. De beide
«vensters van de le verdieping zijn door frontons bekroond. Tusschen deze beide
«vensters is eene nis aanwezig, die door Korinthische pilasters geflankeerd wordt en
«welker bekroning uit een fronton bestaat.
«In deze nis staat een beeldje van St. Jan.
«Daaronder leest men: »Dit is St. Jans
»gasthuis”. Nog lager is een fraai gebeeld-
«houwd schild, waarop staat Anno 1563.
«Naast de vensters zijn twee zeer goed
«gehakte koppen aanwezig. De vensters
«van den top staan in de as en worden
«door frontons afgedekt. De trappen van
«den gevel worden gevuld door zes sater-
«figuren, in de manier van Cornelis Floris
«behandeld. Het geheel wordt door een
«fronton bekroond.”
Voordat dit gebouw hier gezet is,
schijnt er reeds een gasthuis geweest te
zijn, dat St. Jans-Gasthuis heette, en dat
zeer oud moet geweest zijn. In 1531 werd
een nieuw gasthuis gemaakt in de Kerk-
steeg; dit kwam van achteren tegen het
oude aan, dat voor vreemde gasten gebruikt
\Verd. In 1563 is op de plaats van het
oude gasthuis het gebouw gezet, dat er
thans nog staat. Van het gasthuis in
de Kerksteeg, dat eene gemeenschappelijke
keuken met het hiergenoemde had, is mij
verder niets bekend.
In 1760 is het sint Jans-Gasthuis
volgens Abbing: «aanmerkelijk vernieuwd”,
en in 1794 is het Gasthuis natuurlijk
«mooi gemaakt”. De voorgevel werd «van
nieuws opgebikt, eenige glasen ramen vernieuwt en voorts opgeverft”.
Het werd in 1841 als gasthuis opgeheven, doch de Regenten van het St. Jans-Gasthuis
bleven van 1841 tot 1854 de gelden van de instelling nog beheeren. In 1857 begint men
erover te denken, om weer een gedeelte van de gebouwen te verkoopen. In den gemeenteraad
van 21 April 1860 wordt onder meer besloten: «de gebouwen bij de militaire bezetting
Afb. 13. Het St. Jansgasthuis.
154
»straats, die niet in de as van het gebouw geplaatst zijn, hebben eenvoudige zand-
»steenen omlijstingen. Boven de vensters ziet men ook ontlastingsbogen. De beide
«vensters van de le verdieping zijn door frontons bekroond. Tusschen deze beide
«vensters is eene nis aanwezig, die door Korinthische pilasters geflankeerd wordt en
«welker bekroning uit een fronton bestaat.
«In deze nis staat een beeldje van St. Jan.
«Daaronder leest men: »Dit is St. Jans
»gasthuis”. Nog lager is een fraai gebeeld-
«houwd schild, waarop staat Anno 1563.
«Naast de vensters zijn twee zeer goed
«gehakte koppen aanwezig. De vensters
«van den top staan in de as en worden
«door frontons afgedekt. De trappen van
«den gevel worden gevuld door zes sater-
«figuren, in de manier van Cornelis Floris
«behandeld. Het geheel wordt door een
«fronton bekroond.”
Voordat dit gebouw hier gezet is,
schijnt er reeds een gasthuis geweest te
zijn, dat St. Jans-Gasthuis heette, en dat
zeer oud moet geweest zijn. In 1531 werd
een nieuw gasthuis gemaakt in de Kerk-
steeg; dit kwam van achteren tegen het
oude aan, dat voor vreemde gasten gebruikt
\Verd. In 1563 is op de plaats van het
oude gasthuis het gebouw gezet, dat er
thans nog staat. Van het gasthuis in
de Kerksteeg, dat eene gemeenschappelijke
keuken met het hiergenoemde had, is mij
verder niets bekend.
In 1760 is het sint Jans-Gasthuis
volgens Abbing: «aanmerkelijk vernieuwd”,
en in 1794 is het Gasthuis natuurlijk
«mooi gemaakt”. De voorgevel werd «van
nieuws opgebikt, eenige glasen ramen vernieuwt en voorts opgeverft”.
Het werd in 1841 als gasthuis opgeheven, doch de Regenten van het St. Jans-Gasthuis
bleven van 1841 tot 1854 de gelden van de instelling nog beheeren. In 1857 begint men
erover te denken, om weer een gedeelte van de gebouwen te verkoopen. In den gemeenteraad
van 21 April 1860 wordt onder meer besloten: «de gebouwen bij de militaire bezetting
Afb. 13. Het St. Jansgasthuis.
154