Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Editor]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 9.1916

DOI issue:
[Nr. 4]
DOI article:
Kerkmeijer, J. C.: Beschrijving van Hoorn
DOI Page / Citation link:
https://doi.org/10.11588/diglit.19805#0180

DWork-Logo
Overview
Facsimile
0.5
1 cm
facsimile
Scroll
OCR fulltext
In 1796 krijgt het eene andere bestemming. De Gecommitt. Raad werd opgeheven.
Daar het oorspronkelijke Stadhuis aan den Rooden Steen zeer vervallen was, en de gemeente
hierdoor spoedig op groote kosten zou komen, heeft het Gemeentebestuur het zóóver
gekregen, dat het Logement bij wijze van koop voor de som van ƒ 4000 (in tien jaar
af te betalen) eigendom van de stad werd

Den 3en October 1796 vergaderden de Schepenen er voor het eerst; de »Politicque
vergadering van Raaden der gemeente” (vroeger vroedschappen genaamd) »en het Comitté

»van Algemeen welsijn bevorens Burgemeesteren genaamd, hadden
»al voor eenige weeken hunne vergaderingen aldaar gehouden”.

Het mooie oude Stadhuis aan den Rooden Steen, waarvan
het Museum nog afbeeldingen bewaart, is toen maar afgebroken.

In 1797 is ook de Burgerwacht in het Nieuwe Stadhuis
gebracht; daarvoor werd een nieuw gebouw op de binnenplaats
gezet. De klapperwacht vond in de Nieuwsteeg, d. i. in het
tegenwoordige Politiebureau, een onderdak. In 1798 wordt voor
het nieuwe stadhuis het eerste vonnis voltrokken.

In 1850 is de voorgevel weer eens onderhanden genomen.
Ik vermoed, dat toen de Engelsche schuiframen vervangen zijn
door de kruiskozijnen, waarin ramen met ijzeren roeden onder
een hoek van 45°, zooals ze eruit zagen vóór de tegenwoordige
in lood gevatte ruitjes erin kwamen.

In 1893 is een gedeelte op de binnenplaats verbouwd
tot meerdere beveiliging tegen brandgevaar. De vroegere ver-
bindingsgang van voor- en achtergebouw is verbreed en ingericht
tot Secretarie.

In de ramen zijn verschillende moderne wapens geplaatst

van gebrand glas. In die van de kamer van den Secretaris:

1°. het wapen van Jan Pietersz. Coen, 2°. van Pieter Florisz,

3°. van Velius, 4°. een wapen van St. Lucas met den naam

„ r, Rotius eronder; deze schilder voerde zeker geen wapen, de

Afb. 24. Bossubeker in ,

het Stadhuis. arme drommel! In de Burgemeesterskamer zien we in de ramen

de wapens van de Burgemeesters sinds Mr. J. C. van de Blocquery
(1797—1844). De gevel werd toen schoongemaakt, en alle zandsteen ontdaan van de verflaag.
De deur, die er thans in staat, is er eenige jaren geleden ingezet.

Dat er mooie meubelen in dit gebouw geweest zijn, bewijzen de kast en de tafel
die in het Museum bewaard worden. (»Het Huis Oud en Nieuw” 1906, 1907).

De merkwaardigheden die er tegenwoordig nog te zien zijn, staan beschreven in

»N.-Holl. Oudh.”

Men vertoont hier ook den zoogenaamden beker van Bossu. (afb. 24). Hij is

van verguld zilver en 0.44 M. hoog. De voet is versierd met acanthus-ornament in den

168
 
Annotationen