Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]: Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond (2.Ser. 9.1916)

met de aardige raampjes
erin. Ze was geplaatst
aan de Oostzijde van de
zaal (aan den Noord-
kant van de binnen-
plaats). De zijde waar
de gesneden consoles enz.
zitten, was gekeerd naar
de groote zaal. Ze was
hooger geplaatst dan
thans. Langs een trapje
kwam men in een hooger
gelegen kamertje, en door
een kelderluik rechts van
dat trapje, vlak naast de
deur onder het venster
kwam men in het kel-
dertje, dat thans nog bestaat naast

Afb. 29. Binnenplaats van het St. Pietershof.

het hek in de Spoorstraat. Bij de verbouwing in
1901 is deze betimmering vandaar verdwenen.
(Zie »Het Huis” 1906, blz. 335).

In het jaar 1814 is weer een gedeelte van
het St. Pietershof afgenomen en het «Vierkant”
daarmede vergroot. Reeds in 1888 bestond
het plan om het lokaal, vroeger dienende tot
stadsvenduhuis, in te richten tot arbeiders-
woningen. Deze verbouwing is echter in de
pen gebleven. In 1897 was de zaal er nog.
Wel zien we hieruit, dat het vendu-huis in
1888 al opgeheven was.

De schrijvers der »N. Holl. Oudh.”, die
in 1891, nog vóór de groote verbouwing het
sint Pietershof gezien hebben, geven eene
beschrijving van den toestand in dien tijd. De
daar genoemde voorwerpen zijn thans nog
aanwezig. De groote Lodewijk XV bestuurs-
tafel wordt hier niet genoemd.

In 1901 heeft eene groote verbouwing
plaats gehad. De oostgevel is toen geworden
zooals hij er thans uitziet. Deze zoogenaamde
Renaissancegevel mist zoowel in het geheel als in de détails het juiste karakter. Het

Afb. 30. Kast in het St. Pietershof
thans in het museum.

181