Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 9.1916

DOI Heft:
[Nr. 5]
DOI Artikel:
Overvoorde, J. C.: Openingsrede
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19805#0216

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
Speciaal wijs ik hierbij op de plannen tot conserveering van de belangrijke 13de-eeuwsche
muurschilderingen te Deventer, waarvoor het vereischte bedrag nog niet bijeen is, en op
den noodkreet van het bestuur van het Schultehuis te Wanneperveen, opgenomen in de
laatste aflevering van het «Bulletin”.

De brand van het kerkgebouw te Alphen toonde weder hoe onvoldoende de
maatregelen zijn tegen het gevaar, dat onze monumenten van de zijde der loodgieters

bedreigt en van hen, die onvoldoende laten toezien op het loodgieterswerk. Naar wij

vernemen is dit vraagstuk thans van bevoegde zijde in studie genomen en mogen wij

verwachten, dat weldra van die zijde bepaalde voorstellen hierover bij de Regeering

zullen worden ingediend.

Het definitieve ontwerp stellingen voor de restauratie van monumenten werd
kort geleden door de Commissie bij het Bestuur ingeleverd en zal in deze vergadering
aan uw oordeel onderworpen worden. Het bestuur had gehoopt dit reeds eerder in eene
wintervergadering in behandeling te kunnen brengen, doch werd hierin verhinderd door
het tijdstip van de indiening van het ontwerp.

Het door de Commissie van advies over het opstellen van grafzerken ingeleverde
deskundig rapport werd in het Bulletin afgedrukt. Het is mij aangenaam van deze plaats
aan de leden dier Commissie de H.H. Jhr. B. W. F. van Riemsdijk, A. Wichmann,
W. M. Retera en P. van Romburgh nogmaals openlijk namens den Bond hiervoor dank
te kunnen betuigen.

Een ernstig gevaar dreigde voor de kunstwerken door het belastingontwerp-Treub.
De hiervan te duchten nadeelige gevolgen werden door Jhr. Teding van Berkhout uit-
voerig in het Bulletin aangewezen en door het Bestuur werd hierop nader de aandacht
van de Regeering gevestigd.

Op het gebied der musea valt in de eerste plaats te wijzen op het belangrijk besluit
van den Gemeenteraad van Utrecht, om ƒ250.000 beschikbaar te stellen voor het bouwen
van een centraal museum. Gaarne wenschen wij ons medelid Mr. Dr. S. Muller F.zn.
geluk met dit succes op zijn onafgebroken streven. Het Openluchtmuseum gaf een
eerste teeken van leven door het aankoopen van de hofstede Het Teusse uit Vaassen en
het Nederlandsch museum verheugde zich in een belangrijk geschenk van de erven van
jonkvrouwe L. M. de Stuers, douairière Jonkheer Mr. J. Loudon, waardoor het Delftsch
aardewerk, die echt vaderlandsche kunstuiting, op schitterende wijze vertegenwoordigd wordt.

Voor de opgravingen was dit jaar zeer gelukkig. In het Esschenbosch bij Maurik,
op den Hunenberg bij Ubbergen en te Valkenburg werden wetenschappelijke opgravingen
gedaan onder leiding van Dr. Holwerda en in het Rijksmuseum te Leiden werd eene
galerij van opgravingen door dezen geleerde ingericht. Te Maastricht werd onder leiding
van Dr. J. Kalf eene ontgraving gedaan in de sint Servaaskerk, waarvan een overzicht
der voor de bouwgeschiedenis van dit monument zoo belangrijke resultaten door hem in
het «Bulletin” werd gegeven. In Friesland eindelijk is het plan gevormd voor eene weten-
schappelijke terp-ontgraving.

204
 
Annotationen