Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 9.1916

DOI Heft:
[Nr. 5]
DOI Artikel:
Pit, Adriaan: Nederlandsch Museum voor geschiedenis en kunst Aanwinsten
DOI Seite / Zitierlink:
https://doi.org/10.11588/diglit.19805#0222

DWork-Logo
Überblick
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
Delftsch genoemd worden, door mannen als Samuel van Eenhoorn, Fictoor en boven allen
de Hoppesteijns. Deze bedoelen over het algemeen nog wel het sobere, het discrete in

de kunst van de 17de-eeuwers,
maar toonen tegelijkertijd zin
voor iets geraffineerds in het
ornament en in de kleuren, ja
streven soms naar eene veredeling
van het fabrikaat dat ook hun
email bij wijlen ten goede komt.

Een groep, bestaande uit de
werken van de fabrieken van
v. Eenhoorn of Fictoor, als het
fraaie geribde stel van vijf, als
een koffiekan en een groote pot
met deksel, laat de stemmige
toonen zien van gedempt blauw,
rood en groen, welke een zoo
gelukkig rustpunt bieden tusschen
het »blauw” en de volgende
groep met de eclatante gelen en
oranjes in al hunne schakeeringen.
Een paar buitengewone stukjes
getuigen daarnaast nog van het
streven naar verfijning waarop
zooeven gedoeld werd, namelijk
het kannetje van Hoppesteijn,
gemerkt met het moriaans hoofd,
en het beroemde landschapje van
G. Verhaest (fig. 3), door Havard
verkeerdelijk in de 18de eeuw
gezet, door de naspeuringen van
Mr. van der Burgh terug gegeven
aan de mooie tusschenperiode van
het einde der 17de eeuw. Wij
weten, dat Verhaest omstreeks
1689 voor de Hoppesteijns en
Figuur 4. ook voor anderen werkte. Ik

geloof, dat wij in hem verweg
den knapste van alle Delftsche plateelschilders moeten zien. Van hem is ook het bordeeltje
in de verzameling Evenepoel, thans het eigendom van het musée du cinquantenaire te

210
 
Annotationen