Zilveren munt.
Vooorzijde: De H. Lebuinus binnen een Gothisch gebouw, in de rechterhand
het kruisvaan houdende, vóór hem de wapenschildjes van Deventer en het Oppersticht.
Omschrift: SC£S' * LiöB - VII? ° ISOO. Tusschen de beide wapenschildjes een sterretje.
Keerzijde: binnen een compartiment het wapenschild van Deventer, met ter weerszijden
twee kleine wapenschildjes van Deventer en het Oppersticht. Onder het groote wapen-
schild van Deventer eene versiering.
Van der Chijs, pl. XII. 25 en pag. 310. Zilver 3 gram.
Deze munt was tot heden slechts bekend in één enkel exemplaar (als piedfort),
wegende 20 gram, welk stuk in het Kon. Penningkabinet berust. Prof. van der Chijs
meende, dat het «misschien heeft moeten dienen als proef voor eenen Deventerschen
Clemmergulden, waarvan de munting echter nimmer tot stand is gekomen”. De heer
J. F. G. Meijer, die in den Algemeenen Konst-en Letterbode van 1855 eene bespreking
gaf van het werk van Prof. van der Chijs »de Munten der voormalige Heeren en steden van
Overijssel", hield het naar den omvang der munt te oordeelen (28 mM.) er voor, dat
men hier niet te doen had met een proef voor een gouden Clemmergulden, waarvan de
doorsnede gemiddeld 24 mM. bedraagt, maar met de proef voor een zilveren munt, en
wel naar het voorbeeld der zoogenaamde Radergroschen, door de vorsten aan den Rijn
geslagen. Door het vinden van een exemplaar in enkele zwaarte is de veronderstelling
van den heer Meijer na ruim 60 jaren bevestigd: het zal een proef voor een zilveren
munt zijn geweest, zooals er b.v. ook door den aartsbisschop van Mainz, Theodoor
Graaf van Erbach, geslagen zijn a).
Het stuk werd door het museum »de Waag” te Deventer aangekocht.
Stuivers met den H. Lebuinus van 1503 en 1509.
Kampen. Dubbele Grooten zonder jaar en van 1511, enkele Grooten van 1511.
Zwolle. Dubbele stuiver met H. Michael 1499.
Groningen. Dubbele Jagers van 1463, 1489 en 1499, enkele Jagers van 1498,
1499, 1507 en 1508, halve Jager van 1507, Dubbele Grooten van 1498, Stuivers van 1499.
Friesland. Dubbele Sassenaer zonder jaar en Grooten van 1500 van Albrecht
van Saksen.
Onder de buitenlandsche munten waren vooral van belang een achttal Groschen
te Werl (in Westfalen) geslagen voor Herman IV van Hessen, aartsbisschop van Keulen, 1
1) Zie: PI. P. Cappe. Die Mainzev Münzen des Mittelalters. Dresden, 1856.
16
247
Vooorzijde: De H. Lebuinus binnen een Gothisch gebouw, in de rechterhand
het kruisvaan houdende, vóór hem de wapenschildjes van Deventer en het Oppersticht.
Omschrift: SC£S' * LiöB - VII? ° ISOO. Tusschen de beide wapenschildjes een sterretje.
Keerzijde: binnen een compartiment het wapenschild van Deventer, met ter weerszijden
twee kleine wapenschildjes van Deventer en het Oppersticht. Onder het groote wapen-
schild van Deventer eene versiering.
Van der Chijs, pl. XII. 25 en pag. 310. Zilver 3 gram.
Deze munt was tot heden slechts bekend in één enkel exemplaar (als piedfort),
wegende 20 gram, welk stuk in het Kon. Penningkabinet berust. Prof. van der Chijs
meende, dat het «misschien heeft moeten dienen als proef voor eenen Deventerschen
Clemmergulden, waarvan de munting echter nimmer tot stand is gekomen”. De heer
J. F. G. Meijer, die in den Algemeenen Konst-en Letterbode van 1855 eene bespreking
gaf van het werk van Prof. van der Chijs »de Munten der voormalige Heeren en steden van
Overijssel", hield het naar den omvang der munt te oordeelen (28 mM.) er voor, dat
men hier niet te doen had met een proef voor een gouden Clemmergulden, waarvan de
doorsnede gemiddeld 24 mM. bedraagt, maar met de proef voor een zilveren munt, en
wel naar het voorbeeld der zoogenaamde Radergroschen, door de vorsten aan den Rijn
geslagen. Door het vinden van een exemplaar in enkele zwaarte is de veronderstelling
van den heer Meijer na ruim 60 jaren bevestigd: het zal een proef voor een zilveren
munt zijn geweest, zooals er b.v. ook door den aartsbisschop van Mainz, Theodoor
Graaf van Erbach, geslagen zijn a).
Het stuk werd door het museum »de Waag” te Deventer aangekocht.
Stuivers met den H. Lebuinus van 1503 en 1509.
Kampen. Dubbele Grooten zonder jaar en van 1511, enkele Grooten van 1511.
Zwolle. Dubbele stuiver met H. Michael 1499.
Groningen. Dubbele Jagers van 1463, 1489 en 1499, enkele Jagers van 1498,
1499, 1507 en 1508, halve Jager van 1507, Dubbele Grooten van 1498, Stuivers van 1499.
Friesland. Dubbele Sassenaer zonder jaar en Grooten van 1500 van Albrecht
van Saksen.
Onder de buitenlandsche munten waren vooral van belang een achttal Groschen
te Werl (in Westfalen) geslagen voor Herman IV van Hessen, aartsbisschop van Keulen, 1
1) Zie: PI. P. Cappe. Die Mainzev Münzen des Mittelalters. Dresden, 1856.
16
247