DOI Heft:
Register
DOI Seite / Zitierlink: https://doi.org/10.11588/diglit.19805#0300
Beeldhouwwerk, Marmeren borstbeeld van Victor
de Stuers, door Toon Dupuis, met afb., 113;
Zandsteenen kop van Robert de Launoy, met
afb., in het Nederl. Museum voor Geschiedenis
en Kunst, 212—213 ; Herstelling van den bronzen
Atlas op het Paleis te Amsterdam, 225; Oude
grafzerken te Franeker, 61—62; De graftombe
der Arkel’s te Gorinchem, met afb., 262—265;
Beeldhouwwerk te Hoorn, 154, 159, 165, 170,
175, 177, 178, 179, 182, 185-195; Gesneden
stijlen van een choorhek als draagbalken in den
klokkestoel der N.-H. kerk te Kortenhoef, 282;
Grafzerken uit de voormalige kapel der Jaco-
pinissen te Leiden, 271; Gepolychromeerde
steenen beeldjes van de graftombe van bisschop
Rudolf van Diepholt in den Dom te Utrecht,
59—60, 223; Toestand van de graftombe van
bisschop Boudewijn van Utrecht te West-
broek, 285.
Behangsels, 126, 128, 284.
Belasting op kunstwerken, 9—16, 63—65.
Bent (Jan), 184.
Berchem (Nic.), Potret van een heer en dame,
in samenwerking met Gerard Dou, 74.
Bergen op Zoom, Restauratie van den voorgevel
van het raadhuis, 230.
Berkhout (H. Teding van), Een gevaar voor de
kunst [belasting op kunstwerken], 9—16; De
staatsbegrooting voor 1916, 65—69 ; Regels voor
het catalogiseeren van teekeningen, 238—242.
Berlage (H. P.), Model voor een Beethoven-
huis, 273.
Bernini (Lorenzo), bouwmeester, 213, 216.
Bie (Guillaume de), Zijn portret, 169.
Blankerhof (J.), genaamd Jan Maet, Slag van
Bossu, met afb., 167.
Bleecker (G.), Bileam en de ezel, 272.
Bleyswijk (P. van), Gravure van de kerk te
Alphen, met afb., 77.
Blocquery (J. C. van de), burgemeester van
Hoorn, 168.
Bloemendaal, Onoordeelkundige verbouwing der
N.-H. kerk, 58, 124.
Bocholtz, Eene Romeinsche villa bij Vlengendaal
opgegraven, 278.
Boekbespreking, 51-57, 106-109, 118-122, 223,
270-271.
Bönninghausen (von), 228.
Boerenwoningen, 124.
Boerhaave (Hermanus), Zijn portret, 271.
Bol (Ferd.), Portret van Elzabeth Bas, door
Rembrandt, ook toegeschreven aan —, 73, 74;
Plafondschilderingen in een huis in de St. An-
toniesbreestraat te Amsterdam, toegeschreven
aan —, 225.
Bont, schout, Schilderij voorstellende de begrafenis
van den hond van —, 271.
Bontekoe (Willem Ysbrantsz.), 142, 185.
Boon (Jan), Gezicht op Amsterdam, 273.
Borchhard (Joan Christiaan), klokkengieter, 218,
219, 220, 221.
Boudewijn van Utrecht, Zijn graftombe, 285.
Bramer (L.), Biddende kluizenaar, door Q. G.
Brekelenkam, vroeger toegeschreven aan —, 70.
Breda, Restauratie van de Groote kerk, 66.
Brekelenkam (Quirijn Gerritsz), Biddende kluize-
naar, vroeger toegeschreven aan Leonhard
Bramer, 70.
Briedé (Johan), Oude huizen van Rotterdam,
penteekeningen, bespr., 51—57.
Brielle, Restauratie van de Groote kerk, 67; van
een doelenstuk van M. Fuick, 124; Gevaar
voor het verdwijnen van een merkwaardigen
16e-eeuwschen gevel, 225.
Brons, 85, 92, 125, 178, 225, 278, 281.
Bruinier (Jan), organist en klokkenist, 219, 220.
Bruyn (B.), Familiegroep, 249.
Bue (Ephraim), Zijn portret, door Rembrandt, 273.
Burgerhuys, klok- en geschutgieters, 129, 221—222,
270.
Burgh (Hendrick van den)?, Eene promotie aan
de Leidsche universiteit, 273.
Burgh, Overblijfselen van eene Romeinsche
nederzetting, 278—279.
Butendiec (Ricoldus), klokkengieter, 146.
Butendiic (Steven), klokkengieter, 269, 270.
Bijvanck (A. W.), Opgravingen in Nederland
(vervolg), 80—94.
Camer (Johan van der), legt den eersten steen
voor de N.-H. kerk te Bloemendaal, 124.
Carlos (Baltazar), Zijn portret, door Velazquez
of del Mazo, 72.
Ceramiek, 57-58, 62, 82, 85, 87, 88-90, 106-109,
125, 165, 206-213, 272, 274, 278, 279, 281, 283.
Codde (Pieter), De Magere Compagnie, begonnen
door Frans Hals, 74.
Coen (Jan Pietersz.), Zijn wapen, 168; Portretten
van — en zijne vrouw, 171.
Coops (D.), burgemeester van Sneek, 220.
Cornelisz (Jacob), Mansportret, 249.
Coysevox, Bronnymf, 121.
Crabeth (Dirk), 50.
288
de Stuers, door Toon Dupuis, met afb., 113;
Zandsteenen kop van Robert de Launoy, met
afb., in het Nederl. Museum voor Geschiedenis
en Kunst, 212—213 ; Herstelling van den bronzen
Atlas op het Paleis te Amsterdam, 225; Oude
grafzerken te Franeker, 61—62; De graftombe
der Arkel’s te Gorinchem, met afb., 262—265;
Beeldhouwwerk te Hoorn, 154, 159, 165, 170,
175, 177, 178, 179, 182, 185-195; Gesneden
stijlen van een choorhek als draagbalken in den
klokkestoel der N.-H. kerk te Kortenhoef, 282;
Grafzerken uit de voormalige kapel der Jaco-
pinissen te Leiden, 271; Gepolychromeerde
steenen beeldjes van de graftombe van bisschop
Rudolf van Diepholt in den Dom te Utrecht,
59—60, 223; Toestand van de graftombe van
bisschop Boudewijn van Utrecht te West-
broek, 285.
Behangsels, 126, 128, 284.
Belasting op kunstwerken, 9—16, 63—65.
Bent (Jan), 184.
Berchem (Nic.), Potret van een heer en dame,
in samenwerking met Gerard Dou, 74.
Bergen op Zoom, Restauratie van den voorgevel
van het raadhuis, 230.
Berkhout (H. Teding van), Een gevaar voor de
kunst [belasting op kunstwerken], 9—16; De
staatsbegrooting voor 1916, 65—69 ; Regels voor
het catalogiseeren van teekeningen, 238—242.
Berlage (H. P.), Model voor een Beethoven-
huis, 273.
Bernini (Lorenzo), bouwmeester, 213, 216.
Bie (Guillaume de), Zijn portret, 169.
Blankerhof (J.), genaamd Jan Maet, Slag van
Bossu, met afb., 167.
Bleecker (G.), Bileam en de ezel, 272.
Bleyswijk (P. van), Gravure van de kerk te
Alphen, met afb., 77.
Blocquery (J. C. van de), burgemeester van
Hoorn, 168.
Bloemendaal, Onoordeelkundige verbouwing der
N.-H. kerk, 58, 124.
Bocholtz, Eene Romeinsche villa bij Vlengendaal
opgegraven, 278.
Boekbespreking, 51-57, 106-109, 118-122, 223,
270-271.
Bönninghausen (von), 228.
Boerenwoningen, 124.
Boerhaave (Hermanus), Zijn portret, 271.
Bol (Ferd.), Portret van Elzabeth Bas, door
Rembrandt, ook toegeschreven aan —, 73, 74;
Plafondschilderingen in een huis in de St. An-
toniesbreestraat te Amsterdam, toegeschreven
aan —, 225.
Bont, schout, Schilderij voorstellende de begrafenis
van den hond van —, 271.
Bontekoe (Willem Ysbrantsz.), 142, 185.
Boon (Jan), Gezicht op Amsterdam, 273.
Borchhard (Joan Christiaan), klokkengieter, 218,
219, 220, 221.
Boudewijn van Utrecht, Zijn graftombe, 285.
Bramer (L.), Biddende kluizenaar, door Q. G.
Brekelenkam, vroeger toegeschreven aan —, 70.
Breda, Restauratie van de Groote kerk, 66.
Brekelenkam (Quirijn Gerritsz), Biddende kluize-
naar, vroeger toegeschreven aan Leonhard
Bramer, 70.
Briedé (Johan), Oude huizen van Rotterdam,
penteekeningen, bespr., 51—57.
Brielle, Restauratie van de Groote kerk, 67; van
een doelenstuk van M. Fuick, 124; Gevaar
voor het verdwijnen van een merkwaardigen
16e-eeuwschen gevel, 225.
Brons, 85, 92, 125, 178, 225, 278, 281.
Bruinier (Jan), organist en klokkenist, 219, 220.
Bruyn (B.), Familiegroep, 249.
Bue (Ephraim), Zijn portret, door Rembrandt, 273.
Burgerhuys, klok- en geschutgieters, 129, 221—222,
270.
Burgh (Hendrick van den)?, Eene promotie aan
de Leidsche universiteit, 273.
Burgh, Overblijfselen van eene Romeinsche
nederzetting, 278—279.
Butendiec (Ricoldus), klokkengieter, 146.
Butendiic (Steven), klokkengieter, 269, 270.
Bijvanck (A. W.), Opgravingen in Nederland
(vervolg), 80—94.
Camer (Johan van der), legt den eersten steen
voor de N.-H. kerk te Bloemendaal, 124.
Carlos (Baltazar), Zijn portret, door Velazquez
of del Mazo, 72.
Ceramiek, 57-58, 62, 82, 85, 87, 88-90, 106-109,
125, 165, 206-213, 272, 274, 278, 279, 281, 283.
Codde (Pieter), De Magere Compagnie, begonnen
door Frans Hals, 74.
Coen (Jan Pietersz.), Zijn wapen, 168; Portretten
van — en zijne vrouw, 171.
Coops (D.), burgemeester van Sneek, 220.
Cornelisz (Jacob), Mansportret, 249.
Coysevox, Bronnymf, 121.
Crabeth (Dirk), 50.
288