Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 6.1905

DOI Heft:
Nr. 1-2
DOI Artikel:
Portheine, H.: Het graf, de graftombe en het beeld onder den baldakijn van Hertog Karel van Egmond in de St. Eusebius-of Groote Kerk te Arnhem, [3]
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.17412#0030

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
20

machtigen, »om tot herstel van voors. defecten op de voorgeslagene voet
»en met de nadere precautiën bij het rapport van den architect de Witte
»vervat, de nodige ordre te stellen; voorts, om de nieuwe solder, welke
»meede ten voorsr. evnde boven het Choor soude gelegt worden te laten
» plafoneeren.''

Hieruit blijkt dus duidelijk, bijaldien het gewelf in 1633 is ingestort,
dat dit werd herbouwd en in 1783. wegens het gevaar voor zulk een onge-
val, werd uitgebroken en door een plafond werd vervangen, van welk
plafond wij reeds vroeger gewaagden. Bovendien wordt door het aangevoerde
liet gevoelen van den Heer Weissman. in zijn (iesch. der Beeldende kunst,
1889, blz. 357, dat hier het gewelf nimmer zou zijn voltooid geweest,
afdoende weerlegd.

De uitvoering der werkzaamheden waren den 29 Oct. d. a. v, reeds zoo-
ver voltooid, dat de godsdienstoefeningen, welke, wegens het geopenbaarde
gevaar, sedert in de st. Jans- en Broederkerk waren gehouden, weder in
deze kerk konden worden hervat.

Het is best mogelijk, dat, tengevolge van den bouwvalligen toestand
van het gewelf' in 1783. aan de graftombe nog meer beschadigingen
zijn toegebracht dan zij reeds had ondergaan, en hiervan de reeds mede-
gedeelde herstellingen van 1792, welke toen noodig bleken, het gevolg
waren, want. hoe meer wij dit monument bestudeeren en hoe meer wij
alles wat hierop betrekking kan hebben, navorschen, des te meer blijkt ons,
dat dit oorspronkelijk nog veel schooner en rijker versierd is geweest dan
wij thans kunnen opmerken en uit het door ons reeds aangevoerde is af
te leiden.

In het kerkarchief bevindt zich namelijk een boek, dat, volgens een
voorwoord van den oud-kerkvoogd Visscher Bouricius, teekeningen bevat
van wapens, die vroeger op zerken en aan de wanden der Groote kerk
werden gevonden, »genoomen uit het Oude met Coleuren uitgedoste
wapenboek, vroeger onder de archieven van die kerk voorhanden geweest."
Dit boek draagt ook de handteekening van F. H. van Berck. die eveneens
kerkmeester van deze kerk is geweest. De vervaardiger van het boek is
echter niet bekend. Volgens de notulen der kerkvoogdenvergadering van
27 Nov. 1851, heeft de heer Visscher Bouricius het in eigendom verkregen
uit den boedel van Beuk. ])

In dit wapenboek nu komt ook eene afbeelding van deze graftombe
voor op een schaal van 11 voeten. Uit de afbeelding van het beeld blijkt,
dat het bij de vervaardiging nog in ongeschonden staat verkeerde, daar
hier de voeten nog niet zijn geschonden en zelfs de bekende ringen aan
de vingers der handen niet ontbreken. Deze teekening is blijkbaar door
een zeer bekwaam en nauwgezet penteekenaar vervaardigd. De nissen langs

l ) Eene heraldische beschrijving van de hierin voorkomende wapens hebben
wij onder handen en hopen deze, te gelegener tijd, meer bekend te maken.
 
Annotationen