Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 6.1905

DOI Heft:
Nr. 6
DOI Artikel:
Beets, Nicolaas: De Naarder gewelfschilderingen
DOI Artikel:
Muurschildering in de N. Herv. Kerk te Naarden - De terp te Hoogebeintum - Raad huis te Middelharnis - Vondsten bij Nijmegen - Oldenzaal
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.17412#0197

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
i83

zijn Mars en Venus in de National Gallery denken. Ik geef echter toe
dat ik niet het meest overtuigende voor het laatst bewaarde.

Het schijnt mij echter onbetwistbaar dat in 16 van de 29 beschilderde
vakken ontleeningen aan prenten werden aangetoond.

Mr. N. Beets.

Muurschildering in de N. Herv. Kerk te Naarden.

De heer G. van Kakken te Haarlem bericht ons. dat bij een bezoek
met den heer Niekerk aan de kerk te Naarden een blinde muur met een
luikje hierboven zijn aandacht trok. Spoedig was een laddertje gehaald en
werd door het luikje in de onbekende ruimte doorgedrongen. Het bleek
nu, dat zich aldaar muurschilderwerk bevond, waarvan gemakkelijk de
hoofdlijnen konden gevolgd worden: een reusachtige Christoffel met kindje,
blijkbaar van de zelfde hand als de bekende gewelfschilderingen. Het is te
hopen, dat spoedig de gelden gevonden worden om den blinden muur
weg te breken en de muurschildering vrij te maken. Er zal dan eene doop-
kapel bloot komen, die, volgens den berichtgever, tot de belangrijkste van
ons land behoort.

Ook het oude koorhek in deze kerk, waarvan de oude stukken der
kroonlijst zijn opgeborgen en door eenige planken zijn vervangen, verdient
de aandacht.

De terp te Hoogebeintum.

De bemoeiingen van het Friesch Genootschap van Geschied-, Oudheid-
en Taalkunde met de terp te Hoogebeintum loopen, voor zooveel het
jaar 1905 betreft, ten einde. De heer van der Werf, die. onder leiding van
den conservator van het Friesch Museum, te Hoogebeintum het dagelijsch
toezicht uitoefende op de afgravingen, zal in het laatst van de maand
September zijne functiën neerleggen. De laatste hand wordt gelegd aan de
plattegronden, situatieteekeningen enz. en daarna kan men beginnen het
verzamelde materiaal nader te onderzoeken, te overzien en na te gaan
welke resultaten de afgravingen dit jaar hebben opgeleverd.

Reeds nu kan gezegd worden, dat het Friesch Museum uit de terp,
dank zij ook de onbekrompenheid der eigenaars, de heeren Kev en
Brouwer, verrijkt is met 374 voorwerpen, waarvan voor het eerst de
vondstomstandigheden nauwkeurig bekend zijn. Het grootste gedeelte daar-
van werd ontgraven in de eerste helft van dit jaar en wel aan de zuid-
kant der terp; blijkbaar had men daar te doen met een begraafplaats uit
den tijd der volksverhuizingen, omstreeks de vijfde en zesde eeuw onzer
jaartelling.

De noordkant van de terp. die overigens doorsneden van zeer merk-
 
Annotationen