DOI Heft:
Nr. 4-5
DOI Artikel:Nederlandsche Musea
DOI Artikel:Verslagen van commissies en vereenigingen
DOI Seite / Zitierlink: https://doi.org/10.11588/diglit.17412#0141
127
dagen open is van 10—4 uur, en waarin iedereen de voornaamste publicaties
de verschillende takken van archeologie betreffende kan raadplegen.
Nederlanders en vreemdelingen werken daarin, dezelfde persoon soms
weken achteréén.
Thans zijn ook opengesteld de zalen voor het antieke vaatwerk, waarin
men, in historische volgorde opgesteld, specimina, vaak zeer mooie speci-
mina, van bijna alle soorten te aanschouwen krijgt, die er geweest zijn
van den oudsten voortijd tot den romeinschen keizertijd. De catalogus
van dat vaatwerk is juist verschenen; aan het museum kost die 70 cents.
Een galerij met modellen voor bouwkunst voert van de vazenzalen naar
een zaal voor de overige antieke kleinkunst (brons, terracotta, glas en dergel.)
Hier is de opstelling nog geheel voorloopig, zonder wetenschappelijke orde-
ning. Die is uitgesteld om de verdere reorganisatie niet te vertragen. Zeer
hard wordt op het oogenblik gewerkt aan de zalen voor praehistorische en
Nederlandsche oudheden, die eveneens in historische volgorde worden
opgesteld. Ook daarvan is een catalogus in bewerking. Dezen zomer worden
nog verscheidene zalen verbouwd of opgeknapt. Eén groote zaal wordt
ingericht voor de aegyptische kleinkunst, waarvoor eveneens een catalogus
in bewerking is. De grieksche beeldhouwkunst in origineelen en latere
romeinsche kopien verkrijgt een groote zaal, de etruscische beeldhouwkunst
en de latere romeinsche portretkunst een kleinere. Zoodra de catalogussen
voor de aegyptische kleinkunst en de Nederlandsche oudheden gereed
zullen zijn, ontvangen de afdeelingen van antieke kleinkunst en beeldhouw-
kunst hunne definitieve bewerking. Er is ook een begin gemaakt met de
wetenschappelijke beschrijving der verzamelingen. Ter perse is het deel
daarvan, loopende over het oude rijk van Aegvpte. met tal van af beeldingen
in lichtdruk en in kleuren. A. E. J. Holwerda.
Verslaoen van commissies en vereeniomofen.
Tweede Jaarverslag der Rijkscommissie tot het opmaken en
uitgeven van een inventaris en eene beschrijving van de
Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst, over
het jaar 1904.
De »inventaris" van de Monumenten-Commissie is uit den aard van
de zaak niet groot. Zoowel de boekerij als de verzameling van afbeeldingen
zal natuurlijk beperkt blijven tot doubletten.
Het aantal werktuigen en toestellen, die diensten bewijzen bij het
opnemen van de monumenten, werd weder uitgebreid, en met groote
voldoening kan er zeker op gewezen worden dat een autoriteit in het
buitenland verklaard heeft, dat de photographische toestellen »volkomen
dagen open is van 10—4 uur, en waarin iedereen de voornaamste publicaties
de verschillende takken van archeologie betreffende kan raadplegen.
Nederlanders en vreemdelingen werken daarin, dezelfde persoon soms
weken achteréén.
Thans zijn ook opengesteld de zalen voor het antieke vaatwerk, waarin
men, in historische volgorde opgesteld, specimina, vaak zeer mooie speci-
mina, van bijna alle soorten te aanschouwen krijgt, die er geweest zijn
van den oudsten voortijd tot den romeinschen keizertijd. De catalogus
van dat vaatwerk is juist verschenen; aan het museum kost die 70 cents.
Een galerij met modellen voor bouwkunst voert van de vazenzalen naar
een zaal voor de overige antieke kleinkunst (brons, terracotta, glas en dergel.)
Hier is de opstelling nog geheel voorloopig, zonder wetenschappelijke orde-
ning. Die is uitgesteld om de verdere reorganisatie niet te vertragen. Zeer
hard wordt op het oogenblik gewerkt aan de zalen voor praehistorische en
Nederlandsche oudheden, die eveneens in historische volgorde worden
opgesteld. Ook daarvan is een catalogus in bewerking. Dezen zomer worden
nog verscheidene zalen verbouwd of opgeknapt. Eén groote zaal wordt
ingericht voor de aegyptische kleinkunst, waarvoor eveneens een catalogus
in bewerking is. De grieksche beeldhouwkunst in origineelen en latere
romeinsche kopien verkrijgt een groote zaal, de etruscische beeldhouwkunst
en de latere romeinsche portretkunst een kleinere. Zoodra de catalogussen
voor de aegyptische kleinkunst en de Nederlandsche oudheden gereed
zullen zijn, ontvangen de afdeelingen van antieke kleinkunst en beeldhouw-
kunst hunne definitieve bewerking. Er is ook een begin gemaakt met de
wetenschappelijke beschrijving der verzamelingen. Ter perse is het deel
daarvan, loopende over het oude rijk van Aegvpte. met tal van af beeldingen
in lichtdruk en in kleuren. A. E. J. Holwerda.
Verslaoen van commissies en vereeniomofen.
Tweede Jaarverslag der Rijkscommissie tot het opmaken en
uitgeven van een inventaris en eene beschrijving van de
Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst, over
het jaar 1904.
De »inventaris" van de Monumenten-Commissie is uit den aard van
de zaak niet groot. Zoowel de boekerij als de verzameling van afbeeldingen
zal natuurlijk beperkt blijven tot doubletten.
Het aantal werktuigen en toestellen, die diensten bewijzen bij het
opnemen van de monumenten, werd weder uitgebreid, en met groote
voldoening kan er zeker op gewezen worden dat een autoriteit in het
buitenland verklaard heeft, dat de photographische toestellen »volkomen