Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 6.1905

DOI Heft:
Nr. 6
DOI Artikel:
Vogelsang, Willem: Vondst te Soest
DOI Artikel:
De Schirstins te Veenwouden - N. Herv. Kerk te Winschoten - St. Walburkerk te Zutphen
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.17412#0210

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
196

schijnlijk, dat hier dezelfde meester heeft gewerkt als aan het vorige stuk.
Bovendien kan men in de groep, door de compositie en enkele details,
overeenkomst vinden met eenige werken der Utrechtsche school, die reeds
door A. Pit afzonderlijk zijn omschreven.

Het gezicht der maagd is niet zonder dramatische kracht. H. 0.45 M.

15. Fragment van een »geeseling van Christus". Het hoofd, de helft
van de borst en de beenen van Christus ontbreken ; rechts van den Heer
staat, eenigszins gebukt, een geeselaar, de romp sterk beschadigd, het
hoofd ontbreekt. Rechts stond een tweede beul. van wien slechts één voet
en de aanhechtingsplaats tegen de achterwand over zijn. Omstreeks 1500.
II. 0.40 M. (Fig. 2).

16. Stukken van een kruisigingsgroep. Krijgsknechten, twee zonder hoofd
en beenen, één het hoofd, met een tulband gedekt, sterk naar achter buigend,
kijkt op naar het kruis. Een derde staat als in uitval (misschien de man
die den spons reikt). De gezichten zijn ruw en gechargeerd. De versierde
harnassen wijzen op het tijdperk omstreeks 1510.

Vergulde kruisarmen met gothische hoekbladen en leliepunten, benevens
de paal van het kruis zijn gedeeltelijk bewaard. H. der figuren Hh 0.40 M.

Verder nog veel stukken en een curieus fragmentje van een groep,
voorstellend Christus in den hof van Gethsemané — thans niet meer dan
een naakte voet van een knielende figuur en een stuk van een plooiend
gewaad. Een enkele losse slapende apostelkop bevestigt mij de meening,
dat de bovengenoemde voorstelling bedoeld was. Vermoedelijk hebben 14,
15 en 16 te samen deel uitgemaakt van een groot gesneden altaar.

Eindelijk waren er nog massa"s (circa 100) scherven in pijpaarde,
waarvan ik alleen, om de buitengewone grootte noteer: een achterhoofd
van een vrouw en een stuk van een hals-uitsnede met haaruiteinden. die
blijkbaar tot een figuur van ongeveer een Meter groot moeten gehoord
hebben. Voor dit materiaal zeker zeldzaam.

De talrijken architectonische brokstukken, consoles, pinakeltjes van hout
met verguldsel en polychromeening, die waarschijnlijk tot een altaarkast
behoorden, lijken mij interessant, omdat alle fijnere geledingen, hogels
etc. uit lood bestonden en aangezet waren. Wanneer men dit bij stukken
wier afkomst minder vaststond vond, zou er zeker een twijfel rijzen
aan de authenticiteit der looden deelen.

Wat er met den vondst te gebeuren staat, is nog niet zeker. Mogen
we hopen de verschillende stukken weldra goed opgesteld en veilig bewaard
in een Museum te vinden. W. Vogelsang.

De Schierstins te Veenwouden.

Naar aanleiding van het onlangs in de bladen voorkomend bericht dat
de oude Schierstins te Veenwouden door de laatste stormvlagen niet
ongedeerd gelaten is, dat het tijd wordt de restauratie krachtig ter hand
 
Annotationen