DOI Heft:
Nr. 6
DOI Artikel:Gallée, Ilia: De verplaatsing der Schilderijnverzameling der Gemeente Utrecht
DOI Artikel:Museum van Kunst en Kunstnijverheid te Delft - De Compangies-kamer te Batavia
DOI Seite / Zitierlink: https://doi.org/10.11588/diglit.17412#0184
170
voor het doel, dat ook het Dagelijksch Bestuur zich — zij het ook in eene
meer verwijderde toekomst — voor oogen had gesteld.
Bij de behandeling in de openbare Raadszitting op Donderdag 4 Mei
werd door de Raadsleden Mr. de Louter, Mr. van Bolhuis en Oudegeest
ernstig gewaarschuwd tegen verbrokkeling der verzamelingen ; de meerder-
heid van den Raad bleek echter, evenals B. en W., deze meening niet te
deelen. De voorzitter verklaarde echter, in antwoord op het warme pleit
van Mr. de Louter om niet te wachten met het uitbreiden van de museum-
ruimte, zoodat alle vereen igingen hier ter stede hare schatten
in één centraal museum konden ten toon stellen, dat B. en W.
bereid waren de woorden »te gelegener tijd" te laten vervallen, zoodat dus
B. en IV. uitgenoodigd werden een ontwerp in te dienen voor een nieuw gebouw.
Hierdoor kwam de groote zaak, nl. te voorkomen dat Kunstliefde voor hare
schilderijen een eigen expositielokaal gaat maken en dat deze kleine verzameling
van de andere afraakt, op den achtergrond, en aan den raad van Mr. van
Bolhuis, »om Kunstliefde af te houden van den verkeerden weg, dien het
genootschap opgaat", werd geen gevolg gegeven, want de Raad nam met
16 tegen 13 stemmen de gewijzigde voordracht aan.
1. H. Gallhe.
Museum van Kunst en Kunstnijverheid te Delft.
Door het bestuur der Vereeniging »Huis Lambert van Meerten-' te
Delft werd in Juni 1.1. een circulaire verzonden aan alle belangstellenden in
kunst en kunstnijverheid en in de Technische Hoogeschool, ook als inrich-
ting van kunst-onderwijs. Het bestuur wenschte, na aflossing der op het
huis nog rustende hypotheek, dit onbezwaard aan het Rijk aan te bieden,
om het huis »met de daarin toegepaste Kunstschatten van oud-Neder-
landschen oorsprong, in te richten tot een museum van Kunst en Kunst-
Nijverheid", — waarin door het Rijk zoude saamgebracht kunnen worden
»alles wat dienen kan om den kunstzin van allen, die aan de Politechnische
School studeeren te helpen opwekken en te ontwikkelen" of om inlich-
tingen te verschaflen over alles wat kunst betreft.
Terecht wordt in de circulaire, die steun vraagt om de gelden te
vinden tot aflossing der hypotheek, gewezen op het groote belang van
een dergelijk museum in de onmiddelijke omgeving der studeerende inge-
nieurs en bouwkundigen, waartoe de Vereenimng; door de schenking van
het gebouw den grondslag wil le°^en.
De Compagnies-kamer te Batavia.
Volgens mededeeling van den president van het Bataviaansch Genootschap
van Kunsten en Wetenschappen is de Compagnies-kamer te Batavia in 1904
gereed gekomen. Reeds was vroeger door den heer Bosboom gewezen op
voor het doel, dat ook het Dagelijksch Bestuur zich — zij het ook in eene
meer verwijderde toekomst — voor oogen had gesteld.
Bij de behandeling in de openbare Raadszitting op Donderdag 4 Mei
werd door de Raadsleden Mr. de Louter, Mr. van Bolhuis en Oudegeest
ernstig gewaarschuwd tegen verbrokkeling der verzamelingen ; de meerder-
heid van den Raad bleek echter, evenals B. en W., deze meening niet te
deelen. De voorzitter verklaarde echter, in antwoord op het warme pleit
van Mr. de Louter om niet te wachten met het uitbreiden van de museum-
ruimte, zoodat alle vereen igingen hier ter stede hare schatten
in één centraal museum konden ten toon stellen, dat B. en W.
bereid waren de woorden »te gelegener tijd" te laten vervallen, zoodat dus
B. en IV. uitgenoodigd werden een ontwerp in te dienen voor een nieuw gebouw.
Hierdoor kwam de groote zaak, nl. te voorkomen dat Kunstliefde voor hare
schilderijen een eigen expositielokaal gaat maken en dat deze kleine verzameling
van de andere afraakt, op den achtergrond, en aan den raad van Mr. van
Bolhuis, »om Kunstliefde af te houden van den verkeerden weg, dien het
genootschap opgaat", werd geen gevolg gegeven, want de Raad nam met
16 tegen 13 stemmen de gewijzigde voordracht aan.
1. H. Gallhe.
Museum van Kunst en Kunstnijverheid te Delft.
Door het bestuur der Vereeniging »Huis Lambert van Meerten-' te
Delft werd in Juni 1.1. een circulaire verzonden aan alle belangstellenden in
kunst en kunstnijverheid en in de Technische Hoogeschool, ook als inrich-
ting van kunst-onderwijs. Het bestuur wenschte, na aflossing der op het
huis nog rustende hypotheek, dit onbezwaard aan het Rijk aan te bieden,
om het huis »met de daarin toegepaste Kunstschatten van oud-Neder-
landschen oorsprong, in te richten tot een museum van Kunst en Kunst-
Nijverheid", — waarin door het Rijk zoude saamgebracht kunnen worden
»alles wat dienen kan om den kunstzin van allen, die aan de Politechnische
School studeeren te helpen opwekken en te ontwikkelen" of om inlich-
tingen te verschaflen over alles wat kunst betreft.
Terecht wordt in de circulaire, die steun vraagt om de gelden te
vinden tot aflossing der hypotheek, gewezen op het groote belang van
een dergelijk museum in de onmiddelijke omgeving der studeerende inge-
nieurs en bouwkundigen, waartoe de Vereenimng; door de schenking van
het gebouw den grondslag wil le°^en.
De Compagnies-kamer te Batavia.
Volgens mededeeling van den president van het Bataviaansch Genootschap
van Kunsten en Wetenschappen is de Compagnies-kamer te Batavia in 1904
gereed gekomen. Reeds was vroeger door den heer Bosboom gewezen op