Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 6.1905

DOI Heft:
Nr. 3
DOI Artikel:
Boeles, P. C. J. A.: De outerdom der Friesche terpen
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.17412#0074

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
64

De ouderdom der Friesche terpen.

I. De La-Tène periode.

Sedert Dr. W. Pleyte in 1877, als eerste gedeelte van zijne »Neder-
landsche Oudheden", de afdeeling Friesland deed verschijnen, zijn er weer
talrijke terpen van den aardbodem verdwenen, zijn collecties van terp-
oudheden, vooral die van het Friesch Museum te Leeuwarden enorm
uitgebreid. De studie der oudheidkunde heeft in die jaren in het buitenland,
veel aan 't licht gebracht, ook betrekkelijk oudheden, die in geheel gelijk-
soortige exemplaren uit Nederlandschen bodem te voorschijn kwamen. Het
kan dus wel niet verbazen, dat er thans op grond van het uitgebreide
materiaal wat meer gezegd kan worden over den ouderdom der terpen,
dan aan Pleyte in 1S77 mogelijk was.

Bij het uitzoeken en ordenen van eene chronologische keur-collectie
van terp-oudheden in het Friesch Museum, waarover reeds vroeger in dit
tijdschrift iets is medegedeeld, kwam de kwestie van dien ouderdom als
van zelve op het tapijt. Eene omstandigheid van groote beteekenis viel bij
die ordening al dadelijk op: het absoluut ontbreken van de
karakteristieke producten van het bronzen tijdperk. Des te
merkwaardiger was dit ontbreken, waar die voorwerpen wel elders in
Friesland, buiten de terpen, o. a. in de veenstreken, in het Zuid-Oosten,
gevonden werden. Ditzelfde geldt ook voor de wierden of terpen in de
provincie Groningen, zooals mij bleek bij bestudeering van de verzamelingen
van het museum te Groningen.

Het moeilijkst te dateeren waren die enkele werktuigen of wapenen
van steen, die hier en daar, zoowel in Friesche als in Groninger terpen
gevonden zijn. Het is bekend dat dergelijke voorwerpen in het buitenland
wel eens te zamen gevonden werden met voorwerpen, die bepaald jonger
zijn dan het steenen tijdperk, en in de rivier de Waal bij Nijmegen heeft
men eenige jaren geleden zelfs een steenen strijdhamer opgevischt, waaraan
nog ijzeren stiften zaten, waarmede de houten steel was vastgezet. Men
kan zich daarvan overtuigen in het museum te Nijmegen 1).

Over de bedoelde wapenen of werktuigen van steen, die ook aan
Pleyte en andere schrijvers bekend waren, willen wij het hier niet hebben,
wel over eene andere serie oudheden, die stellig vóór-Romeitiscn zijn
en tot dusverre nimmer gepubliceerd werden, noch als zoodanig erkend.

Vóóraf ga een kort. overzicht van hetgeen er bij de schrijvers over
den ouderdom der terpen is te vinden. Dr. Plevte zegt-): »De terpen van
Oostergo hebben geen voorwerpen opgeleverd, die van ouder dagteekening
moeten geacht worden, dan de daarbij gevonden overblijfselen der Romeinen".

Van Westergo heet het: »De terpen van Westergo hebben enkele
voorwerpen opgeleverd, die aan eene oudere beschaving dan die der

1) Verslag der Commissie te Nijmegen, 1897, pl. [.

2) Nederl. Oudheden, Friesland blz. 41.
 
Annotationen