§9
Die vruchtbaarheid is tot heden een beletsel geweest, dat zijn werk
naar eisch beschreven werd. Van den aanvang der 19de eeuw af hebben
zich wel verschillende verzamelaars toegelegd op het verkrijgen van zoo
volledig mogelijke collecties, maar de proeven die in 1867 door J. van
der Vlugt, in 1871 door J. Ph. van der Keilen en in 1884 daarvan zijn
verschenen, geven nog geen flauw denkbeeld van de werkelijkheid. In
laatstgenoemd jaar was de catalogus verschenen van de collectie Geisweit
van der Netten, en deze bevatte een groote verzameling prenten van
Luyken. Deze verzameling werd in haar geheel gekocht door den heer
C. P. van Eeghen. die daaraan nog een belangrijke uitbreiding wist te
r _l .
geven. Diens zoon de heer P. van Eeghen, zette het werk van zijn vader
nog voort, en om een eventueele verspreiding van het met zooveel moeite
door verschillende generaties verkregen resultaat te voorkomen, schonk hij
de geheele verzameling aan de stad Amsterdam. Thans is daarvoor een
afzonderlijke zaal in het Gemeente-Museum in gereedheid gebracht.
Maar nog meer deed de heer van Eeghen. Hem gelukte het na jaren-
lange studie een standaardwerk tot stand te brengen, dat in volledigheid
en vertrouwbaarheid zijn weerga niet gemakkelijk zal vinden.
De beschrijver van de prenten van Luyken heeft met bijzondere
moeielijkheden te kampen. Deze zijn toch voor verreweg het grootste
gedeelte boekprenten, illustraties voor boeken over alle takken van weten-
schap, vooral over geschiedenis en aardrijkskunde, maar bovenal ook voor
Die vruchtbaarheid is tot heden een beletsel geweest, dat zijn werk
naar eisch beschreven werd. Van den aanvang der 19de eeuw af hebben
zich wel verschillende verzamelaars toegelegd op het verkrijgen van zoo
volledig mogelijke collecties, maar de proeven die in 1867 door J. van
der Vlugt, in 1871 door J. Ph. van der Keilen en in 1884 daarvan zijn
verschenen, geven nog geen flauw denkbeeld van de werkelijkheid. In
laatstgenoemd jaar was de catalogus verschenen van de collectie Geisweit
van der Netten, en deze bevatte een groote verzameling prenten van
Luyken. Deze verzameling werd in haar geheel gekocht door den heer
C. P. van Eeghen. die daaraan nog een belangrijke uitbreiding wist te
r _l .
geven. Diens zoon de heer P. van Eeghen, zette het werk van zijn vader
nog voort, en om een eventueele verspreiding van het met zooveel moeite
door verschillende generaties verkregen resultaat te voorkomen, schonk hij
de geheele verzameling aan de stad Amsterdam. Thans is daarvoor een
afzonderlijke zaal in het Gemeente-Museum in gereedheid gebracht.
Maar nog meer deed de heer van Eeghen. Hem gelukte het na jaren-
lange studie een standaardwerk tot stand te brengen, dat in volledigheid
en vertrouwbaarheid zijn weerga niet gemakkelijk zal vinden.
De beschrijver van de prenten van Luyken heeft met bijzondere
moeielijkheden te kampen. Deze zijn toch voor verreweg het grootste
gedeelte boekprenten, illustraties voor boeken over alle takken van weten-
schap, vooral over geschiedenis en aardrijkskunde, maar bovenal ook voor