DOI Heft:
Nr. 4-5
DOI Artikel:Herv Kerk te Aarlanderveen - Het zoogenamde Kalpelhuis te Amersfoort - Opgravingen te Broeksittard - Ned. Hrv. Kerk te Doetinchem
DOI Seite / Zitierlink: https://doi.org/10.11588/diglit.17412#0148
134
tusschen het leger van keizer Karei V's veldheer en dat van den hertog
Karei V van Gelder later van Gulik. Vereenigd met de Franschen, werden
de Spanjaarden door den verwoeden aanval van des hertogen ruiterij in
het broek teruggedrongen, waar zij ontsnapten en dit wellicht over deze
balkenbrug. Vele ruiters kwamen in het moeras om. daar men nog heden
herhaaldelijk hoefijzers in de turf vindt.
De Opmerker, 20 Mei 1905.
Ned. Herv. Kerk te Doetinchem.
De Hervormde kerk te Stad-Doetinchem, weleer aan de H. Catharina
toegewijd, is. kan het anders bij zoo'n hoogen ouderdom, voor rampen
niet gespaard gebleven. De voornaamste daarvan is zeker wel de hevige
brand van 19 April 1527, die het grootste gedeelte van het stadje en
nagenoeg de geheele kerk verwoestte. Een gelijk lot trof de hooge torenspits
door het inslaan van den bliksem op 15 Maart 1702. Ook leed het gebouw
veel door het instorten van een pilaar en een stuk gewelf op 11 Januari
1761 en den hevigen storm van 9 November 1800.
Deze onheilen hebben de kerk er niet mooier op gemaakt, want de
schade, daardoor telkens aan het gebouw toegebracht, werd weliswaar door
bijmetseling zooveel mogelijk hersteld, doch zonder te zorgen, dat het
nieuwe minstens even degelijk en sierlijk afgewerkt was als het oude. Zoo
zitten dan tusschen de baksteenen muren der kerk nog enkele gedeelten
van tufsteen, o.a. bij het koor, welke van den oorspronkelijken bouw
zijn overgebleven. Tot dien bouw behoort ook het onderstuk van den
toren, in den laat romaanschen stijl der 13de eeuw uit tufsteen opgetrokken ;
liet bovenstuk, in baksteen uitgevoerd, is blijkbaar uit denzelfden tijd als
de beide zijbeuken, welke vermoedelijk na den grooten brand van 1527
gezet zijn. Mogelijk is het, dat de tufsteen hier slechts als bekleeding
dienst doet en er baksteen onder zit.
De toegang tot de kerk onder den toren is voor bewaarplaats cener
brandspuit ingericht. Daardoor is die ingang tot een modern maaksel ver-
knoeid met een hoog raam er boven.
De beide zijbeuken der kerk loopen tot aan het voorfront van den
toren door en dateeren. naar we reeds opmerkten, waarschijnlijk van na
den grooten brand in 1527. Zij zijn in baksteen opgetrokken, waardoor
horizontale banden van tufsteen loopen.
Uit de kerk steken twee korte dwarspanden. Het front van dat aan
de noordzijde is geheel met cement besmeerd evenals het plintstuk langs
de geheele kerk. Gelukkig is het dwarspand aan de zuidzijde nog vrij wel
ongeschonden. Het koor, door een halven achthoek afgesloten, bestaat van
onderen uit tuf-, van boven uit baksteen. Het hechte steenen maaswerk
der ramen is overal vervangen door houten sponningen.
tusschen het leger van keizer Karei V's veldheer en dat van den hertog
Karei V van Gelder later van Gulik. Vereenigd met de Franschen, werden
de Spanjaarden door den verwoeden aanval van des hertogen ruiterij in
het broek teruggedrongen, waar zij ontsnapten en dit wellicht over deze
balkenbrug. Vele ruiters kwamen in het moeras om. daar men nog heden
herhaaldelijk hoefijzers in de turf vindt.
De Opmerker, 20 Mei 1905.
Ned. Herv. Kerk te Doetinchem.
De Hervormde kerk te Stad-Doetinchem, weleer aan de H. Catharina
toegewijd, is. kan het anders bij zoo'n hoogen ouderdom, voor rampen
niet gespaard gebleven. De voornaamste daarvan is zeker wel de hevige
brand van 19 April 1527, die het grootste gedeelte van het stadje en
nagenoeg de geheele kerk verwoestte. Een gelijk lot trof de hooge torenspits
door het inslaan van den bliksem op 15 Maart 1702. Ook leed het gebouw
veel door het instorten van een pilaar en een stuk gewelf op 11 Januari
1761 en den hevigen storm van 9 November 1800.
Deze onheilen hebben de kerk er niet mooier op gemaakt, want de
schade, daardoor telkens aan het gebouw toegebracht, werd weliswaar door
bijmetseling zooveel mogelijk hersteld, doch zonder te zorgen, dat het
nieuwe minstens even degelijk en sierlijk afgewerkt was als het oude. Zoo
zitten dan tusschen de baksteenen muren der kerk nog enkele gedeelten
van tufsteen, o.a. bij het koor, welke van den oorspronkelijken bouw
zijn overgebleven. Tot dien bouw behoort ook het onderstuk van den
toren, in den laat romaanschen stijl der 13de eeuw uit tufsteen opgetrokken ;
liet bovenstuk, in baksteen uitgevoerd, is blijkbaar uit denzelfden tijd als
de beide zijbeuken, welke vermoedelijk na den grooten brand van 1527
gezet zijn. Mogelijk is het, dat de tufsteen hier slechts als bekleeding
dienst doet en er baksteen onder zit.
De toegang tot de kerk onder den toren is voor bewaarplaats cener
brandspuit ingericht. Daardoor is die ingang tot een modern maaksel ver-
knoeid met een hoog raam er boven.
De beide zijbeuken der kerk loopen tot aan het voorfront van den
toren door en dateeren. naar we reeds opmerkten, waarschijnlijk van na
den grooten brand in 1527. Zij zijn in baksteen opgetrokken, waardoor
horizontale banden van tufsteen loopen.
Uit de kerk steken twee korte dwarspanden. Het front van dat aan
de noordzijde is geheel met cement besmeerd evenals het plintstuk langs
de geheele kerk. Gelukkig is het dwarspand aan de zuidzijde nog vrij wel
ongeschonden. Het koor, door een halven achthoek afgesloten, bestaat van
onderen uit tuf-, van boven uit baksteen. Het hechte steenen maaswerk
der ramen is overal vervangen door houten sponningen.