Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 6.1905

DOI Heft:
Nr. 6
DOI Artikel:
Balbian Verster, Jan François Leopold de: De schilderij van Vroom in het Rijksmuseum, N° 2604
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.17412#0181

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
\6y

. Wat van Sael duidelijk beschreven wordt, is van een der andere schepen
slechts aangeduid met deze woorden: »De Vice-Admirael Jan Adriaensen
Cant, die ontmoete de Galeije Padilla, die hij overzeijlde, en nog een andere
beschadigende." Ook de hier in het eerste geval bedoelde galei werd
radikaal in den grond geboord, want later heet hel : »van de twee galeien
van den Admirael Cant ende Sael over-zeijlt, zijn gheen stucken van ghe-
vonden."

Van de vier nu nog overige galeien strandden er twee op de Vlaamsche
kust, zwaar beschadigd en ontredderd, terwijl het volk dat het land bereikte
verliep; de derde kwam vrijwel ongedeerd, als door een toeval nog be-
houden te Galais aan; en de vierde ontkwam aan totale vernietiging op
een manier, die de volle bewondering, ook van tegenstanders, opwekte.
Door een der Hollandsche schepen werd deze galei nagejaagd tot de
Zeeuwsche kust bij Schouwen. In de overtuiging dat het vaartuig nu redde-
loos schipbreuk moest lijden, staakte de schipper de vervolging en zeilde
weg, maar hij hield daarbij geen rekening met de geestkracht van Spinola,
die hier zelf aan boord was. De Spaansche bevelhebber liet alles wat niet
strikt noodzakelijk was overboord zetten, hij beloofde de slaven de vrijheid
en zoo bracht hij het ontredderd vaartuig ten slotte nog te Nieuwpoort.
Na zooveel tegenslag toch nog een succes, want hij bracht het meeste
goud en zilver dat hij uit Spanje had aangevoerd in veiligheid, »datmen
schattede wel tweehonderd duysent Ducaten te wesen, en hij dede dat
t' Antwerpen terstont munten, op des Ertz-Hertogen slagh."

Toch heeft Spinola zich van deze nederlaag niet kunnen herstellen. Het'
volgende jaar leverden vijf Hollandsche schepen onder Joos de Moor zijn
nog overgebleven galeien slag voor het Sluissche gat en de Spaansche
vlootvoogd zelf kwam daarbij om het leven (26 Mei 1603). Nog een jaar
later, 19 Aug. 1604, werd Sluis door de Staatschen veroverd. Hiermede
waren de galeien als verouderde weermiddelen voor goed van de rol.

De bovenstaande bijzonderheden zijn te vinden bij van Meteren.

Een curieus pamfletje (Knuttel Nr. 1206) geeft een: »Ampele ende
waerachtige beschrijvinghe, waerinne verhaelt wort alle de circunstantien,
in wat manieren de ses groote Galleyen (ghesonden uit Spaengien na de
Nederlanden) zijn vergaen. overvallen, ende ghestrant. Hoe deselve ghenaemt
zijn gheweest. Wat Overste ende Bevelhebbers daer over waren. Hoe veel
krijchsvolck, Gheschut, ende Slaven daer op zijn geweest. Wat Oorlochschepe
van de onse. eenige van dese Galleyen hebben overseylt, ende hoe veel
volcx daer af is ghebercht." — Ghedruckt tot Dellf, bij Jacob Cornelisz
Vennecool. — De schrijver heeft bij geruchte vernomen, dat twee der
galeien bij Nieuwpoort te gronde gingen. »Eenighe seggen sulcx ghesien te
hebben, sonder dat daer van eenighe naerdere particularitevt is." Hieruit
blijkt de actualiteit van deze ongedateerde vlugmare. nog geen drie blad-
zijden groot.
 
Annotationen