Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Hinweis: Ihre bisherige Sitzung ist abgelaufen. Sie arbeiten in einer neuen Sitzung weiter.
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 6.1905

DOI Heft:
Nr. 6
DOI Artikel:
Muurschildering in de N. Herv. Kerk te Naarden - De terp te Hoogebeintum - Raad huis te Middelharnis - Vondsten bij Nijmegen - Oldenzaal
DOI Artikel:
Mulder, Adolph: Het voormalig stedelijk graanpakhuis te Schoonhoven
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.17412#0199

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
185

een prachtige vondst gedaan: twee zeer mooi bewerkte Germaansche vazen.
Men vond ze op een diepte van 75 cM. In één der vazen lagen een aantal
bewerkte, scherpe vuursteenen, die blijkbaar als messen dienst hebben
gedaan. Van het geheel werd, zooals men het in den grond vond, een
goed gelukte fotografie genomen.

Verder vond men in enkele heuvels nog overblijfselen, half vergaan,
half verbrand, van menschelijke lichamen, benevens een paar urnen.

Naar we vernemen zullen de opgravingen in onze omstreken worden
voortgezet en zal het gevondene een plaats krijgen in de eerstdaags op te
richten Twentsche oudheidkamer te Enschede. Voor de oprichting en
installatie is reeds een belangrijke som bijeengebracht, terwijl verscheidene
voorwerpen — urnen, wapenen — uit vóórhistorischen tijd reeds voor de
kamer zijn toegezegd. Een vergadering zal spoedig worden bijeengeroepen.
Een kleine tentoonstelling van een aantal reeds verkregen voorwerpen zal
daaraan worden verbonden. (N. R. Ct. ij Oct. II B.)

Het voormalig stedelijk graanpakhuis te Schoonhoven.

Aan de westzijde der Koestraat te Schoonhoven, even ten zuiden van
de kerk der Ned. Herv. gemeente, is een 7 M. breede en 6.70 M. hooge
gevel die, om zijne architectonische waarde zoowel als om het doel waar-
voor hij met het daarachter liggend gedeelte gesticht werd, de belang-
stelling van eiken kunstliefhebber, zoowel als leek, tot zich trekt.

Het bewuste gebouw dagteekent van 1566 en werd toen gesticht tot
berging van het stadskoren. dat ten voordeele der gemeente aldaar werd
opgeslagen.

De uitwendige architectuur, eenvoudig en toch rijk, is zoodanig be-
handeld dat het bouwwerk zijne bestemming verraadt; het gebezigde
materiaal is baksteen met eene zeer ruime toepassing van bergsteen. De
gevel wordt aan de uiteinden door vlakke aaneengesloten boekblokken
begrensd, terwijl een waterlijst hem in twee deelen verdeelt. Het beneden-
gedeelte heeft twee rondboogvormige vensters en een dito deuropening,
waaromheen witte steenen blokken, van kussens voorzien, zijn aangebracht;
op den sluitsteen boven den ingang is het jaartal 1566 op eene cartouche
uitgekapt.

De verdieping heelt links en rechts een ellips-vormig getoogd venster,
eveneens met van kussens voorziene steenblokken omlijst.

Tusschen deze beide vensters is een 2.30 M. hooge en 1.40 M. breede
steen, die, om zijne bewerking en om het opschrift dat hij bevat, het
schoonste gedeelte van den gevel kan genoemd worden en dat daarom eene
nadere omschrijving verdient. Het benedengedeelte, 0.43 M. hoog en 1.52 M.
breed, heeft den cartouche-vorm; links en rechts zijn leeuwenkoppen, die

12
 
Annotationen