Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 8.1907

DOI Heft:
Nr. 1
DOI Artikel:
Officieele Berichten
DOI Seite / Zitierlink:
https://doi.org/10.11588/diglit.17414#0016

DWork-Logo
Überblick
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
10

Rapport.

De Commissie, benoemd in gevolge het besluit Uwer vergadering van
4 Juli 1903, heeft de eer ten aanzien van de twee aan haar ter overweging
opgedragen punten het volgende advies uit te brengen.

I. Tn bruikleen geving van doubletten of voorwerpen van meer plaatselij k
belang aan loeale museums.

Blijkens de aanleiding tot de benoeming onzer Commissie l), gelegen
in eenige desbetreffende voorstellen van dr. Hofstede de Groot, is in het
algemeen bij dit punt bedoeld de vraag, of en op welke wijze voorwerpen,
in eenig museum dubbel aanwezig, door plaatsing elders meer aan hunne
bestemming, d. w. z. het dienen tot ontwikkeliug en leering van en het
verschaffen van kunstgenot aan het belangstellend publiek, zouden kunnen
beantwoorden, en tevens of dit ten aanzien van voorwerpen van meer
plaatselijk belang niet zoude moeten geschieden door die voorwerpen te
brengen daar, waar de belangstelling uit hoofde van meerdere bekendheid,
hetzij van de voorwerpen zelve, hetzij van de omstandigheden, waaraan
zij hun belang ontleenen. grooter moet zijn. In de Commissie vergadering
wees dr. de Groot nog speciaal, als sprekende voorbeelden, op de aan-
wezigheid in het Rijksmuseum te Amsterdam van het portret van Bicker
door B. v. d. Helst, in origineel en in twee copieén, evenals van een
copie van het portret van zijn vader door Rembrandt, naast het origineel.
De commissie is van meening, dat plaatsing van voorwerpen, die in het
eene museum zonder bezwaar kunnen worden gemist, in een ander in het
algemeen wenschelijk is. Alzoo met name ook overbrenging uit rijksmusea
in andere onder het beheer van gemeente, provincie of van particulieren
staande, en omgekeerd. En wel in den vorm van tijdelijke in gebruik-
geving, mits gewaarborgd zijn goede behandeling, nauwlettende zorg en
veilige bewaring, bepaaldelijk met het oog op beschadiging door vocht of
brand en op diefstal en tevens onder bevoegdheid van den in bruikleen-
gever om zich te overtuigen, dat aan de gestelde eischen wordt voldaan.
Als voorwerpen, die zonder bezwaar kunnen worden gemist in den zin
als bovenbedoeld, zijn zeker in de eerste plaats te beschouwen — behoudens
misschien een enkele uitzondering — de dubbelen. Voor deze zij men er
echter wel bij aandachtig, dat het voor de instelling, uit welke de dubbelen
zouden worden afgestaan, ook van belang kan zijn om hetzij ze te behouden
ten dienste van de gebruikers en bezoekers dier instelling of wel door ver-
koop of ruiling ervan de verzameling in die instelling zelf aanwezig, te
verrijken. De bevoegdheid daartoe moet niet worden beperkt en de in
bruikleengeving mag daaraan niet te kort doen.

Hetzelfde geldt ten aanzien der voorwerpen van meer bepaald plaatselijke

[) Verg. Bulletin I p, 187 en verv. en IV" p. 202 en verv.
 
Annotationen