DOI Heft:
Nr. 1
DOI Artikel:Goekoop-de Jongh, Johanna: Rembrandt en Lastman
DOI Seite / Zitierlink: https://doi.org/10.11588/diglit.17414#0046
40
Rembrandt en Lastman.
De veronderstelling van Dr. Martin J), als zou de teekening van Rem-
brandt naar het beroemde schilderij van Pieter Lastman: »de OfFerstaetsi
van Listren" gemaakt zijn, in een oogenblik van onmiddellijken indruk, op
een veiling, is zeer waarschijnlijk.
De teekening draagt alle kenmerken van voetstoots, in een enkel
moment in elkaar te zijn gezet, alleen met het doel, om bepaalde lijnen
in herinnering vast te houden — lijnen, die Rembrandt op het oogenblik
zelf bijzonder troffen en door hare onmiddellijke weergave, nog verscherpt
Teekening van Rembrandt in bezit van den Heer I,. Borihat te Parijs.
door drang van tijd en opmerking, teekenend zijn voor zijn zienswijze
op dat tijdstip.
De teekening bedoelt geenzins een verbetering in opvatting van den
leerling tegenover den meester, ze geeft slechts weer wat Rembrandt
bijzonder vond in het schilderij: de groote lijn, de menigte in haar wenden
en standhouden, de verhouding der massa's, de omlijsting van het landschap,
den opzet in het groot.
i) Zie de inededeeling : Rembrandt en Lastman, pag. 187 van het Bulletin wan
den Nederlandsclien Oudheidkundigen Bond, 7e Jaargang. December No. 6.
Rembrandt en Lastman.
De veronderstelling van Dr. Martin J), als zou de teekening van Rem-
brandt naar het beroemde schilderij van Pieter Lastman: »de OfFerstaetsi
van Listren" gemaakt zijn, in een oogenblik van onmiddellijken indruk, op
een veiling, is zeer waarschijnlijk.
De teekening draagt alle kenmerken van voetstoots, in een enkel
moment in elkaar te zijn gezet, alleen met het doel, om bepaalde lijnen
in herinnering vast te houden — lijnen, die Rembrandt op het oogenblik
zelf bijzonder troffen en door hare onmiddellijke weergave, nog verscherpt
Teekening van Rembrandt in bezit van den Heer I,. Borihat te Parijs.
door drang van tijd en opmerking, teekenend zijn voor zijn zienswijze
op dat tijdstip.
De teekening bedoelt geenzins een verbetering in opvatting van den
leerling tegenover den meester, ze geeft slechts weer wat Rembrandt
bijzonder vond in het schilderij: de groote lijn, de menigte in haar wenden
en standhouden, de verhouding der massa's, de omlijsting van het landschap,
den opzet in het groot.
i) Zie de inededeeling : Rembrandt en Lastman, pag. 187 van het Bulletin wan
den Nederlandsclien Oudheidkundigen Bond, 7e Jaargang. December No. 6.