54
moeilijkheid op, omdat die vroeger grootendeels was overschilderd, waarbij
de voorstellingen verplaatst waren en gewijzigd. Zoo vond men eerst twee-
maal een kapel, tweemaal een monnik, enz. natuurlijk zonder eenig verband.
Toen evenwel de bovenlaag verwijderd werd bleek de later aange-
brachte schildering zonder al te veel moeite te kunnen verwijderd worden, daar
die minder deugdelijk was en zich niet te zeer aan de onderste gehecht had.
Wat de oorspronkelijke kleuren betreft zoo kan men wel aannemen
dat deze wat zijn verbleekt, maar toch is het geheele stuk vrij goed gedekt
en zijn de kleuren zoo in harmonie, dat men slechts oud rood, oud geel,
bruin en oker ziet in tinten, zooals wij ze alleen in oud schilderwerk
aantreffen.
Waar het bijwerken onvermijdelijk noodig was is dit met de uiterste
zorg geschied door alleen de herstelde plaatsen te pointilleren in den tint
der omgeving, zonder meer, zoodat aan het oude schilderwerk niets is
geschied dan gefixeerd.
Toch is dit alles een zeer moeilijk en omzichtig werk geweest en
danken wij het aan de groote ervaring en het onuitputtelijke geduld van
den Heer F. Helwegen te Roermond dat al het bestaande ongerept
behouden is.
Volgens de oude legende 3) zou St. Christophorus als laatste bede aan
God gevraagd hebben, dat alwie zijn beeltenis aanschouwde, behouden
zou blijven van stormen, aardbevingen, brand en andere rampen of een
haastigen dood. Als natuurlijk gevolg van dit volksgeloof plaatste men
zijn beeltenis zoo groot mogelijk nabij den ingang der kerken en hoewel
nu heden ten dage om deze reden de teruggevonden schildering wel voor
niemand meer waarde hebben zal, zoo is toch dit tafereel voor de kunst
en hare geschiedenis eene buitengewoon schoone bijdrage, in wier be-
schouwing zich weder duizenden zullen verlustigen.
Breda, December 1906. J. R. van Keppel.
Restauratie van de Groote of O. L. V. Kerk te Dordrecht.
In het afgeloopen jaar zijn de werkzaamheden in het Vrouwenkoor
volgens de ontworpen plannen geregeld voortgezet. De zuilen en gewelf-
graden zijn verder ontdaan van de kalklaag en het schilder- en verguld-
werk van de gewelftoppen is op alleszins verdienstelijke wijze door den
heer Adr. Schotel in den oorspronkelijken staat teruggebracht.
De Udelfangersteen is verleden jaar verwerkt tot traceeringen en montants
I) Alen vindt deze schoone legende in de boven aangehaalde ikonomische studie
van G. W. van Heukeluni, gecopieerd uit ).Dat Passionael of die gulden legende,
geprentt te Delff in Hollant by Hendrik Eckert van Homberch In 't jaar MCCCCXCIX.
moeilijkheid op, omdat die vroeger grootendeels was overschilderd, waarbij
de voorstellingen verplaatst waren en gewijzigd. Zoo vond men eerst twee-
maal een kapel, tweemaal een monnik, enz. natuurlijk zonder eenig verband.
Toen evenwel de bovenlaag verwijderd werd bleek de later aange-
brachte schildering zonder al te veel moeite te kunnen verwijderd worden, daar
die minder deugdelijk was en zich niet te zeer aan de onderste gehecht had.
Wat de oorspronkelijke kleuren betreft zoo kan men wel aannemen
dat deze wat zijn verbleekt, maar toch is het geheele stuk vrij goed gedekt
en zijn de kleuren zoo in harmonie, dat men slechts oud rood, oud geel,
bruin en oker ziet in tinten, zooals wij ze alleen in oud schilderwerk
aantreffen.
Waar het bijwerken onvermijdelijk noodig was is dit met de uiterste
zorg geschied door alleen de herstelde plaatsen te pointilleren in den tint
der omgeving, zonder meer, zoodat aan het oude schilderwerk niets is
geschied dan gefixeerd.
Toch is dit alles een zeer moeilijk en omzichtig werk geweest en
danken wij het aan de groote ervaring en het onuitputtelijke geduld van
den Heer F. Helwegen te Roermond dat al het bestaande ongerept
behouden is.
Volgens de oude legende 3) zou St. Christophorus als laatste bede aan
God gevraagd hebben, dat alwie zijn beeltenis aanschouwde, behouden
zou blijven van stormen, aardbevingen, brand en andere rampen of een
haastigen dood. Als natuurlijk gevolg van dit volksgeloof plaatste men
zijn beeltenis zoo groot mogelijk nabij den ingang der kerken en hoewel
nu heden ten dage om deze reden de teruggevonden schildering wel voor
niemand meer waarde hebben zal, zoo is toch dit tafereel voor de kunst
en hare geschiedenis eene buitengewoon schoone bijdrage, in wier be-
schouwing zich weder duizenden zullen verlustigen.
Breda, December 1906. J. R. van Keppel.
Restauratie van de Groote of O. L. V. Kerk te Dordrecht.
In het afgeloopen jaar zijn de werkzaamheden in het Vrouwenkoor
volgens de ontworpen plannen geregeld voortgezet. De zuilen en gewelf-
graden zijn verder ontdaan van de kalklaag en het schilder- en verguld-
werk van de gewelftoppen is op alleszins verdienstelijke wijze door den
heer Adr. Schotel in den oorspronkelijken staat teruggebracht.
De Udelfangersteen is verleden jaar verwerkt tot traceeringen en montants
I) Alen vindt deze schoone legende in de boven aangehaalde ikonomische studie
van G. W. van Heukeluni, gecopieerd uit ).Dat Passionael of die gulden legende,
geprentt te Delff in Hollant by Hendrik Eckert van Homberch In 't jaar MCCCCXCIX.