Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 8.1907

DOI Heft:
Nr. 2
DOI Artikel:
"Gebrek aan Woorden": (Ter aanvulling)
DOI Artikel:
Peronalia
DOI Artikel:
Verbetreing
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.17414#0084

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
78

maar meen tot mijn verontschuldiging te mogen tegenwerpen, dat de
hout verbindingen, wier officieele namen reeds in vele vak-hoeken voorkomen,
slechts terloops en volledigheidshalve zijn opgenomen. Blijkt het, dat
men elders een ander, beter woord voor »zwaluwen" heeft, dan zal het
mij aangenaam zijn zulks te vernemen. Gaarne wist ik ook, of overal in
ons land de gaten »zwaluwen", de wigvormige pennen »mannetjes*' ge-
noemd worden.

Voorts: Kent men overal het woord »biljonneeren" 1) of »biljoeneeren"
voor het uitschulpen van kanten aan binten, balken en regels? Volgen de
schulpingen elkaar in vaste volgorde op. in een saamstelling van — .—^ —

dan noemt men dit, naar mij bekend werd: »kikkerbil-biljonneering.--Is

»uitgronden", d.w z.: gelijkmatig vlak uitdiepen van een plank of balk,
gelijk aan : »uitlooieeren'' ? of, waarvoor gebruikt men anders dit laatste woord ?

Is de term papegaaibekprofiel voor een scherp, gestrekt-kwartrond
profiel algemeen bekend?

Kent men, voor het vreemde profiel van de kap op Friesche kasten
(keeften), dat, van het bolle fries af, hol buitenwaarts in de hoogte steekt
den naam »k\vispedoorprofiel" ?

Kan men zich vereenigen met ons voorstel, om het eigenaardig
ornament van afwisselend verticale streepjes en punten, dat sedert de éérste
jaren der 16e eeuw telkens als randversiering voorkomt: »sleufband" te
noemen? W. V.

Bij Kon. Besluit is Dr. W. Vogelsang, onder-directeur van het Ned.
Museum te Amsterdam en mederedacteur van dit bulletin, benoemd tot
Hoogleeraar in de aesthetiek en de kunstgeschiedenis aan de Universiteit
te Utrecht.

BI. 38 voorlaatste alinea, lees: Nu heeft de Crayer van deze com-
positie ook een prent gemaakt, waar de uitgever Joannes Mevssens onder
liet zetten »Eximii Gasparis de Crayer" (enz.).

BI. 39 Arctcon, lees: Acteon, en alequot, lees: aliquot.

Bij het afdrukken zijn de clichés voor bladz. 18 en 19 verwisseld.
De lezer denke zich derhalve het onderschrift blz. 18 bij de afbeelding
blz. 19 en omgekeerd.

1) Prof. Te Winkel was zoo vriendelijk mij, op mijn aanvrage naar de herkomst
van dit vreemde woord, te antwoorden, dat het zeer mogelijk samenhing met het oud-
Kransche vBille" = boomstronk, bestemd om verdeeld te worden. (Egger. Diction.
Etymologique). Jiillon beteekent in 't Fransch. reeds sedert de 13e eeuw, «afschuining".

Personalia.
 
Annotationen