DOI Heft:
Nr. 3-4
DOI Artikel:Oude Monumenten
DOI Artikel:Verslagen
DOI Seite / Zitierlink: https://doi.org/10.11588/diglit.17414#0141
randschrift: »Maria ben ick ghegoten van Adrian Steulaert in tiaer MDLXXP'
en een klok van P. Hemony uit 1667. Onder het kerkziïver zijn twee
oude bekers, waarvan een uit het jaar 1679, en verder vindt men er een
grafsteen van Jkvr. J. A. van Evs, uit 1768, een gothische zerk met kelk
en wapen van Heer Floris Grijp en een in den toren ingemetselden steen
met het jaartal 1642. Het meest treft echter het sierlijke koperwerk,
lezenaars, doopbekkenstandaard en bolkronen, grootendeels uit den tijd van
den herbouw, die een mooi geheel vormen met preekstoel, heerenbanken
en psalmbordjes uit omstreeks 1784. Een oogenblik dreigde ernstig gevaar,
dat dit fraai geheel zoude verbroken worden, daar het kerkbestuur, in ver-
band met den voorgenomen aanleg van gas, de kronen aan den meest-
biedende wilde verkoopen. Zoodra dit plan bekend werd, wendde ik mij, als
voorzitter der Prov. Z.-Holl. Archeologische Commissie, tot de betrokken
autoriteiten en tot het kerkbestuur om op het ongewenschte van den verkoop
te wijzen. Verwijderde men toch de twee groote kronen met schildjes en
de 5 kleinere kronen, waarvan twee nog uit de i7de eeuw dateeren, dan
ware de grootste bekoring aan het aardig kerk-interieur ontnomen. Ook
van andere zijden werd daarna op het behoud van het koperwerk aange-
drongen en hierdoor werden de oogen van het kerkbestuur geopend, dat,
eenmaal overtuigd van de waarde van het behoud der sierlijke kronen voor
zijn vriendelijk kerkje, terstond de aangekondigde verkooping introk en
aldus een later onherstelbaar verlies nog juist bij tij cis hielp voorkomen.
Niet steeds zijn de bezitters zelf het meest overtuigd van het belang van
het oud kerkmeubilair; wat men dagelijks ziet, waardeert men minder. Te
meer mag men daarom op prijs stellen, dat het kerkbestuur, na eenmaal
op het belang der kronen voor de kerk te zijn gewezen, op het ontijdig
genomen besluit is teruggekeerd. Moge het thans zijn goede bedoelingen
volmaken door tegelijk de kleine defekten aan enkele kronen te doen her-
stellen, waardoor verdere beschadiging kan voorkomen worden.
Vierde jaarverslag der Rijkscommissie tot het opmaken en
uitgeven van een inventaris en eene beschrijving van de
Nederl. monumenten van geschiedenis en kunst. 1906.
Uit het verslag blijkt, dat de voorloopige beschrijving geregeld werd
voortgezet, waarbij de leden ook meermalen gelegenheid hadden om in
het belang van het behoud der monumenten werkzaam te zijn. Uil
21 gemeenten worden speciale gebouwen vermeld, wier toestand de aan-
dacht der commissie vereischte. Zeer terecht werd hierbij een grens
getrokken voor het arbeidsveld der commissie, en werd voor het adviseeren
over de wijze, waarop eventueele restauraties zouden behooren te geschieden,
J. C. O.
en een klok van P. Hemony uit 1667. Onder het kerkziïver zijn twee
oude bekers, waarvan een uit het jaar 1679, en verder vindt men er een
grafsteen van Jkvr. J. A. van Evs, uit 1768, een gothische zerk met kelk
en wapen van Heer Floris Grijp en een in den toren ingemetselden steen
met het jaartal 1642. Het meest treft echter het sierlijke koperwerk,
lezenaars, doopbekkenstandaard en bolkronen, grootendeels uit den tijd van
den herbouw, die een mooi geheel vormen met preekstoel, heerenbanken
en psalmbordjes uit omstreeks 1784. Een oogenblik dreigde ernstig gevaar,
dat dit fraai geheel zoude verbroken worden, daar het kerkbestuur, in ver-
band met den voorgenomen aanleg van gas, de kronen aan den meest-
biedende wilde verkoopen. Zoodra dit plan bekend werd, wendde ik mij, als
voorzitter der Prov. Z.-Holl. Archeologische Commissie, tot de betrokken
autoriteiten en tot het kerkbestuur om op het ongewenschte van den verkoop
te wijzen. Verwijderde men toch de twee groote kronen met schildjes en
de 5 kleinere kronen, waarvan twee nog uit de i7de eeuw dateeren, dan
ware de grootste bekoring aan het aardig kerk-interieur ontnomen. Ook
van andere zijden werd daarna op het behoud van het koperwerk aange-
drongen en hierdoor werden de oogen van het kerkbestuur geopend, dat,
eenmaal overtuigd van de waarde van het behoud der sierlijke kronen voor
zijn vriendelijk kerkje, terstond de aangekondigde verkooping introk en
aldus een later onherstelbaar verlies nog juist bij tij cis hielp voorkomen.
Niet steeds zijn de bezitters zelf het meest overtuigd van het belang van
het oud kerkmeubilair; wat men dagelijks ziet, waardeert men minder. Te
meer mag men daarom op prijs stellen, dat het kerkbestuur, na eenmaal
op het belang der kronen voor de kerk te zijn gewezen, op het ontijdig
genomen besluit is teruggekeerd. Moge het thans zijn goede bedoelingen
volmaken door tegelijk de kleine defekten aan enkele kronen te doen her-
stellen, waardoor verdere beschadiging kan voorkomen worden.
Vierde jaarverslag der Rijkscommissie tot het opmaken en
uitgeven van een inventaris en eene beschrijving van de
Nederl. monumenten van geschiedenis en kunst. 1906.
Uit het verslag blijkt, dat de voorloopige beschrijving geregeld werd
voortgezet, waarbij de leden ook meermalen gelegenheid hadden om in
het belang van het behoud der monumenten werkzaam te zijn. Uil
21 gemeenten worden speciale gebouwen vermeld, wier toestand de aan-
dacht der commissie vereischte. Zeer terecht werd hierbij een grens
getrokken voor het arbeidsveld der commissie, en werd voor het adviseeren
over de wijze, waarop eventueele restauraties zouden behooren te geschieden,
J. C. O.