Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 8.1907

DOI Heft:
Nr. 1
DOI Artikel:
Overvoorde, J. C.: Eenige aanteekeningen over der Zuid-Hollandsche eilanden
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.17414#0035

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
29

ook den naam van den gieter, Petrus Backes uit Rotterdam, en het jaartal
1712 vermeldt. Ook de klokkengieterskunst is goed vertegenwoordigd. De
oudste klokken zijn die te Hekelingen uit 1385 en die te Cillaartshoek uit
1388. Uit de i)de eeuw vinden wij G. Butendijk vertegenwoordigd dooi-
de klokken te Oudenhoorn uit 1431, en te St. Anthoniepolder uit 1436,
Steven Butendijk door die te Ridderkerk uit 1480. en te Spijkenisse uit
1486 en W. Kaerwas te Zuidland door een klok uit 1486 (v. Borssum
Waalkes foutief 1386). Strijen heeft een klok uit 1494. De klokken uit de
i6de en ijde eeuw zijn er in groot aantal, ik noem hier slechts de klok
door M. Waghenenz uit 1515 te IJsselmonde, die door Henricus de Borch
te Westmaas, uit 1518, de rijk ontworpen en met medaillons versierde
klok van Jan van den Gheijn te Groote Lindt uit 1539, de waarschijnlijk
uit dezelfde werkplaats stammende fraaie klokken te Nieuwenhoorn, uit
1524, en die te
Poortugaal, uit

1525, en de
mooie klok van
Petrus de Gheijn
te Heen vliet, uit

1)43-

Op het gebied

van het houtsnij-
werk valt veel
goeds te prijzen.
Mooi gesneden

preekstoelen
vindt men nog
in verschillende

dorpen, waar- Tombe in de kerk te Mijnsheerenland. 1514.

onder die te

Heenvliet uit omstreeks 1600, met intarsies en snijwerk, dat alle over-
eenkomst vertoont met het groote credobord aldaar uit 1599, en verder
die te IJsselmonde uit 1607, te Geervliet uit 1641, te Groote Lindt uit 1663,
te Hendrik Ido-ambacht en te Ridderkerk, beiden uit 1669, te Oudelands-
ambacht uit 1690, te Piershil enz. De meeste preekstoelen zijn met boog-
paneelen versierd, met lofwerk in de hoeken. Een eigenaardigheid is de
veel voorkomende knopvormige beëindiging van het onderstuk, dikwijls
tevens de drager van wapen of jaartal, vooral bij dc gestoeltens uit 1660— 1670 ;
bij de ouderen vindt men het jaartal dikwijls boven het rugpaneel. De stoel
te Piershil heeft nog een merkwaardige gedraaide en beschoten trap en die
te Kijfhoek is op het oude steenen doopvont geplaatst. Onder de doop-
hekken treft in het bijzonder de hier in het midden der I7de eeuw veel
voorkomende versiering van het opengewerkte bovendeel niet met ballustres
maar met nagebootste houten schalmen.
 
Annotationen