Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 8.1907

DOI Heft:
Nr. 2
DOI Artikel:
Nederlandsch Museum voor Geschiedennis en Kunst - Aanwinsten
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.17414#0050

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
44

Daarom ook was de groote staande Madonna van een leerling van Jacopo
delle Quercia gekocht. Uit de school van Verrocchio hadden wij wel is
waar een fraaien Christuskop, maar het madonna-type van dezen laatsten
meester was nog niet vertegenwoordigd. Aan het einde van het vorige
jaar kon de leemte worden aangevuld door een voortreftelijk geconserveerd
stucco-relief, een navolging van het marmeren reliëf te Poggio Imperiale,
bij Florence. De maagd, ten hal ven lijve zichtbaar, vertoont door houding
van kop en vorm van gezicht, met de forsche trekken, de ernstige zwaar-
moedige uitdrukking van Verrocchio's madonna's en ook het Christuskind
met de mollige beentjes en armpjes verraadt zijn geliefkoosd kindertype.
Het reliëf moet vroeger gepolychromeerd zijn geweest en is zeker niet
zoo heel lang geleden van de verflaag ontdaan, waardoor het bijzonder
goed bewaarde modelé met de scherpe plooihoekjes, de onberispelijk gave
handen, in één woord de frischheid van dit monumentje verklaard kan
worden.

Mocht thans nog de zoo sympathieke Luca della Robbia door een
madonna-reliëf vertegenwoordigd zijn, dan was de kleine verzameling al
tot een leerzaam geheel gegroeid.

Werd die verzameling dan eens in haar geheel geschetst, dan zoude
in de eerste plaats genoemd worden een nagenoeg levensgroote portretbuste
van een jong meisje of jonge vrouw, welke, ik zette dat reeds elders
uiteen (Het Huis, oud en nieuw, Jaargang 5, Afl. 3), beschouwd moet
worden als de oorspronkelijke schets voor de Justitia-figuur aan de Fonte
Gaja, te Siena, vervaardigd door Jacopo della Quercia. Wanneer men
bedenkt, dat deze buste niet later dan in 1415 gemaakt kan zijn, dan
hebben wij vóór ons het vroegste gebeeldhouwde portret dat van de
wedergeboren kunst in het 15de eeuwsch Italië getuigt. Als uitgangspunt
van de Renaissance beweging in het algemeen, als vroegst gedateerd
monument van onze verzameling in het bijzonder, hebben wij hier iets
waarvan het belang moeilijk overschat kan worden.

Wij springen ruim twee en een halve eeuw over en komen te staan
voor twee portret bustes in terra cotta van onzen nationalen beeldhouwer
Rombout Verhulst. De bustes waren het eigendom van het Gymnasium
der Jesuïtcn te Katwijk Binnen, waar zij doorgingen voor portretten van
leden der familie van Wassenaer. De heer M. van Notten, wiens uitgebreid
werk over Rombout Verhuist thans ter perse is, deelt mij echter mede,
dat wij er de portretten van Willem van Lvere en Maria van Reygersberg
in moeten herkennen, welke omstreeks 1670 door Verhulst zijn vervaardigd.

Vooral de buste van Maria van Revgersberg is interessant, treft ons
door een sprekend realisme, zoodat wij niet alleen het goed doordachte en
gevoelde kunstwerk, maar ook het historische document bewonderen, dat
ons de deftige dame uit den bloeitijd onzer Republiek voor oogen brengt.

Eindelijk vermeld ik den aankoop van een tafel van notenhout, aan
de smalle kanten gedragen door sierlijk gebeeldhouwde cariatiden en in
 
Annotationen